7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `cent`
- de centen dansen hem in de zak. (=hij kan niets sparen)
- een fluitje van een cent (=een eenvoudige taak)
- geen cent te makken hebben (=weinig te besteden hebben)
- geen centje pijn. (=een kleine moeite.)
- geen rooie cent waard (=waardeloos)
- geen twee deuntjes voor één cent zingen (=geen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen)
- zuur verdiende centen. (=geld waarvoor hard is gewerkt.)
5 betekenissen bevatten `cent`
- iets in de verf zetten (=beklemtonen, accentueren)
- wie de teugel slap laat hangen, kan met een mak paard nog op hol raken. (=blijf altijd aandachtig en geconcentreerd)
- de rode draad (in een verhaal of betoog) (=het centrale thema, hetgeen waar steeds weer op wordt teruggegrepen)
- geen oortje kunnen schelen. (=iets onbelangrijk vinden (oortje = ± een halve cent))
- mijn hoofd staat er niet naar (=ik kan me er niet op concentreren)
50 dialectgezegden bevatten `cent`
- Anderhalleve cent (=(Getrouwd) stel dat veel in lengte verschilt) (Zaans)
- Arm schrap mij de wortel ans vreet ik hem zo op! (=Hij bezit geen rode cent) (Hoogeveens)
- as eu fleuke van ne cent (=dat gaat vanzelf) (Sint-Katelijne-Waver)
- cent van 't blad. (=Voor 1 cent snoep uitzoeken.) (Zaans)
- da gaot as un flutje van ne cent (=dat gaat gemakkelijk) (Brabants)
- Da gau gelak e fleutje van ne cent (=Dat gaat heel makkelijk) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- da goa gelak e floike van ne cent (=dat gaat gemakkelijk) (winksels)
- dad es e floikke van ne cent (=dat is gemakkelijk te doen) (Leuvens)
- dae ès nog gene knab wieëd, gene stamp onder zën K... (=hij is nog geen cent waard, helemaal niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès nog zjus goed vër op ët stort te goeje (=die is geen cent meer waard) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae halkëtie hoch geen roj sent mei op zën lêp (=die smeerlap had geen cent meer op zak) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dae lieëtj zich veur eine cent ein brum door zien reet trèkke (=Iemand die gierig is) (Hunsels)
- dae lieëtj zich väör eine cent ein brieëm door de vot riete (=dat is een gierigaard (brieëm = bramentak)) (Heitsers)
- dat ès geene frang wiëd (=dat is geen cent waard) (Bilzers)
- de zoos him e knepke gaeve (=je zou hem willen doen ophouden met dat onnozel gedoe door hem 5 cent te geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- dét ès 'n vêrreke dae leutj zich vör vieëf cent met 'nnen breem doeër zien gaât trèkke (=wordt gezegd van een gierigaard) (Weerts)
- Det is mich veur vièf cent (=Niet veel soeps, Waardeloze rommel) (Venloos)
- doë gaef ich nog gee knépke aoên (=(dat) die is geen cent waard) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë geet niks doër de sjoo dan get doemp en dan èstër nog gefilterd (=daar wordt geen cent teveel uitgegeven) (Munsterbilzen - Minsters)
- edere cent sómtj zich, zag Persies (=ook op kleine beetjes ontvang je rente) (Heitsers)
- Een cent van ´t schienkblad (=Een cent van het schenkblad) (Zaamslags)
- een fleutje van ne cent (=Iets gemakkelijks) (Beerses)
- een fluitjse van ne cent (=dat heeft niets te betekenen) (Lovendegems)
- Eu fleuke va ne cent (=Een fluitje van een cent) (Sint-Katelijne-Waver)
- Fluitje van een cent (ontstaan in Rotterdam, geen specifiek dialectwoord) (=Gemakkelijk) (Rotterdams)
- geen cent te makke (=niets hebben) (Bargoens)
- geen cent te makken (=Niets te verteren, zonder gelde zitten) (Rotterdams)
- gene frang op zën miële hëbbe (=geen cent meer bezitten) (Munsterbilzen - Minsters)
- gieëne rotte kluit (=geen cent te makken) (Wichels)
- Gien skrabber hèèwwe (=Geen cent hebben. (skrabber=cent) ) (Texels)
- giën'n bal emmen (=geen rooie cent hebben) (Wichels)
- giene rotte kaar nemie hemme / giene rotte frang nemie hemme (=bezit geen 25 cent meer) (Overijses)
- gin puit kunne biechte (=geen cent te makken hebben) (Oudenbosch)
- ginne rotten bal mir op zak (=geen cent meer op zak) (Meers)
- Hij / zij is zo gemeen als katoen van een cent de el (=Vals persoon) (Amsterdams)
- Hij het ur vur ginne cent spijt vaen (=Hij heeft daar geen spijt van) (Ewijk (Euiwwiks))
- hij weunt in den legen hoek (=iemand die geen cent te makken had) (Alblasserdams)
- Hij-zij heb/heef(t) nog geen halve cent / hij-zij heb- heef(t) nog geen rooie stuiver (=Hij heeft geen geld) (Utrechts)
- hoeveel geld heb je nog (=hoevul cent heg ge nog) (Millings)
- ich geluif dig veur gein vief cent (=ik geloof je voor geen cent) (Berg en Terblijts)
- Ie zult hum een cent geven (=Hij is niet al te snugger) (Drents)
- iemand vór vief cènt gèève (=iemand flink onderhanden nemen) (Genneps)
- iemes nogginne cént geve (=iemand wel iets willen aandoen) (Luyksgestels)
- IJ ef gien cent te makke (=Hij heeft geen geld) (Zwols)
- IJ is zo nakend as een luus (=Hij heeft geen cent te makken) (Kampers)
- ik heb geen piek meer, ik heb geen cent te makken (=ik heb geen geld (meer) / ik ben platzak) (Haarlems)
- Ik heb geen rooie plakker (moet niet gekker worden) (=Ik heb geen rooie cent) (Haarlems)
- ik zing gien twee deundjes veur één cent (=ik zeg het niet nog een keer) (Westerkwartiers)
- ik zing gien twee deuntjes veur één cent (=ik herhaal mijn woorden niet) (Westerkwartiers)
- je draojt dao zn and nie voîrn omme (=het is voor hem een fluitje van een cent) (Kortemarks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen