Spreekwoorden met `achterste`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `achterste`

  1. de voorsten doen wat de achtersten niet mogen (=wie eerst komt is in het voordeel)
  2. het achterste van je tong (niet) laten zien (=zich (niet) meteen laten kennen; (n)iets verbergen)
  3. het achterste voor (=omgekeerd)
  4. op de achterste benen/poten staan (=zeer verontwaardigd of boos zijn.)
  5. op je achterste zolder jagen (=beledigen, bang maken)

50 dialectgezegden bevatten `achterste`

  1. 'r achterste van je toenge nie loat'n zieën (=zich niet laten uithoren) (Veurns)
  2. 't achterste van de too nie loadn zien (=iets verzwijgen) (Kaprijks)
  3. a es nog stommer as 't achterste van e verken (=hij is oerdom) (Ninoofs)
  4. aan de achterste mem hange (=er niet bij horen) (Weerts)
  5. an d' achterste tette leggen (=Minder goed bedeeld zijn) (Veurns)
  6. An de achterste päppe lègen (=Slecht bedeeld worden) (Kampers)
  7. aste viël kamëraote hëbs, kraajgste ook viël vijande (=als je buigt voor de ene, laat je de andere je achterste zien) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. daaj hèt batse tot aon hêr k... (=die heeft een dik achterste) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. de achterste poat d'rfoor sette (=de puntjes op de i zetten) (Bildts)
  10. de beutre gaot diezn (=zijn achterste jeukt) (Kortemarks)
  11. de beutre goat diezn (=als iemand aan zijn achterste krabt zegt men) (lichtervelds)
  12. De boter goat afsloagen (=Over iemand die regelmatig aan zijn achterste krabt) (Lokers)
  13. de koaken van 't gat (=iedere helft van het achterste) (Sint-Niklaas)
  14. Det es 'n good boeëterjaor! (=Jeuk aan zijn achterste) (Weerts)
  15. E lotj 't achterste va ze gat ne zien (=Hij laat niet zien hoe hij is) (Liedekerks)
  16. e zeunow (=het achterste van een varken) (Kaprijks)
  17. em es zoe loemp as 't pejet van kristus; zoe loempas e verke; emes zoe loemp as het achterste van e pijët (=hij is erg dom) (Diesters)
  18. en kont oem hout oep te kappe; e dik gat; en dikke poep (=een dik achterste) (Diesters)
  19. én zen kaote lotte zien (=het achterste van zijn tong laten zien) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. ès zoe stom as 't achterste van e veirken (=hij is niet zo slim) (Sint-Niklaas)
  21. ge zi nog stommer dan 't achterste van een veirken (=je bent echt dom) (Sinnekloases en niekaarks)
  22. gif dèm 'nen trok onder zè gat (=geef hem een schop onder zijn achterste) (Sint-Niklaas)
  23. goa mee eu poepe van de zulle, en doe keiskes an eu voete (=ga met je achterste van de dorpel en doe je kousen aan) (Gents)
  24. He is zoe lomp as d' achterste van e vèrreke (=Hij is erg dom) (Koersels)
  25. Hebbie holtorren? (=Jeuk aan je achterste) (Rotterdams)
  26. Hebbie las van holtorren (=Heb je jeuk aan je achterste) (Rotterdams)
  27. Hi'j zit in 't achterste skip (=Hij is nog lang niet aan de beurt) (Giethoorns)
  28. hij ston op zien achterste poot'n (=hij was razend) (Westerkwartiers)
  29. holtorren of reet ketelsteen (=jeuk aan je achterste) (Rotterdams)
  30. ie lit ut achterste van zn tonge nie zien (=zwijgen) (Zeeuws)
  31. iemand ne stamp tegn zijn intpot geven dat hij al schrijven vurtlupt (=iemand een ferme schop tegen zijn achterste geven) (Zottegems)
  32. iene ne stamp tegen zeine inktpot geven dat'n al schreivd voits leupt (=iemand een trap tegen zijn achterste geven) (Buggenhouts)
  33. ik zal is onder awe put heuffen (=ik zal eens onder uw achterste stampen) (Mols)
  34. je krièèg ne schip oender ze vioole (=hij kreeg een schop tegen zijn achterste) (Kortemarks)
  35. je staot dierikt up zn achterste poîtn (=hij heeft een opvliegend karakter) (Kortemarks)
  36. je staot up zn achterste poîtn (=hij is kwaad) (Kortemarks)
  37. jeet e gat lik e broîmande (=hij heeft een dik achterste) (Kortemarks)
  38. jis zoî dom oft achterste van e peîrd (=hij is dom) (Kortemarks)
  39. kza ou ne kir ne schup onder ou voore geven (=een schop in het achterste geven) (Zottegems)
  40. Meun oo jikt, de beuter gau dieren. (=Als je aan je achterste krabt, zeg je) (Maldegems)
  41. ne schip in ou ol (=een schop onder uw achterste) (Moes)
  42. ne schip onder zijn kluutn géévn (=trap tegen zijn achterste geven) (Knesselaars)
  43. Ne schup in zijn gat (=Een schop in zijn achterste) (Eekloos)
  44. Ne schup onder aa gat geeve (=Een stamp tegen je achterste geven) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  45. ne shot onder aven inkpot (=een stamp tegen uw achterste) (Niels)
  46. nen trui achterste veuren oan ein (=per vergissing een pull met de voorzijde op de rug aanhebben) (Sint-Niklaas)
  47. Oep ze bakkes (ze gezicht; zenne smikkel ) gegoan, oep ze gat (zen achterste ) gevalle; eutgeschove; van den trap dondere (=gevallen) (Diesters)
  48. ol (=gat, achterste) (Meers)
  49. pastop vur 't achterste van 'n peird en 't vuurste van 'n vroumens (=wees voor alles op uw hoede) (Knesselaars)
  50. vör 't veurste van 'n vrouwmes en 't achterste van e paerd mojje oetkieke (=schone schijn bedriegt) (Weerts)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen