591 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `la`
- klaar als de dag. (=overduidelijk)
- klaar is kees (=het werk is klaar)
- klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)
- klare wijn schenken (=eerlijk en duidelijk vertellen hoe de situatie in elkaar steekt)
- klauwen en nagels hebben (=zich kunnen verdedigen)
- korte afrekening maakt lange vriendschap (=snel terugbetalen (teruggeven) voorkomt ruzie)
- korte rekeningen maken lange vriendschappen. (=financiële geschillen moet je direct oplossen)
- koud en heet uit één mond blazen. (=verschillende standpunten innemen om zijn eigen belangen te dienen)
- krakende wagens lopen/rijden het langst (=nieuw hoeft niet altijd beter te zijn / mensen die vaak ziek zijn worden vaak toch heel oud)
- laag bij de grond (=oneerlijk, unfair)
- laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
- laat maar zitten (=het is goed zo)
- lach als je begraven wordt (=dat is geen reden om te lachen)
- lachen als een boer die een hoefijzer vindt (=tevreden lachen)
- lachen als een boer met kiespijn (=lachen zonder echt blij te zijn)
- lachen is het beste medicijn (=lachen is goed voor je gezondheid.)
- lachende monden, bijtende honden. (=mensen die vriendelijk of aardig lijken, kunnen in werkelijkheid kwade bedoelingen hebben)
- landen verzanden, zanden verlanden. (=alles verandert)
- lang genoeg in de kreupelstraat gewoond hebben (=lang genoeg in de problemen gezeten hebben)
- lang vasten is geen brood sparen. (=honger lijden is niet hetzelfde als geld besparen)
- lange tenen hebben (=lichtgeraakt zijn)
- lange vingers hebben (=veelvuldig stelen)
- langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
- lapsus calami (=schrijffout) (Latijn)
- lapsus memoriae (=aan het geheugen ontsnapt) (Latijn)
- larie en apekool (=totale onzin)
- last van vliegen hebben (=stotteren)
- late haver komt ook op (=het is niet omdat iets laat komt, dat het niet goed zou zijn)
- laten waaien (=verwaarlozen, zich er niets van aantrekken)
- laten we elkaar geen mietje noemen (=laten we precies zeggen hoe we denken over de ander)
- lazarus zijn (=dronken zijn)
- lekker is maar één vinger lang (=oppervlakkige genoegens geven ook maar een betrekkelijke voldoening. / leuke dingen duren meestal maar erg kort)
- leven en laten leven (=iemand of iets z`n gang laten gaan en niet mee bemoeien)
- maak geen slapende honden wakker (=zwijgen over iets, om te voorkomen dat een autoriteit op het idee komt om er werk van te maken)
- maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
- meer laden dan men dragen kan (=te veel hooi op zijn vork nemen)
- meeuwen op het land, onweer aan het strand. (=als meeuwen het binnenland intrekken omdat er slecht weer op zee is)
- mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
- men heeft daar latten op het dak (=daar wordt afgeluisterd)
- met alle zonden van Israël beladen worden (=voor alles de schuld krijgen)
- met beslagen paarden op het ijs komen. (=goed voorbereid zijn voor zijn taak)
- met blindheid geslagen zijn (=verblind zijn, volkomen gebrek hebben aan inzicht)
- met de Franse slag (=slordig, met weinig aandacht uitgevoerd)
- met de kuikens gaan slapen. (=vroeg naar bed gaan)
- met een lantaarn te zoeken (=heel zeldzaam , moeilijk te vinden)
- met je hoed in je hand kom je door het ganse land (maar met je pet op je test kom je er ook best) (=met beleefdheid kun je veel bereiken)
- met lange tanden eten (=met tegenzin eten)
- met ongebroken lading wegzeilen (=zich zonder gezichtsverlies uit de situatie redden)
- met stomheid geslagen (=plotseling geen woord meer kunnen zeggen)
- met vlag en wimpel slagen (=met een zeer goede beoordeling slagen)
568 betekenissen bevatten `la`
- een rak in de wind (=met veel werk langzaam vooruit komen (een lang recht stuk tegenwind zeilen))
- de draad van Ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)
- het staal wordt in de wind gehard. (=moeilijkheden en tegenslagen kunnen je sterker maken)
- overstag gaan (=na aandringen/lang er mee wachten toegeven)
- na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
- de tijd heelt alle wonden (=na lange tijd zal de pijn vanzelf over gaan)
- terugverlangen naar de vleespotten van Egypte (=naar de goede tijden terugverlangen)
- de zeug loopt met de tap weg (=nalatigheid is hier troef)
- niet in tel zijn (=niet belangrijk genoeg zijn of genegeerd worden door anderen)
- een kind om een boodschap sturen. (=niet de juiste persoon iets op laten lossen)
- aan de middelhand zitten (=niet eerst of laatst moeten spelen)
- een goed paard maakt nog geen goede ruiter. (=niet enkel de middelen tellen, ook de vaardigheid is belangrijk om resultaat te krijgen.)
- het is niet iedereen gegeven ajuin met droge ogen te schillen (=niet iedereen doet het onaangename met de glimlach)
- met iemand niet willen oversteken (=niet in iemands plaats willen zijn)
- de slappe lach hebben/krijgen (=niet kunnen stoppen met lachen)
- overboord werpen (=niet langer gebruiken, ervan afzien)
- weer op de been zijn (=niet langer ziek zijn)
- geen krimp geven (=niet opgeven, doorgaan zonder te klagen)
- geen teken van leven meer geven (=niets meer van zich laten horen)
- het vat der Danaïden vullen (=nooit klaar komen met het werk)
- iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
- met de noorderzon vertrekken (=onaangekondigd vertrekken en niets meer van zich laten horen)
- in een deuk liggen (=onbedaarlijk lachen)
- per couvert (=onder omslag)
- twee linkerhanden hebben (=onhandig zijn, werk altijd laten mislukken)
- wachten tot je een ons weegt (=onmogelijk lang wachten)
- aan de dijk zetten (=ontslaan)
- uit het zadel wippen. (=ontslaan of uit een functie zetten)
- de schop krijgen (=ontslagen worden)
- de zak krijgen (=ontslagen worden)
- op de keien komen (=ontslagen worden)
- op straat staan/zitten (=ontslagen zijn - geen onderdak meer hebben)
- de ogen voor iets sluiten (=oogluikend toelaten)
- op alle slakken zout leggen (=op alle onbelangrijke dingen commentaar hebben)
- het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- van bruiloft komt bruiloft. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- loco citato (=op de aangehaalde plaats)
- aan een goed kantoor zijn (=op de juiste plaats zijn)
- hoc loco (=op deze plaats)
- komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
- in het zicht van de haven schipbreuk lijden (=op het laatste nippertje nog verliezen)
- op de valreep (=op het laatste ogenblik)
- ter elfder ure (=op het laatste ogenblik)
- elkaar vliegen afvangen (=op onbeduidende details elkaar beconcurreren dan wel duidelijk willen laten uitkomen dat men zelf gelijk heeft en de ander niet)
- op z`n dooie akkertje (=op zijn gemak, heel rustig, heel langzaam)
- lekker is maar één vinger lang (=oppervlakkige genoegens geven ook maar een betrekkelijke voldoening. / leuke dingen duren meestal maar erg kort)
- over koetjes en kalfjes praten (=over allerlei onbelangrijke dingen praten)
- eerst komt het eten dan de moraal. (=overleven is belangrijker dan het volgen van regels.)
- als het kalf verdronken is dempt men de put (=pas als het te laat is, neemt men maatregelen)
- in duigen vallen (=plannen die niet doorgaan / uiteenvallen - verloren gaan)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen