4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aan iemand`
- aan iemands leiband (=door iemand geleid)
- aan iemands lippen hangen (=aandachtig luisteren)
- aan iemands voeten liggen (=iemand vereren, een absolute fan van iemand zijn)
- een nagel aan iemands doodkist (=een groot verdriet of iemand die een groot verdriet veroorzaakt)
15 betekenissen bevatten `aan iemand`
- niet in iemands schaduw kunnen staan (=aan iemand absoluut niet kunnen tippen)
- je hart uitstorten (=aan iemand alles (in vertrouwen) vertellen)
- fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
- bij iemand in het krijt staan (=aan iemand iets schuldig zijn)
- iemands maat niet kunnen halen (=aan iemand niet kunnen tippen)
- bij iemand nog wel kunnen schoolgaan (=aan iemand nog een voorbeeld kunnen nemen)
- plat op de buik gaan (=aan iemand toegeven, zich overleveren)
- iemand niet kunnen luchten of zien (=een hekel aan iemand hebben)
- iemand wel kunnen villen (=erg kwaad zijn op iemand / Een erge hekel hebben aan iemand)
- geen schoner gewaad als een zedig gelaat. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- het gelaat is de spiegel der ziel. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- het zijn niet al ridders die sporen dragen (=je kunt niet alleen aan iemands uiterlijk afleiden of hij ergens geschikt voor is)
- een bril op de neus krijgen (=moeten gehoorzamen aan iemand)
- werk van iemand maken (=veel zorg aan iemand besteden)
- iemand wel kunnen schieten (=zich bijzonder ergeren aan iemand)
17 dialectgezegden bevatten `aan iemand`
- " In ne karreslagn gepist zeker?" (=Vraag aan iemand met een ontstoken oog) (Lokers)
- aoën iemëd zittë te foeëmëlë (=aan iemand zitten te 'plukken') (Munsterbilzen - Minsters)
- Bèsse van de trap aaf gevalle?? (=opmerking aan iemand die net naar de kapper is geweest (3) ) (Steins)
- bij iemëd ènt krijt stoeën (=schulden aan iemand hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae drejtj wi-j 'ne kernêl (=niet weten wat je aan iemand hebt) (Weerts)
- den'iën zyn dwud es den andr'n zyn brwud (=iemand verdient altijd aan iemand anders ongeluk) (Harelbeeks)
- Det es 'ne schoeëne heilige, mer hae mós ônger 'n stölp staon (=Je hebt niets aan iemand) (Weerts)
- Hae heet zich beej d'n duûvel gebeergtj (=Iets aan iemand vertellen die niet te vertrouwen is) (Weerts)
- iemand 't ei uit zè gat vroagen (=niet ophouden met aan iemand vragen te stellen) (Sint-Niklaas)
- iemës op zën slip zitte (=iemand van dichtbij volgen aan iemand kleven) (Munsterbilzen - Minsters)
- iets ein zijn soepe doen (=aan iemand iets proberen uitleggen) (Wetters)
- Jeen tei eut zeun gat vraugen (=veel vragen stellen aan iemand) (Maldegems)
- Noe bèste ei paar cent mië waerd!! (=opmerking aan iemand die net naar de kapper is geweest (2) ) (Steins)
- nog nie o zèn knoesele kommen (=niet kunnen tippen aan iemand) (Meers)
- Op 't lest van de merrentj lieërde de koupluj kinne (=Pas op het eind weet je wat je aan iemand hebt) (Weerts)
- uut 'et oog, uut 'et haart (=aan iemand die vertrokken is wordt niet meer gedacht) (Westerkwartiers)
- Wienië mòste truuk òm 't aaf te laote make?? (=Opmerking aan iemand die net naar de kapper is geweest (1) ) (Steins)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen