10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de boter`
- als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
- als een warm mes door de boter (=als iets erg makkelijk of geleidelijk gaat)
- daar is een haartje in de boter (=daar is ruzie of wrijving)
- de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
- de boter en de kaas te dik gesneden hebben (=te veel verteerd hebben)
- de boter eruit braden (=het ervan nemen)
- een haar in de boter vinden/zoeken (=op het kleinste detail vitten)
- je doet de boter in de pan, maar bakt er niks van (=denken dat je iets begrijpt, terwijl je dat niet doet)
- met zijn gat in de boter vallen (=(onverwacht) goed terechtkomen)
- met zijn neus in de boter vallen (=(Onverwacht) goed terechtkomen)
Eén betekenis bevat `de boter`
- een goeie vis moet drie keer zwemmen (=in het water, in de boter of kookvocht en in de wijn)
26 dialectgezegden bevatten `de boter`
- 't is green at (=er zit een haar in de boter) (Booms)
- 't Zit doar e scheete verdroaid (=Daar zit een haar in de boter) (Langemarks)
- 't zit schieëf (=er zit een haar in de boter) (Kaprijks)
- Aa is mè ze gat in de boter gevalle (=Hij is goed terecht gekomen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- D'r zit een haar in de boter (=ruzie in het huishouden) (turnhouts)
- Daan is mè ze gat in de boter gevalle (=Iemand die iets goeds is overkomen) (Diesters)
- de barremijter steed op stürm (=er is een haar in de boter) (Bilzers)
- de boter gefret hein (=de schuld krijgen voor iets) (Melseels)
- de boter goat afsloagen (=Over iemand die regelmatig aan zijn achterste krabt) (Lokers)
- de boter is rengs (rangs) (=de boter is sterk) (Sint-Niklaas)
- de boter zal afsloagen (=aan uw gat krabben) (Lokers)
- de boter zal gon opsloagen (=als het kietelt in je handpalm.... zegt men...) (Sint-Niklaas)
- de koe stuuetj dich (=werd gezegd als iemand te dik de boter op de boterham smeerde) (Heitsers)
- der zit en hoar in de boter (=er is ruzie) (Gents)
- dr zit een hoar in de boter (=Er is huiselijke ruzie) (Turnhouts)
- es me zei gat in de boter gevalln (=Iemand die het goed getroffen heeft) (Baasrode)
- hij es me zij gat in de boter gevallen (=hij is goed terecht gekomen) (Londerzeels)
- ij es mee zijn gat in de boter gevalle, moar mee zijne kinne op den rand (=denken dat iemand geluk had, maar toch niet.) (Gents)
- ij es mee zijn gat in de boter gevallen, ij ee oersjanse gat (=hij heeft geluk gehad) (Gents)
- ij is mee zei gat in de boter gevaulen (=een gelukkig iemand) (Lokers)
- mèt z'n kont èn de boeëter valle (=met zijn gat in de boter vallen.) (Genker)
- mit de vot in de boter vallen (=een gelukstreffer hebben) (Steins)
- parrik: Gieën aur in de boter maur een gieël parrik (=Heel grote ruzie) (Lebbeeks)
- petrol in de soep (=een haar in de boter) (tervurens)
- ter zit een oar in de boter / de katte zit in d'orloge / tes lagirre (la guerre) (=ruzie hebben) (Gents)
- ze zé mé older gat in de boter gevallen (=zij zijn gelukkig en hebben niets tekort) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen