Spreekwoorden met `cho`

Zoek


109 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `cho`

  1. aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaamst)
  2. aan de schors blijven hangen (=iemand of iets alleen op het uiterlijk beoordelen)
  3. al zijn kruit verschoten hebben (=geen verdere oplossingen meer weten - niet meer verder kunnen)
  4. als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
  5. als het melk regent, staan mijn schotels omgekeerd (=wanneer ergens iets voordeligs te verkrijgen valt, loop ik het steevast mis)
  6. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  7. bij iemand nog wel kunnen schoolgaan (=aan iemand nog een voorbeeld kunnen nemen)
  8. brede schouders hebben (=veel kunnen verdragen)
  9. buiten schot blijven (=niet worden aangetast)
  10. daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven)
  11. daar moet de schoorsteen van roken (=dat moet de inkomsten voortbrengen. Daar moeten we van bestaan)
  12. daar wringt de schoen (=weten waar het probleem zit)
  13. de admiraal heeft geschoten. (=de gastheer heeft het sein gegeven te gaan eten.)
  14. de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
  15. de drager kan het beste zeggen waar de schoen wringt (=degene die een probleem heeft, kan de kern van dit probleem vaak het scherpste benoemen)
  16. de handen in de schoot (=werkloos)
  17. de handschoen opnemen (=het gevecht aangaan)
  18. de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
  19. de kans schoon zien (=van de gelegenheid gebruik maken)
  20. de moed in de schoenen doen zinken (=wanhopig worden en de moed verliezen)
  21. de schop afkuisen (=stoppen met het werk)
  22. de schop krijgen (=ontslagen worden)
  23. de schouders eronder zetten (=zich voor iets inspannen)
  24. de schouders ophalen (=er zich niets van aantrekken - er niets over willen weten)
  25. de stoute schoenen aantrekken (=iets doen wat moed vergt. (`stout` in de oude betekenis van `dapper`))
  26. de stoute schoenen aantrekken. (=een uitdaging aangaan)
  27. de varkens geschoren hebben (=weinig opbrengst hebben)
  28. de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  29. denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet moet inspannen)
  30. een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
  31. een ondergeschoven kindje zijn (=iets of iemand is miskend. Zie bedstede voor de letterlijke betekenis)
  32. een schollekop (vissenkop) hebben (=een boeventronie hebben)
  33. een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
  34. een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
  35. een schot voor open doel. (=iets zo eenvoudig dat het bijna onmogelijk is om te falen)
  36. elk schot is geen eendvogel (=niet iedere poging of alles wat je doet is succesvol)
  37. er is geen chocola van te maken (=het is niet te begrijpen)
  38. er zit geen schot in de zaak (=het gaat niet vooruit)
  39. ergens met lood in de schoenen naar toe gaan (=er verschrikkelijk tegen opzien)
  40. geduld is een schone zaak (=wie rustig afwacht wordt beloond)
  41. geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
  42. geen schoner gewaad als een zedig gelaat. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
  43. handen als kolenschoppen (=zeer grote, sterke handen)
  44. handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)
  45. het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
  46. het hart zinkt hem in de schoenen (=hij verliest alle moed)
  47. het hoofd in de schoot leggen (=opgeven en er in berusten)
  48. het is altijd vet op een andermans schotel (=een ander heeft het schijnbaar altijd beter)
  49. het levenslicht aanschouwen/zien (=geboren worden)
  50. hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)

23 betekenissen bevatten `cho`

  1. het lood al in de bil hebben (=al gestraft zijn voor iets. (geschoten zijn met een loden kogel))
  2. overdag hebben waar men `s nachts van droomt (=alles zomaar in de schoot geworpen krijgen)
  3. ad acta leggen (=als afgedaan beschouwen)
  4. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  5. de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
  6. dat slaat als een knots op een kangoeroe (=dat choqueert je)
  7. mastiek maken (=de dagelijkse schoonmaak verrichten)
  8. ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
  9. de beste stuurlui staan aan wal (=de toeschouwers kunnen het altijd beter dan de uitvoerders)
  10. een ongelikte beer (=een onbeschofterik)
  11. als een donderslag bij heldere hemel (=een onverwachte gebeurtenis, die een grote schok teweeg brengt)
  12. de slaap der rechtvaardigen slapen (=een schoon geweten hebben)
  13. een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
  14. vaste voet aan de grond krijgen (=iets gedaan krijgen en/of als gebruikelijk beschouwd gaan worden)
  15. er als een berg tegen opzien (=iets voor zichzelf beschouwen als een zeer moeilijke, of onplezierige, taak of omstandigheid)
  16. een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw (=in de volksmond: De beste beloning voor een 19e eeuws schoolkind)
  17. eten als een dijker. (=onbeschoft veel eten.)
  18. in het schot vallen (=precies tijdens het startschot vertrekken)
  19. roep geen mosselen voordat ze aan de wal zijn (=verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is)
  20. wie mooi wil zijn, moet pijn lijden (=voor schoonheid moet je wat over hebben)
  21. je in je graf omkeren (=zelfs na zijn dood er nog door geschokt zijn)
  22. de beest spelen/uithangen (=zich onbeschoft gedragen)
  23. boerenverstand (=zonder scholing toch slim zijn)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen