37 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `azen`
- belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken)
- beter hard geblazen dan de mond gebrand (=het is beter dat men zich inspant dan dat er door slordigheid of luiheid iets fout gaat)
- daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
- dat zijn ze niet die `t Wilhelmus blazen (=dat zijn onze vrienden niet)
- de aftocht blazen (=vertrekken als de situatie bedreigend of te moeilijk wordt)
- de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
- de kraaienmars blazen (=dood gaan)
- door de mazen van het net glippen/kruipen (=op het nippertje ontsnappen)
- dwazen en gekken schrijven hun namen op deuren en hekken (=dwazen doen gekke dingen)
- een glazen boterham. (=een glas jenever of bier)
- een hazenslaapje (=een slaap, die zo licht is, dat men bij `t minste geluid wakker wordt)
- een veer van zijn mond kunnen blazen (=nog niet totaal uitgeput zijn)
- geen veer van de mond kunnen blazen (=heel zwak zijn, heel arm zijn)
- gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen (=dwazen doen gekke dingen)
- hazenvlees gegeten hebben (=een bangerik zijn)
- het hazenpad (ver)kiezen (=er vandoor gaan of vluchten)
- het vuur aanblazen (=de ruzie erger maken)
- het zijn niet allen jagers die op de hoorn blazen. (=schijn bedriegt, je kunt je in mensen vergissen)
- hoog van de toren blazen (=het grote woord willen hebben / opscheppen)
- iemand te grazen nemen (=iemand een gemene streek leveren, op gemene manier er tussen nemen)
- in de bus blazen (=flink betalen)
- in een glazen huis wonen (=iets op zijn kerfstok hebben / geen privéleven hebben)
- in het zakje blazen (=een ademtest ondergaan)
- je eigen glazen ingooien (=het voor zichzelf bederven)
- je laatste adem uitblazen (=sterven, doodgaan)
- je partij behoorlijk meeblazen (=zijn deel van de taak naar behoren uitvoeren)
- kijken hoe de hazen lopen (=voorzichtig te werk gaan, eerst afwachten hoe de verhoudingen blijken te liggen)
- koud en heet uit één mond blazen. (=verschillende standpunten innemen om zijn eigen belangen te dienen)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- op de magerste paarden bijten de dazen. (=arme mensen hebben vaak pech)
- op het glazen bruggetje geweest zijn (=in doodsgevaar zijn geweest, op het nippertje ontsnappen)
- oude kerken hebben duistere glazen. (=het zicht wordt minder als je ouder wordt)
- stoom afblazen (=tot rust komen)
- tussen de mazen (van het net) vissen (=creatief te werk gaan)
- van toeten noch blazen weten (=van iets geen verstand hebben)
- veel honden zijn der hazen dood (=voor de overmacht moet men wel bezwijken)
- wie in een glazen huis woont moet niet met stenen gooien (=wie schuldig is, moet zich niet laten opmerken)
11 betekenissen bevatten `azen`
- op de poot spelen (=bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan/razen)
- zo heer zo knecht (=de knechten volgen het voorbeeld van de bazen)
- dwazen en gekken schrijven hun namen op deuren en hekken (=dwazen doen gekke dingen)
- gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen (=dwazen doen gekke dingen)
- er als de kippen bij zijn (=er razendsnel bij zijn)
- geen twee hanen op een erf/werf (=geen twee bazen voor hetzelfde werk)
- iemand een loer draaien (=iemand lelijk behandelen, lelijk te grazen nemen)
- als een furie tekeergaan (=in razende woede tekeergaan)
- nieuwe heren nieuwe wetten (=nieuwe bazen vaardigen ook nieuwe regels uit)
- andere heren andere wetten (=nieuwe bazen willen nieuwe regels)
- er in stinken (=te grazen genomen worden, er in trappen)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen
