Spreekwoorden met `de baan`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de baan`

  1. dat is van de baan (=dat gaat niet door)
  2. het katje van de baan (=degene die baas speelt)
  3. op de baan lopen (=tippelen)
  4. op een gladde baan/weg zijn (=zijn ondergang tegemoet gaan)

3 betekenissen bevatten `de baan`

  1. iemand te paard helpen (=iemand een goede baan helpen krijgen)
  2. iemand de voet lichten (=iemand op gemene manier de baan afnemen)
  3. iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)

8 dialectgezegden bevatten `de baan`

  1. Daa kamion sloog weg en wei (=Die vrachtwagen zwalpte over de baan) (Dilbeeks)
  2. dae hètte slaog te pakke (=die kan er goed mee over de baan) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. de boin’op sijn (=op de baan zijn) (Kaprijks)
  4. De kins mich ein eike euver de baan rolle (=Je kunt me wat) (Venloos)
  5. Hieë zeûp de baan vanne ton aaf (=Hij drinkt als een tempelier) (Hasselts)
  6. lanks doa moeje ne goan der stout woater op de boan (=langs daar moet je niet gaan er staat water op de baan) (Denderleeuws)
  7. tsaan de baan (=naast de weg) (Londerzeels)
  8. uin den euverkant vant struit leit er oewek wuiter op de buin (=aan de overkant van de straat ligt er water op de baan) (Teralfens)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen