Spreekwoorden met `de kat`

Zoek

23 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de kat`

  1. `t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
  2. als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
  3. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  4. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  5. de kat bij de melk zetten (=iemand in verleiding brengen)
  6. de kat bij het spek zetten (=iemand in verleiding brengen)
  7. de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
  8. de kat heeft het gedaan (=niemand is de schuldige)
  9. de kat in de gordijnen jagen (=iemand goed kwaad maken)
  10. de kat in het donker knijpen (=kwaad doen waar niemand het ziet)
  11. de kat op het spek binden (=iemand volop de gelegenheid geven zich te vergrijpen aan wat hij wil, maar beslist niet mag hebben)
  12. de kat uit de boom kijken (=een afwachtende houding aannemen)
  13. de kat van de bakker heeft het gedaan (=niemand is de schuldige)
  14. een vogel die te vroeg zingt, wordt `s avonds van de kat gegeten. (=wie al te jong naar genot streeft, gaat te gronde.)
  15. een vogel voor de kat (=een hulpeloos slachtoffer, dat niet meer gered kan worden)
  16. er de kat insteken (=ermee ophouden)
  17. iets voor de kat zijn viool doen (=iets voor niets doen)
  18. je moet de kat niet aan de kaas laten komen. (=zorg voor niet te veel verleiding)
  19. met iemand spelen als de kat met de muis (=iemand voor de gek houden)
  20. of men van de kat of de kater gebeten wordt (=het maakt geen verschil)
  21. omwille van het smeer likt de kat de kandeleer (=omwille van het loon doet men een werk)
  22. strelende katjes halen het vlees uit de pot. (=kijk uit voor overdreven vleierij)
  23. voor de kat zijn viool iets hebben gedaan (=een zinloze inspanning hebben geleverd)

Eén betekenis bevat `de kat`

  1. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)

50 dialectgezegden bevatten `de kat`

  1. 't is om t even of je deur de katte of den hoengd wor gebete (=het is om het even of je door de kat of door de hond wordt gebeten) (Flakkees)
  2. 't zyn krabbels (=waar de kat krabde) (Veurns)
  3. A de katte van us es dansn de muzn (=Als de kat van huis is dansen de muizen) (West-Vlaams)
  4. ank zoon muis op zolder oai, dan sloak de kat dood. (=een mooie vrouw tegenkomen) (Graauws)
  5. As de kat van huus is dan daanse de muze (=Als de kat van huis is dansen de muizen) (Lunters)
  6. as de kat van huus is, daanz'n de muuz'n (=zonder toezicht ontaard het nog wel eens) (Westerkwartiers)
  7. as de kat van uis es, dausen de muizen (=als de kat van huis is dansen de muizen) (Meers)
  8. as je de kat op 't spek bien'd wil 'er 't niet vreet'n (=wanneer iemand een aanbod weigert) (Westerkwartiers)
  9. Aste kat van hus is, danse de muzze (=Als de kat van huis is, dansen de muizen) (Slands)
  10. bèn dat aon de kat hërre stat (=dat gelooft niemand) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. d'r zit wat ien wat de kat niet lust (=het eten is nog gloeiend heet) (Westerkwartiers)
  12. das tan vër de kat hër fiaul (=dat is vergeefse moeite, dient tot niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. dat ès zieëkër mèt de kat hërrë stat gemaete (=dat is niet secuur gedaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. Dat krabt de kat d'r niet meer vanaf. Dat waait voorlopig niet weg. (=Dat gaat niet meer los) (Rotterdams)
  15. de kad’uit d’orloge kijkn (=de kat uit de boom kijken) (Kaprijks)
  16. De kadde zit in dorloge. (=de kat zit in de horloge. Er is ruzie in het huishouden.) (Evergems)
  17. de kat / hond moet jungen / jungere (=de kat / hond moet jongen werpen) (Walshoutems)
  18. de kat aut de boom kieke (=afwachten) (Bilzers)
  19. de kat autte boom kieke (=afwachten (tot iemand anders het oplost) ) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. de kat de bel aanbiend'n (=binden - de kat de bel aanbinden) (Westerkwartiers)
  21. de kat de bel aon bènne (=de bal aan het rollen brengen) (Bilzers)
  22. de kat de bel aon binde (=het vuurtje aan stoken) (Mestreechs)
  23. de kat de bel oembinne (=aandacht trekken) (Opglabbeeks)
  24. de kat hei gejungt / gejungerd (=de kat heeft jongen geworpen) (Walshoutems)
  25. de kat hèt et zieëker wir gedoeën (=niemand de schuldige) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. de kat ien ' t duuster kniep' n (=in 't geniep iets uitvoeren) (Westerkwartiers)
  27. de kat int doenker kniepe (=heimelijk) (Opglabbeeks)
  28. de kat komt op de koor (=De aap komt uit de mouw) (Lenniks)
  29. de kat mèt den hond baute goeje (=als je vrouw het aftrapt, gooi je best alles buiten) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. de kat op ut spek biene (=Iemand de gelegenheid geven) (Gastels)
  31. de kat oppet spek bènne (=de ogen uitsteken) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. de kat opt spek binne (=in verleiding brengen) (Opglabbeeks)
  33. de kat ut de baum zeikuh (=de kat uit de boom kijken) (Haags)
  34. de kat uut de buim kieke (=geduldig afwachten) (Opglabbeeks)
  35. de kat zal noe wel niet meer mit je lege maag gaon sleupe (=je hebt nu wel genoeg gegeten) (Nijkerks)
  36. de kat zit ien 't goar'n (=de heleboel zit in de knoop) (Westerkwartiers)
  37. de kat zit in derloezje , tes ruzz'instratjen (=onenigheid in het gezin) (Wichels)
  38. de katte krauwt (=de kat krabt) (Waregems)
  39. de katte uit d'orloge kijke (=de kat uit de boom kijken) (Gents)
  40. de muize speele tiene in de keuke (=als de kat van huis is, dansen de muizen) (Gents)
  41. De wouf bie de sjäöp zètte (=de kat op het spek binden) (Sittards)
  42. den oup (=aap) uit d'orlooze (=uurwerk) kaaken (=de kat uit de boom kijken) (Gents)
  43. det is ein krank veugelke väör de kat (=hij gaat het niet halen; het ziet er niet goed uit) (Heitsers)
  44. Di-j hebbe de kat vergaete te voore (=Het regent die dag) (Weerts)
  45. dich bès ne gemaekëlëke (=jij ziet de kat uit de boom-laat het door anderen oplossen) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. dr zit wat in dat de kat nie lust (=heet) (Klazienaveens)
  47. ê's naon ne veugel veu de kat (=hij is in slechte staat (gezondheid ) ) (Marks)
  48. eerst de kat uut de boom kiek'n (=eerst alles rustig overzien) (Westerkwartiers)
  49. get on de graute klok hange (=de kat de bel aanbinden) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. hang dat on de kat hërre stat (=dat gelooft toch niemand) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen