352 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `men`
- zo ziet men weer hoe een dubbeltje rollen kan (=zo zie je maar hoe het kan gaan)
- zwemmen als een vis kunnen (=een expert zijn in zwemmen)
737 betekenissen bevatten `men`
- rozen voor de varkens/zwijnen strooien (=iets goed doen voor mensen die dat niet waarderen)
- van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
- er de boot mee ingaan (=iets hebben ondernomen, dat tot een totale mislukking heeft geleid)
- veel stof doen opwaaien (=iets heeft grote invloed op wat er leeft bij mensen)
- er een halszaak van maken (=iets heel erg aantrekken en ernstig nemen)
- baat het niet, schaadt het niet (=iets kan helpen, maar als het niet helpt zal het geen problemen geven)
- er geen speld tussen kunnen krijgen (=iets klopt precies, geen gelegenheid krijgen in een gesprek ertussen te komen)
- menen ligt dicht bij Kortrijk (maar verre van Waregem) (=iets menen is niet genoeg; je moet er zeker van zijn.)
- iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
- iets met een korreltje zout nemen (=iets niet helemaal voor waarheid aannemen)
- iets niet met zijn geweten overeen kunnen brengen (=iets niet kunnen doen omdat men het niet goed vindt)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
- iets voor zijn verantwoording nemen (=iets op zich nemen)
- een kink in de kabel komen (=iets tussen komen)
- rozen op het pad strooien. (=iets veraangenamen.)
- iets van de achterwacht vernemen (=iets vernemen na veel omwegen)
- uit de school klappen (=iets vertellen wat men niet mag zeggen)
- met iets op de proppen komen (=iets vertellen, ermee voor de dag komen)
- een heilige koe (=iets waar je niet aan mag komen en zuinig op bent, voor sommige mensen is dat bijv. een auto)
- het zwaard van Damocles (=iets wat snel of ieder moment kan gebeuren)
- wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
- willen vliegen eer men vleugels heeft (=iets willen doen nog voor men het geleerd heeft)
- op eigen houtje doen (=iets zelfstandig (eventueel op eigen initiatief) ondernemen)
- de kast indraaien. (=in de gevangenis komen.)
- de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
- tussen de wal en het schip geraken (=in de knel komen, iets raakt per ongeluk verloren of zoek)
- de ogen zijn de spiegels der ziel (=in de ogen van een persoon herkent men het karakter)
- knijp zitten (=in de problemen zitten)
- iemands licht betimmeren (=in de weg staan - het licht benemen)
- in de goot (=in de zware problemen)
- een kat in het donker/nauw maakt rare sprongen (=in een benarde situatie doet men vreemde dingen)
- hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
- aan de bedelstaf raken (=in een situatie terechtkomen waarin je geen geld of bezittingen meer hebt)
- het zwart op wit hebben (=in geschreven of gedrukte vorm. Gedocumenteerd)
- op grote schaal (=in het groot , zeer veel voorkomend)
- je maag wel aan de kapstok kunnen hangen. (=in moeilijke financiële omstandigheden verkeren waardoor men weinig eten kan kopen.)
- nood leert bidden (=in nood leert men anderen om hulp vragen)
- te hoop lopen (=in opstand komen)
- wie olie meet wordt er vet van (=in slecht gezelschap wordt men slecht)
- semper crescendo (=in sterkte toenemend)
- geen profeet is in zijn (eigen) land geëerd (=in tegenstelling tot vreemden, zijn mensen uit je woonplaats minder bereid te luisteren)
- in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
- in zijn vaandel schrijven (=in zijn programma opnemen)
- aan de heidenen overgeleverd (=in zware moeilijkheden - in de macht van mensen zonder scrupules)
- een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
- je voor de kop schieten (=inzien dat men een grote stommiteit gedaan heeft - zelfmoord plegen)
- je hebt luxe paarden en werkpaarden. (=je hebt rijke en arme mensen)
- wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
- leringen wekken maar voorbeelden trekken (=je kan mensen iets willen leren , maar geef vooral het goede voorbeeld)
- je kent een vogel aan zijn veren (=je kent de mens aan zijn gedragingen)
50 dialectgezegden bevatten `men`
- ich kriëg et op men naos gehange (onder men naos gevriëve) (=ik werd ervan beschuldigd) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich kriëg mich doë nogalès noë men kloete (=ik kreeg naar mijn voeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ich kus men schup af (=Ik hou er mee op, ik ga naar huis) (Berings)
- ich loët mich nie mèt mën viet rammële (=ik laat me niet voor de gek houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich lot mich nie mèt men kloete rammele (=je beduvelt me niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich maug mën twei héndsjes poenne (=ik heb geluk, ben blij en tevreden) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich moes ferm op men toeng bijte (=ik moest me goed inhouden om niets verkeerd te zeggen) (Bilzers)
- ich sjiet toch liever aut mën sloeffë as aut më vel (=ik ben liever een beetje kwaad dan woedend) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich staek alles onder mën naos (=ik eet alles op !) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich stoeën nog te daovërë op mën been (=ik sta nog te beven op mijn benen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich ùb men kloeëte goet vòlgespèlt (S*) (=ik heb goed gegeten) (Sintrùins)
- ich vaeg tër vierkantig mën vieët aoën (=het raakt me helemaal niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich versjoeët men eege kepot (=ik verschrok me dood) (Bilzers)
- ich versjoeët men eege kepot (=ik verschoot me een bult) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich versjoët men eege kepot (=ik ben erg geschrokken) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich viel aoën mën knieëk dattët geet raengërë (=ik voel het aan mijn knoken dat het gaat regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich vloëg met men kloete op stroeët (=ze zetten me aan de deur) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich vondte vroo van men dreeme énnech dreem nog altijd (=blijven dromen) (Bilzers)
- ich wor dich, en dich wors mich.Ich bén men eege nimei. (=met iedere vriend die we verliezen, verliezen we een stuk van onszelf) (Bilzers)
- Ich zen verkaad tot in men tiene (=Ik heb een zware verkoudheid) (Zolders)
- ich zien gene stiek vër mën ooge (=ik zie helemaal niets, ik ben stekeblind) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich zit haaj te vringe vër mën tëleir liëg te krijge (=ik doe alle moeite om mijn bord leeg te eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich zo dat nie ieëver mën lippe konne krijge (=dat zou ik niet durven zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ieës zaeë en dan pas maeë (=alvorens te maaien moet men eerst zaaien) (Munsterbilzen - Minsters)
- ien 'e ruumte is wel te weez'n (=het leeft prettig als men voldoende ruimte heeft) (Westerkwartiers)
- ien tied'n van nood benn'n korstjes lekker (=in tijden van nood lust men alles) (Westerkwartiers)
- Ig gon men hoar loate snije. (=Ik ga naar de kapper.) (Beverloos )
- ij kan men kloate kusse zennej / ij kan den boam in (=wil niets meer met een persoon te maken hebben) (Antwerps)
- Ik beyd men teyd (met hollanse ey's, ij en ei hebben in het urkers een 'ai' klank, vandaar Piet heyn en Magere heyn) (=ik wacht het af...) (Urkers)
- ik docht in men aige (=ik dacht bij mezelf) (Antwerps)
- Ik doecht in men aage (=Ik dacht bij mezelf) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- ik em é stik in men zjilei / kloeïten (=dronken (ik ben-) ) (Aalsters)
- Ik goan men aaige wasse (=Ik ga mij wassen) (Mols)
- ik gön men blokke no ons Merie droge (=Ik ga mijn klompen naar ons Marie (de vrouw) dragen. Ik ga naar huis, naar moeder de vrouw.) (Holsbeeks)
- ik kosj men schup af (=ik vertrek maar eens) (Leefdaals)
- ik kuis mèn schup af! (=het voor bekeken houden) (Lommels)
- ik kuis mèn skip af (=ik hou ermee op, ik ben weg) (Meers)
- ik moet nòg un schôon huudje bè men nuuw kleejke kôope. (=ik moet nog een mooie hoed bij mijn nieuwe jurk kopen.) (Tilburgs)
- Ik trek er men anne naf (=Ik trek er mijn handen van af) (Mechels (BE))
- ik zol wel 'n heul zwien luzz'n (=als men een enorme honger heeft :) (Westerkwartiers)
- in de zunne uut de wiend is' t woar da' me de luuszakken viend (=in de zon, uit de wind is het waar men de luiaards vindt) (Brugs)
- in een aa kassuul mokte de beste soep (soms voegt men daaraan toe) 'mo t moot gebuire mei e joenk wuitelke! (=vrijen met een oudere vrouw is top) (tervurens)
- ineffest zens oant beirre (=hiernaast ledigd men de aalput) (Booms)
- is dè affeseere Vòlges mèn zèède mar en bietje òn et mèùkele. (=is dat opschieten Volgens mij ben je maar een beetje aan het klunzen.) (Tilburgs)
- j'oot an / s'oot an (=van iemand met een buitenechtelijke relatie zegt men) (Zwevegems)
- J' es te blidenberge begraeven (=men is blij dat hij dood is) (Iepers)
- ja, mën botte, Geraar (=je kan me wat !) (Munsterbilzen - Minsters)
- jaan men kloeiten (=niet betrouwbare persoon) (Aalsters)
- Jan men voeten (=iemand met veel eigenwaan) (Antwerps)
- Janneke Moan (=mensenbeeld dat men in de maan meent te ontdekken) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen