34 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `achter de`
- achter de coulissen kijken (=de echte toestand zien (ontdekken))
- achter de gordijntjes smullen (=in stilte opeten)
- achter de kiezen hebben (=opgegeten hebben)
- achter de knopen hebben (=opgegeten hebben)
- achter de puttings overboord vallen (=reddeloos verloren zijn)
- achter de rug om gaan (=iets stiekem doen)
- achter de rug zijn (=voorbij zijn)
- achter de schermen (=daar waar men het niet ziet)
- achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
- achter de schermen kijken (=kijken waar men normaal niet kan of mag kijken)
- achter de tralies (=opgesloten)
- achter de veren zitten (=opjagen)
- achter de vodden zitten (=opjagen)
- achter de wolken schijnt de zon (=alle nare dingen zijn tijdelijk en daarna wordt het beter)
- de ossen achter de ploeg spannen (=de zaak verkeerd aanpakken)
- een stok achter de deur (=een dreigement om iets gedaan te krijgen)
- flink wat achter de knopen hebben (=veel gegeten en gedronken hebben)
- het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
- het achter de oren hebben (=niet zo dom zijn als men lijkt)
- het paard achter de wagen spannen (=iets nutteloos doen of verkeerd aanpakken)
- het zwoerd/zwoord achter de oren hebben (=doof zijn)
- iemand achter de bank schuiven (=iemand minachtend behandelen)
- iemand achter de broek/veren/vodden zitten (=iemand aansporen/opjagen / nauwlettend volgen)
- iets achter de hand hebben (=iets ter beschikking hebben voor wanneer het nodig mocht zijn (bv nood))
- iets achter de kiezen steken (=iets eten)
- iets achter de knopen hebben (=iets is volbracht of voltooid)
- je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
- kruisjes achter de rug hebben (=tientallen jaren oud zijn)
- nog nat(/ niet droog) achter de oren zijn (=nog uiterst onervaren zijn, zodat men er niet over mee kan praten)
- ongenode gasten zet men achter de deur (=wie niet welkom is, laat men niet binnen of laat men zo lang mogelijk wachten)
- oude paarden jaagt men achter de schans (=oudere werknemers worden soms aan de kant gezet)
- troeven achter de hand houden (=iets voordeligs achterhouden, informatie achterhouden)
- van achter de koeien/ploeg komen (=van boerenafkomst zijn)
- ze achter de mouw hebben (=onoprecht zijn)
3 betekenissen bevatten `achter de`
- het is op een oor na gevild (=het is bijna klaar. Het is bijna achter de rug)
- je laatste troef uitspelen (=het laatste wat iemand achter de hand had naar buiten brengen)
- het is een slechte muis die maar een hol heeft (=je doet er best aan een alternatieve oplossing achter de hand te hebben)
50 dialectgezegden bevatten `achter de`
- 'Ij èt nag wel 'n achterpleggie (=hij heeft nog wel wat achter de hand) (Enkhuizens)
- 't achter de koêsn hem'm (=klaar zijn met eten) (Vechtdals)
- 't ooëi lopt achter de vorke (=dat meisje loopt te veel een jongen achterna) (Veurns)
- 't peerd achter de woag'n spann'n (=de zaak verkeerd aanpakken) (Westerkwartiers)
- 't perd achter de karre spann (=nutteloos werk doen) (Veurns)
- aachter tsjoap stond inne sjoen gesjoafde sjuppesteel (=achter de kast stond een mooi geschaafde spadesteel) (diepenbeeks)
- aater de mètskes kétse (=achter de meisjes lopen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aatër de vrolaaj kétse (=achter de vrouwen lopen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Achter 't gat (=achter de rug) (Bevers)
- achter d'ièërde [achter de aarde] (=achter de horizon) (Kaprijks)
- achter d'oechelen (=achter de struiken) (Kortenbergs)
- achter de bânk goeze (=Iets niet van belang vinden) (Weerts)
- achter de beskoittore om komme. (=Heel veel moeite doen.) (zaans)
- achter de boet gooien (=weggooien) (Westfries)
- achter de buu.kehèg ligge (=dood zijn) (Genneps)
- achter de buuke heg liggen (=begraven zijn) (Waalwijks)
- achter de kluud'n luup'n (=alles doen voor iemand) (Deinzes)
- achter de kluud' n luub' n (=Iets doen voor iemand) (Hansbeeks)
- achter de kont aan klets’n (=achter de rug om praten) (Klazienaveens)
- achter de mestpluus langs (=op z'n hondjes) (Voorthuizens)
- achter de pette (= (stil) bidden) (Lutters)
- achter de pette kieken. (=Bidden voor de maaltijd.) (Achterhoeks)
- achter de pette kiekn (=stil gebed waarbij de pet voor de ogen ging) (Zeeuws)
- achter de poeste weden (=achter adem zijn) (Drents)
- achter de weijr lopen (=spijbelen) (Waaslands)
- achter de witte kuz'n zitt'n (=In een psychiatrische inrichting verblijven) (Deventers)
- Achter dik (in Ter Heijde aan Zee) (=achter de dijk) (westlands)
- Al motte de kroaien ut uutbriengen. (=We zullen achter de waarheid komen.) (Flakkees)
- An hard lopen he-j nich völ, iej mot op tied van hoes goan. Wel te late is opstoan, möt n heeln dag op n draf goan (=achter de feiten aanlopen) (Twents)
- as 't mar wower es , stut achter de kèrk geschraive (=daar valt aan te twijfelen) (Tiens)
- Bachten de lochting (=achter de hof) (tielts)
- Bachtn de kupe (=achter de IJzer (Westhoek) ) (West-Vlaams)
- brommers kiekn (=achter de meisjes aan) (Vechtdals)
- D'r zat nun mutten achter de wjer en ij rokelde mee zijn kodde. (=Er zat een kalf achter de heg en het kwispelde met zijn staart.) (Kloosterzandes (Klôôsters))
- daaj twei stoeën iëlkën oeëved aater de streik te haagen en te helvërë (=dat koppeltje staat iedere avond achter de struiken mekaar te klemmen en te wrijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- daddistureen mee mos achter de knieje (=een meisje met geld) (Oudenbosch)
- dae liktj achter de batteri-j (van zien vrâw) (=hij is naar bed) (Weerts)
- dae mèt angere zien leid lachtj, steit ’t zien achter de däör te wachte (=boontje komt om z’n loontje) (Heitsers)
- de ketsjës ènt doenkël kniepe (=bij nacht en ontij achter de vrouwtjes zitten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de stok stijt achter de deur (=er wordt gedreigd met straf) (Westerkwartiers)
- Det kuulköpke mòt nog eine kwekker waere (=Hij is nog nat achter de oren) (Roermonds)
- die hee achter de zekkaar gelopen (=iemand met een sproetengezicht) (Ransts)
- die is nog niet dreug achter de oor'n (='t is nog een groentje) (Westerkwartiers)
- Drie k'raaien! (=U heeft drie pogingen om achter de waarheid te komen!) (Tilburgs)
- Dun bakker Thee Dihge ston achter dun teunbank mar verkneujde alles, hij kaen bihter bakken (=De bakker Theo Degen stond met een hoedje op achter de toonbank, hij verprutste daar alles, hij kan beter bakken) (Ewijk (Euiwwiks))
- één achter de boksem aan zitt'n (=iemand aansporen) (Westerkwartiers)
- Een zweunspeuste van achter de gaskant te scheuten. (=Hoe krijg je een oogzweertje) (Maldegems)
- èh éét de bolle van achter de steil geschot' n (komt van ' krulbolspel) (=Hij beging een stommiteit) (Eekloos)
- fezelèrs zèn kwezelèrs (=konkelfoezen, fluisteren achter de rug praten) (Meers)
- get bekoenkelfoeze (=iets achter de rug van een ander afspreken) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen