958 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `al`
- een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
- een vogel zingt zowel van armoe als van weelde. (=je kan positief zijn onder alle omstandigheden)
- een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
- een vriendelijk gezicht brengt overal licht (=een vrolijk persoon weet vaak meer te bereiken dan een nors persoon)
- een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (=feministische uitspraak)
- een waarheid als een koe (=iets totaal vanzelfsprekends)
- een wit voetje halen (=een goede indruk maken bij de leider(s))
- een woord op zijn pas is een daalder waard (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
- een woord op zijn pas is zo goed als geld in de tas (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
- een zalfje op de wond (=iets dat het leed verzacht)
- een zeperd halen (=afgaan)
- een zwaluw maakt de lente niet (=een omstandigheid laat nog geen eindconclusie toe)
- één zwaluw maakt nog geen zomer (=één positieve gebeurtenis betekent niet dat alle problemen opgelost zijn.)
- een zware bevalling. (=iets waar je hard voor moet werken)
- een zweetje op iets halen (=zich ergens fel voor inspannen)
- eerst komt het eten dan de moraal. (=overleven is belangrijker dan het volgen van regels.)
- eet vis, als er vis is. (=een gunstige gelegenheid moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.)
- eind goed, al goed (=de tegenslagen zijn gauw vergeten als het goed afloopt)
- elk meent zijn uil een valk te zijn (=ieder denkt het beste over de eigen prestaties)
- elk vogeltje zingt zoals het gebekt is (=ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvattingen bepaald worden)
- elkaar de bal toespelen (=elkaar voordeeltjes bezorgen)
- er als de kippen bij zijn (=er razendsnel bij zijn)
- er als een berg tegen opzien (=iets voor zichzelf beschouwen als een zeer moeilijke, of onplezierige, taak of omstandigheid)
- er de balen van hebben (=iets niet meer leuk vinden en willen dat het stopt)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- er een halszaak van maken (=iets heel erg aantrekken en ernstig nemen)
- er geen bal van weten (=niets ervan weten)
- er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
- er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
- er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
- er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
- er niet om malen (=iets onbelangrijk vinden)
- er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
- er over vallen (=zich een probleem aantrekken)
- er paal en perk aan stellen (=orde op zaken stellen)
- er uitzien als de dood van Ieper (=er slecht uitzien)
- er uitzien als een parnas (=er goed uitzien)
- er uitzien als melk en bloed (=er gezond uitzien)
- er verstand van hebben als een kraai van een zaterdag (=er geen verstand van hebben)
- er zal geen haan naar kraaien (=dat zal niemand te weten komen)
- er zijn altijd meer zwijgers dan sprekers (=lang niet iedereen komt altijd voor zijn mening uit)
- er zijn maal wel mee kunnen doen (=er wel mee toekomen)
- erbij liggen als een blei (=niet meer bewegen)
- ergens als kind in huis zijn (=ergens bekend of goed behandeld worden)
- ergens gezien zijn als een rotte kool bij een groenvrouw (=er niet graag gezien zijn)
- eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
- eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
- eruit zien om door een ringetje te halen (=er keurig uitzien)
- esprit de l escalier (=geestig idee dat te laat komt)
- eten als een dijker. (=onbeschoft veel eten.)
1078 betekenissen bevatten `al`
- eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
- dat zijn twaalf eieren en dertien kuikens. (=een meevaller)
- de wind waait uit die hoek (=een mening van iemand uit een bepaalde groep/partij)
- de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.)
- een aardige stuiver/duit (=een mooi kapitaal)
- een flater slaan (=een nogal domme fout maken)
- een tegenslag (=een onverwacht nadelig feit of voorval)
- nood doet zelfs oude vrouwen rennen (=een onverwachte situatie kan verrassende kwaliteiten naar boven brengen (vergelijkbaar met `angst geeft vleugels`))
- een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
- op oud ijs vriest het licht (=een oude kwaal komt gemakkelijk weer boven)
- een geeltje van de plank nemen (=een oude preek herhalen)
- één zwaluw maakt nog geen zomer (=één positieve gebeurtenis betekent niet dat alle problemen opgelost zijn.)
- met beide benen op de grond staan (=een realist zijn)
- zo rood als een kreeft (=een rode kleur hebben. (kreeft wordt knalrood tijdens het koken))
- doekje voor het bloeden (=een schrale troost, of een ontoereikende, slechts symbolische maatregel)
- te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
- een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
- een broodje aap (=een verzonnen verhaal dat als waarheid wordt verspreid.)
- vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)
- honoris causa (=eershalve)
- de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
- een vogel in de auto rijden (=elk geval kan overal mee leven)
- hou en trouw (beloven) (=elkaar overal (zullen) helpen)
- onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers (=er bestaan nu eenmaal merkwaardige mensen)
- de vijl erover laten gaan (=er de scherpe kantjes van afhalen)
- je schaapjes scheren (=er de winst uithalen)
- er een slaatje uit slaan (=er een voordeeltje uit halen)
- er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
- de beer is los (=er gebeurt opeens van alles; er ontstaat ruzie of paniek)
- er geen tittel of jota van afweten (=er helemaal geen kennis van hebben)
- ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
- zolang er leven is, is er hoop (=er is altijd hoop, dus geef nooit op!)
- een varken heeft wel een krul in zijn staart. (=er is altijd iets om trots op te zijn)
- het gras is altijd groener bij de buren (=er is altijd iets te vinden om jaloers op te zijn)
- er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
- een baas boven baas zijn (=er is altijd wel iemand die het beter kan of het beter denkt te kunnen)
- het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
- geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
- het is daar altijd elf ogen. (=er is daar altijd onenigheid.)
- met tijd en stond, gaat men de wereld rond. (=er is een juiste tijd is voor alles en sommige dingen hebben tijd nodig)
- doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
- geen erger venijn dan kwade tongen. (=er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.)
- er kaas aan hebben (=er maling aan hebben)
- ieder huisje heeft zijn kruisje (=er mankeert overal wel iets)
- je in allerlei bochten wringen (=er op alle mogelijke wijzen proberen onderuit te geraken)
- zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
- er komt een dominee voorbij (=er valt een plotselinge stilte in een rumoerig gezelschap)
- je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- elke gek heeft zijn gebrek (=er valt op iedereen wel iets aan te merken)
50 dialectgezegden bevatten `al`
- hëbstë zën eege al ës goed bëkiek (=keer voor je eigen deur !) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hedde al n'vrijer (=heb je al een vriendje) (Brabants)
- Hedde die hurren uijer al bekéé'e (=Heb je haar boezem al gezien) (Lommels)
- hedde dr al un botje in (=kun je hem al omhoog krijgen) (Betuws)
- hedde gij dè al geheurd? (=heb je het al gehoord?) (Brakels (gld))
- Hedde gij ut al geheurd (=Heb jij het al gehoord) (Geldrops)
- Hedde t al geheurd? (=Heb je het al gehoord?) (Siebengewalds)
- Hedde ut al geheurd (=Heb jij het al gehoord) (Werkendams)
- Heddet al geheurd? (=Heb je het al gehoord?) (Geldermalsens)
- hee hef ' n bestn skoer op / hee is al aardig dikke / hee hef de koar vol (=hij is erg dronken) (Twents)
- hee ze legge (=liggen de kinderen al op bed) (Lopiks)
- heejt je wief al uh keujt (=Is je vrouw al bevallen) (Elspeet)
- Heij 't heurt? (=Heb je het al gehoord?) (Klazienaveens)
- heirsem al op zen zokke aofkaome (=hij gaat stilaan op zijn doel af) (Bilzers)
- Hej `t al eheurd of Hej `t al heurd (=Heb je het al gehoord) (Hoogeveens)
- Hej ut heuj al an. (=Heb je het hooi al van het land. Ben je al klaar.) (Oldebroeks)
- Heje t geheur (=Heb je het al gehoord) (Renkums)
- Hejet al ehoord dan (=Heb je het al gehoord dan?) (Bollenstreeks)
- hër blumpke ès al lang geplokke (=ze is geen maagd meer) (Munsterbilzen - Minsters)
- hest ut al hoort? (=heb je het al gehoord?) (Leewarders)
- Hest ut al sien (=Heb je het al gezien) (Snekers)
- het gijt deur al moet d' onnerste steen boov' m komm' n (=het gaat hoe dan ook door) (Westerkwartiers)
- het is op goei komende wegen (=het schiet al aardig op) (brabants)
- het kloeërt al get op (=de lucht klaart al wat op) (Munsterbilzen - Minsters)
- het trèk al op (=de lucht klaart op) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hey, hije r al hear op? (=Hoi meisje, hoe oud ben je?) (Flakkees)
- Hi-j hef ' m al de 24 nie ' t kissie in zittn. (=hij is niet goed wijs) (Vechtdals)
- hie heit ut al an mien verzeit (=hij heeft het al aan mij beloofd) (Flakkees)
- hie, taege en dao intösse höbbe al väöl veugelkes gesjaete, die noe nog gein vötje höbbe (=ondertussen kan veel gebeurd zijn) (Heitsers)
- hiej en tiege en doa entüsse hubbe ter al vvêl viegelkes gesjiete die nuuw noeg gei koentje hubbe (=we zullen wel zien zonder voorbarig te zijn) (Opglabbeeks)
- Hij de schônen al an(klompen uit) (=Heb je het werk er al opzitten?) (oldebroeks)
- Hij de schoonen al an (=Ben je al gereed met de bezigheden) (oldebroeks)
- Hij duurt dat al genne niet (=Hij durf dat beslist niet) (Hoogeveens)
- hij haar al wel veur hietere vuur'n stoan (=hij had al wel grotere problemen opgelost) (Westerkwartiers)
- hij het de heule pot verteerd (=hij heeft al zijn geld erdoor gebracht) (Westerkwartiers)
- hij holdt zich vaast aan 'n strohalm (=hij houdt hoop, al is de kans van slagen gering) (Westerkwartiers)
- hij is al de riêp aaf (=hij is al weg) (Overpelts)
- hij is an leger waal roakt (=hij heeft al zijn bezittingen verspeeld) (Westerkwartiers)
- hij is em al gepeerd (=Hij is al weg) (Westlands)
- hij ís van 'e eerste leug'n niet borst'n (=hij liegt nog al eens een keer) (Westerkwartiers)
- hij is zo aarm as job (=hij heeft al zijn geld verspeeld) (Westerkwartiers)
- hij lopt de kaandjes d'r wat oaf (=hij doet niet al te veel) (Westerkwartiers)
- Hij löp al (=Hij loopt al) (hoogeveens)
- hij moakt het al te bont (=hij maakt het wel heel erg bont) (Westerkwartiers)
- hij nèjter nog al op (=hij doet alles heel snel) (Heziks)
- hij vragt noar de bekende weg (=hij vraagt iets waarvan hij het antwoord al weet) (Westerkwartiers)
- hij was al vroeg ien 'e weer (=hij was reeds vroegtijdig aan het werk) (Westerkwartiers)
- hij was lamsloag'n (=hij had al zijn moed verloren) (Westerkwartiers)
- hij zocht noar 't peerd woar d'r op zit (=hij zoekt naar iets wat hij al heeft) (Westerkwartiers)
- hij-je al 'n scharreltjen? (=heb je al een beetje verkering?) (Huizers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen