Spreekwoorden met `de lucht`

Zoek

18 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de lucht`

  1. beter één vogel in de hand dan tien in de lucht (=liever een beetje dan helemaal niets / kleine concrete resultaten zijn beter dan grootse plannen)
  2. de kou is uit de lucht. (=het is opgelost)
  3. de lucht hangt nog vol dagen. (=er is tijd genoeg)
  4. donderbuien zuiveren de lucht. (=een ruzie kan een hangende situatie oplossen)
  5. een gat in de lucht slaan (=een onnozele handeling doen)
  6. een gat in de lucht springen (=ongeremd enthousiast zijn)
  7. er is geen vuiltje aan de lucht (=er is niets aan de hand)
  8. geen kou aan de lucht (=geen gevaar)
  9. geen wolkje aan de lucht (=niets aan de hand - alles is prima in orde)
  10. het onweer is niet van de lucht (=iets dat steeds blijft doorgaan of iemand die telkens weer kwaad tekeer gaat)
  11. in de lucht hangen (=dreigen te gebeuren - onzeker zijn)
  12. in de lucht laten vliegen (=laten ontploffen)
  13. in de lucht zitten (=algemeen voorkomen)
  14. kastelen in de lucht bouwen (=zich illusies maken)
  15. uit de lucht gegrepen (=uit het niets gegrepen, zonder enige grond)
  16. uit de lucht grijpen (=iets zonder enige grond vertellen)
  17. uit de lucht komen vallen (=doen alsof men van niets weet / erg plotseling en onverwacht)
  18. zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)

50 dialectgezegden bevatten `de lucht`

  1. 't go mollejoengn reegn, mollejoeng braakn (=de lucht wordt zwart en het zal hevig regenen) (Ostêns)
  2. 't kwam zomoar uut de lucht vaal'n (=het kwam heel onverwachts) (Westerkwartiers)
  3. alleen zene mond goeng wijd genoeg oëpe (=de valschermspringer viel uit de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. aongezien de lucht blaauw is en de schoolmister dronke (=helaas) (Bredaas)
  5. As de vloren vlaês ziên, zit d`r raegen in de loôch (=Als de vloeren vochtig zijn, zit er regen in de lucht) (Sevenums)
  6. baeter een bos én de hand dan twei èn de bloes (=beter 1 vogel in de hand dan tien in de lucht) (Bilzers)
  7. baeter één èn de haan dan tein èn de bloes (=beter 1 vogel in de hand dan tien in de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. baeter één tet èn de hand dan twei èn de bloes (=beter één vogel in de hand dan 10 in de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. Baeter ein mus in de hangk, dan tien in de lôch (=beter een vogel in de hand dan tien in de lucht) (Heldens)
  10. baeter en haaf ee as ne liëge dojer (=beter één vogel in de hand dan tien in de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. baeter verloeëre dan nauts gehad (=beter één vogel in de hand dan tien in de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. Bèëter inge vògel i gen hand, da tieën i gen loeët (=Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht) (Nijswillers)
  13. betre jine veugle in d'an of tiene in de luh (=beter één vogel in de hand dan tien in de lucht) (Harelbeeks)
  14. Dao is wer ing an 't bronke. (WT) (=Daar hangt een onweer in de lucht) (Mechels (NL))
  15. de kolle is uut de lucht (=de moeilijkheden zijn verdwenen) (Westerkwartiers)
  16. de loch ziet paekzwat (=de lucht ziet er heel donker uit) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. de lucht angt lege (=Het kruis v d broek hangt laag) (Zwols)
  18. de lucht doen brann (=het licht aansteken) (Kaprijks)
  19. de lucht hangt nog vol met dagen (=moet dat echt nú?) (Westfries)
  20. de lucht kloart al weer wat op (=ze zien het alweer beter zitten) (Westerkwartiers)
  21. de lucht veréremoeit (=de lucht betrekt) (Werkendams)
  22. de lucht werrekt. (=de lucht lijkt wel wat naar onweer te neigen.) (Zaans)
  23. de lucht zit nag vol dage. (=Tijd genoeg.) (zaans)
  24. de lucht zit schuw (=het zal onweren) (Kortemarks)
  25. de raenger vult mèt ganse bèk autte loch (=de regen valt met bakken uit de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. de rin voalt lik schitte ut de lucht (=Het regent pijpestelen) (West-Vlaams)
  27. de wieës nauts waaj een koe nen haos vink (=soms valt er een oplossing uit de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. doe de lucht dooëd (=doe het licht uit) (Waregems)
  29. doe de lucht dwod (=doe het licht uit) (Menens)
  30. doeë valle inkëlë spretsen aut te loch (=er vallen enkele sprenkels regen uit de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. ènt laeve moeste pakke woste pakke kons (=beter 1 vogel in de hand dan tien in de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. es de lucht dood? (=is het licht uit?) (Waregems)
  33. gebookaumerd: De loecht es gebookaumerd (=de lucht vertoont kleine witte wolkjes) (Lebbeeks)
  34. het kloeërt al get op (=de lucht klaart al wat op) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. het raengert tot het zeek (=de regen valt met bakken uit de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. het trèk al op (=de lucht klaart op) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. hij kwam uut de lucht vaal'n (=hij dook plotseling op) (Westerkwartiers)
  38. ich wiët van toete noch bloeëze (=ik kom uit de lucht vallen) (Bilzers)
  39. Ik zou da wel wulle, maor aongezien da de lucht blaauw is en de schôôlmister dronke (=Ik zou het wel willen, maar heb nu geen mogelijkheid) (Bredaas)
  40. In den aurlog wére dèr zoevuil vlégers in de locht dà de musse te voot muste goen.. (=Tijdens WOII waren er enorm veel vliegtuigen in de lucht) (Bierbeeks)
  41. j' eet u gat in de lucht geschowten (=een vergissing bgaan) (Brugs)
  42. je slaot e gat in de lucht (=hij slaat er naast) (Kortemarks)
  43. je sloat e gat in de lucht (=hij slaat ernaast) (Lichtervelds)
  44. je volt uut de lucht (=hij weet van niets) (Kortemarks)
  45. kiek us ni de locht (=kijk eens naar de lucht) (Zeeuws)
  46. kikt ies naar de lucht dur is wa op komst (=er wordt slecht weer verwacht) (Sint-Niklaas)
  47. leiver één èn de hand, dan twei énde bloes (=beter één vogel in de hand dan tien in de lucht) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. Liën dat de lucht uitgaat. (=Duchtig staan liegen) (Evergems)
  49. mërgëraut, watter èn de slaut (=als de lucht 's morgens rood kleurt, mag men regen verwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. Stand doeë nie te koekëloerë, de gebakke keike valle toch nie aut te loch (=je zal nooit in de hemel geraken door naar de lucht te gapen) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen