Spreekwoorden met `er`

Zoek


2030 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `er`

  1. de vierschaar spannen. (=een rechtzitting houden. (vierschaar = middeleeuws gerechtelijk bestuur))
  2. de vijl erover laten gaan (=er de scherpe kantjes van afhalen)
  3. de vinger aan de pols houden (=in de gaten houden of alles goed gaat)
  4. de vinger op de wond leggen (=precies aangeven waar het probleem zit)
  5. de vingers jeuken hem (=het bijna niet kunnen laten er op los te slaan)
  6. de vis is de boet niet weerd (=het sop is de kool niet waard)
  7. de visjes gaan voeren (=zeeziek zijn en overgeven)
  8. de vloer aanvegen met iemand (=iemand gemakkelijk kloppen/verslaan)
  9. de vogel over het net laten vliegen (=goede kansen niet aangrijpen)
  10. de vogel over het touw laten gaan. (=een kans niet benutten)
  11. de voorsten doen wat de achtersten niet mogen (=wie eerst komt is in het voordeel)
  12. de vrucht der ervaring rijpt niet aan jonge takken (=de verstandigste opmerkingen komen van oudere mensen)
  13. de vruchten zullen de beloften der bloemen overtreffen (=het is nu al goed, maar het eindresultaat wordt nog veel beter)
  14. de wal keert het schip (=door beperkingen enigerlei niet verder kunnen)
  15. de wens is de vader van de gedachte (=je gelooft iets, omdat je wil dat het zo is)
  16. de wereld draait door (=het leven gaat gewoon door, ondanks problemen.)
  17. de wereld in een doosje hebben (=tevreden en gelukkig zijn met wat iemand heeft)
  18. de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  19. de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  20. de wereld op zijn duim kunnen draaien (=alles doen wat iemand wil)
  21. de wereld wil bedrogen zijn. (=mensen trappen steeds weer in hetzelfde praatje)
  22. de wijde wereld ingaan/intrekken (=(onbezorgd) op reis vertrekken)
  23. de wijde wereld intrekken (=het verkennen van nieuwe plaatsen, ervaringen en mogelijkheden buiten het vertrouwde)
  24. de wind eronder hebben (=de ondergeschikten hebben angst)
  25. de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
  26. de wolf zal met het lam verkeren. (=er zal vrede zijn)
  27. de zee is altijd zonder water. (=hebberige mensen willen altijd meer)
  28. de zon in het water kunnen zien schijnen (=kunnen verdragen dat een ander ook iets krijgt)
  29. de zon niet in het water kunnen zien schijnen (=jaloers zijn, iets niet kunnen verdragen)
  30. de zweep erop leggen (=afdrijven, opjagen)
  31. denken moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd (=niet te veel denken maar doen)
  32. denken moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd. (=je moet niet te veel denken)
  33. denkt aleer gij doende zijt en doende denkt dan nog. (Guido Gezelle) (=maak een plan alvorens ergens aan te beginnen, en stel tijdens de activiteit het plan bij indien nodig)
  34. dertien ogen gooien (=onmogelijk veel geluk hebben)
  35. die geboren is om te hangen, zal niet verdrinken. (=je kunt je lot niet ontlopen.)
  36. die perzik smaakt naar meer (=dat is gunstig - nog van dat!)
  37. die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
  38. die vlieger gaat niet op (=die gedachte gaat niet lukken)
  39. donderbuien zuiveren de lucht. (=een ruzie kan een hangende situatie oplossen)
  40. donkere morgens mooie dagen. (=een slecht begin hoeft geen mislukking te zijn)
  41. dood en verderf zaaien (=grote schade of vernietiging veroorzaken.)
  42. door de achterdeur weer binnenkomen (=onverwacht terugkomen op een afgeronde situatie)
  43. door de bomen het bos niet meer zien (=door alle details het overzicht verliezen)
  44. door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
  45. door de ouderdom wordt de wolf grijs. (=mildheid komt met de jaren)
  46. door de wol geverfd zijn (=brutaal , schaamteloos zijn)
  47. door een donkere bril bekijken (=op een pessimistische manier bekijken)
  48. door een eiken plank kunnen zien als er een gat in zit (=niet zo bijzonder zijn als je je voordoet)
  49. door het hennepen venster kijken (=opgehangen worden)
  50. door het verleden achtervolgd worden (=problemen of fouten van vroeger blijven invloed hebben.)

3393 betekenissen bevatten `er`

  1. de dingen op hun kop zetten (=de dingen verkeerd of omgekeerd bekijken)
  2. die de minste tanden hebben, kauwen het meest (=de domste mensen voeren gewoonlijk het hoogste woord)
  3. het waren allebeiden vuilaards. (=de een verwijt de ander iets waaraan hij zich)
  4. de eerste stoot opvangen (=de eerste problemen opvangen)
  5. het oog ziet altijd van zich af (=de eigen fouten ziet men niet, maar andermans fouten altijd wel)
  6. de eigen boontjes doppen (=de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen)
  7. het bloed spreekt (=de familieband doet zich opmerken)
  8. de admiraal heeft geschoten. (=de gastheer heeft het sein gegeven te gaan eten.)
  9. olie op de golven gieten/gooien (=de gemoederen kalmeren)
  10. als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
  11. de rokende vlaswiek niet uitblussen (=de ijverigheid niet doven)
  12. eén onderrok trekt meer dan twee paarden. (=de invloed van een vrouw is heel sterk)
  13. een vrouwenhaar trekt sterker dan tien paarden. (=de invloed van een vrouw is zeer sterk)
  14. zoals de ouden zongen piepen de jongen (=de jongeren leren het van de ouderen)
  15. de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
  16. aan een zijden draadje hangen (=de kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt erg weinig)
  17. de spijker op de kop slaan (=de kern van de zaak benoemen)
  18. de jongste schepen wijst het vonnis (=de kinderen willen het het best weten)
  19. de laatste der Mohikanen zijn (=de laatste zijn die nog ergens in gelooft)
  20. door het kluisgat aan boord komen (=de lagere rangen doorlopen alvorens bevelhebber te worden)
  21. de bazuin steken (=de lof verkondigen)
  22. de draad kwijt zijn (=de loop van het verhaal niet meer kunnen volgen)
  23. van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
  24. de krenten uit de pap halen (=de meest aantrekkelijke gedeelten voor zichzelf bestemmen, bijvoorbeeld de meest interessante taken uit een omvangrijk werk)
  25. eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
  26. er is meer gelijk dan eigen gelijk (=de mening van anderen telt ook)
  27. er is meer dan een koe die blaar/bles heet (=de mening van anderen telt ook)
  28. door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
  29. de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
  30. homo homini lupus (=de mens benadert zijn medemens als een wolf)
  31. de mens wikt, maar God beschikt (=de mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt)
  32. de rotte appels uit de mand halen (=de minder getalenteerde personen wegsturen, de minder goede dingen sorteren van de goede dingen)
  33. het slechtste wiel van de wagen kraakt meest. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  34. ijdele tonnen rollen het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  35. holle vaten klinken het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  36. geen zorgen voor morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=de moeilijkheden van vandaag zijn genoeg om je zorgen over te maken)
  37. iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
  38. nomen nescio (=de niet genoemde persoon)
  39. niet door de beugel kunnen (=de norm overschrijden van wat aanvaardbaar of behoorlijk is)
  40. vreemde ogen dwingen (=de ogen van een vreemde heeft meer invloed op je dan van een bekende)
  41. de bordjes zijn verhangen (=de omstandigheden zijn veranderd)
  42. de wind eronder hebben (=de ondergeschikten hebben angst)
  43. de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
  44. op de pianist schieten (=de onschuldige (de brenger van het nieuws) straffen)
  45. het middel is erger dan de kwaal (=de oplossing veroorzaakt nog meer schade)
  46. over de rooie gaan (=de perken te buiten gaan)
  47. als een spin in het web (=de persoon of organisatie waar alles om draait)
  48. met zijn talenten woekeren (=de persoonlijke mogelijkheden/gaven goed gebruiken)
  49. roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
  50. het vuur aanblazen (=de ruzie erger maken)

50 dialectgezegden bevatten `er`

  1. Bin d'r beuzig van! (=Moet er niets van hebben!) (Rijsoords)
  2. bin dr die at er nie bin me toch mossen wezen (=er zijn) (Zeeuws)
  3. bin ik er ientje van de Stuejkeraaip? (=je slaat mij over!) (Volendams)
  4. binndeur is nooit um (=er niet omheen draaien) (Twents)
  5. Binne der gien waarme flippe mear? (=Zijn er geen warme broodjes meer?) (Volendams)
  6. Blafterer poewete vanaf (=blijf er af) (Diesters)
  7. Blauwblauw (=Praat er maar niet over) (Amsterdams)
  8. blèèft ur meej oew pòlle van aaf!! (=blijf er met je handen af!!) (Tilburgs)
  9. Blie da'k tur bin (=Blij dat ik er ben) (Lunters)
  10. blie der af me aow peggen (=blijf met je handen er vanaf) (Brabants)
  11. Blief met de klamotten d’r af , of ik krieg ow be’j de klammieten. (=Blijf met de vingers er vanaf anders pak ik jou) (achterhoeks)
  12. Blieft d’r met de jatten / peute van af! (=Blijf er met je handen van af!) (Aaltens)
  13. blieft er nou us mé oe fikkes vanaaf (=blijf er nou eens vanaf!) (Budels)
  14. blijf mèt zëne bebber ter tëssen aut (=bemoei er u niet mee) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. blijven ojeme en de wiës nog honned jaor aad (=hoop doet leven, en zolang er leven is is er hoop) (Bilzers)
  16. Boeit nie! (=Dat doet er niet toe...) (Eindhovens)
  17. bovenèirems: ' t Zat er bovenèirems op (=Het was grote ruzie / er vielen klappen) (Lebbeeks)
  18. Brandt er nog licht (=Heeft u nog genoeg geld) (Monnickendams)
  19. bäökendje keuj en fluitendje vrolli-j douge neet (=als koeien honger lijden en vrouwen lui zijn, komt er ongeluk van) (Weerts)
  20. bäökendje keuj en fluitentje vrolli-j doûge neet (=als koeien honger hebben en vrouwen lui zijn, komt er ongeluk van) (Weerts)
  21. d n uitval zal ut goed motte maoke (=we zullen er maar het beste van hopen) (Oudenbosch)
  22. d r zittum un scheet dwars (=er zit hem iets dwars) (Oudenbosch)
  23. d´r stoef bij laans (=er dicht bij langs) (Westerkwartiers)
  24. d' Endeklokke luit (=er is iemand gstorven (te horen aan de klok op de kerk) ) (Avelgems)
  25. d' er de koede kurs van kriegn (=het grondig beu zijn) (Veurns)
  26. d' er de peez' op legg'n (=zich hard inspannen) (Veurns)
  27. d' er duumedkk' op lign (=duidelijk overdreven zijn) (Veurns)
  28. d' er kunn achter sjchuufeln (=er kunnen naar fluiten) (Veurns)
  29. d' er mi ze klakk' achter smietn (=ernaar raden) (Veurns)
  30. d' er ze kot in en (=heimelijke voldoening beleven aan) (Veurns)
  31. D' er ze schcoeërs oender steek'n (=Zich voor iiets nzetten) (Veurns)
  32. D' er zit veel poer acht'r (=Het gaat goed vooruit) (Hansbeeks)
  33. d'er an toelêën (=er geld bij inschieten) (Kaprijks)
  34. d'er attêjns op doen (=er op letten) (Kaprijks)
  35. d'er e gat op vandee goan (=er flink op vooruit gaan) (Opwijks)
  36. d'er gieën afdroaë mee ên (=er niks mee te maken hebben) (Kaprijks)
  37. d'er nie van gediend zijn (=er niet blij mee zijn) (Kaprijks)
  38. d'er van weedn (ij weet-ervan) (=er last van hebben (hij heeft er last van)) (Kaprijks)
  39. d'eran toesteekn (=er financieel nadeel van hebben) (Kaprijks)
  40. d'n die is ongelukkig geboruh (=er waren complicaties bij zijn geboorte) (Hendrik-Ido-Ambachts)
  41. d'n die ziet druit alsof ze in d'r nest zaikt (=zij ziet er onhygiënisch uit) (Hendrik-Ido-Ambachts)
  42. D'n dood is er nie mee gemoeid (=Het valt wel mee) (kerkdriels)
  43. d'n duûvel schitj altieëd op de groeëtste houp (=iemand die het al goed gaat, wordt er meestal nog beter van) (Weerts)
  44. d'r benn'n koabers op 'e kust (=er melden zich gegadigden) (Westerkwartiers)
  45. d'r benn'n koapers op de kust (=er zijn er meer die dat willen hebben) (Westerkwartiers)
  46. d'r benn'n meer huuz'n as kerk'n (=er zijn meer werklui dan rijkelui) (Westerkwartiers)
  47. d'r benn'n meer koapers op 'e kust (=er zijn meer belangstellenden) (Westerkwartiers)
  48. d'r benn'n meer ziende mens'n die blind benn'n, as blinde mens'n die niet zien kenn'n (=sommige mensen weten niet wat er in de wereld te koop is) (Westerkwartiers)
  49. d'r benn'n zat hapkes en sapkes (=hapjes en drankjes zijn er genoeg) (Westerkwartiers)
  50. d'r blift veul ann'e striekstok hang'n (=er worden veel onkosten gemaakt) (Westerkwartiers)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen