Spreekwoorden met `is`

Zoek


765 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `is`

  1. er is een tijd van spreken en er is een tijd van zwijgen. (=soms is het beter om niets te zeggen)
  2. er is geen chocola van te maken (=het is niet te begrijpen)
  3. er is geen doen aan (=hij is niet te overtuigen, niets kan helpen)
  4. er is geen doorkomen aan (=je geraakt er niet door)
  5. er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
  6. er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
  7. er is geen kruid tegen gewassen (=er is niets aan te doen)
  8. er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
  9. er is geen rooi mee te schieten (=je kan er niets mee aanvangen)
  10. er is geen vuiltje aan de lucht (=er is niets aan de hand)
  11. er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
  12. er is klei aan de kloet/knikker (=er is iets mis)
  13. er is maar een f in het abc (=het juiste midden vinden, is moeilijk)
  14. er is maar een grote mast op een schip (=er is er maar één de baas)
  15. er is meer dan de molen in het woud omgegaan (=er is iets bijzonders gebeurd)
  16. er is meer dan een koe die blaar/bles heet (=de mening van anderen telt ook)
  17. er is meer gelijk dan eigen gelijk (=de mening van anderen telt ook)
  18. er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
  19. er is niets nieuws onder de zon (=alles is al eerder vertoond)
  20. er is niets van aan (=het is niet waar)
  21. er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
  22. er is onkruid onder de tarwe (=er zijn minderwaardige goederen (of personen) tussen de betere)
  23. er is reuk noch smaak aan (=het is weinig waard, het is niet interessant)
  24. er is tuk aan de hengel (=hij heeft beet (krijgt zijn zin))
  25. er loopt hem een luis over de lever (=hij windt zich al over het minste op)
  26. er wordt een erfenis verdeeld. (=gezegd als iets erg lang duurt)
  27. ergens als kind in huis zijn (=ergens bekend of goed behandeld worden)
  28. ergens kind aan huis zijn (=ergens graag en vaak gezien zijn)
  29. ervaring is de beste leermeester (=van datgene dat je zelf hebt meegemaakt leer je het meeste)
  30. eten en drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
  31. eten is een goed begin: het ene beetje brengt het ander in. (=letterlijke betekenis.)
  32. fris gewaagd is half gewonnen (=de moedigste heeft de meeste kansen om iets te winnen)
  33. garnaal/spiering is ook vis als er anders niet is. (=wees tevreden met wat je kunt krijgen)
  34. gasten en vis blijven maar drie dagen fris. (=je moet als gast niet te lang blijven.)
  35. gauw is dood en langzaam leeft nog. (=iets te snel doen is niet goed)
  36. gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
  37. geduld is een schone zaak (=wie rustig afwacht wordt beloond)
  38. geef een ezel haver en hij loopt naar de distels. (=mensen zijn soms koppig en willen geen hulp of advies)
  39. geef een ezel klaver hij loopt naar de distels/biezen. (=sommige mensen zijn nooit tevreden met wat ze hebben)
  40. geef een man een vis dan heeft hij die dag te eten (=je kunt iemand beter leren vissen dan heeft hij z`n leven lang vis te eten)
  41. geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
  42. geen mens is zijn eigen maker. (=beoordeel iemand niet om hun uiterlijk.)
  43. geen nieuws is goed nieuws (=zolang het goed gaat met iemand is het lang niet zo sensationeel als dat het slecht gaat met iemand)
  44. geen profeet is in zijn (eigen) land geëerd (=in tegenstelling tot vreemden, zijn mensen uit je woonplaats minder bereid te luisteren)
  45. geen twee missen voor hetzelfde geld doen (=niet tweemaal hetzelfde zeggen of doen)
  46. gehuisd en gehoofd zijn (=gegoede burger zijn)
  47. geld dat stom is, maakt recht wat krom is (=mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten)
  48. geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
  49. genoeg voor een heel weeshuis. (=als je ergens heel veel van hebt)
  50. gierigheid is de wortel van alle kwaad (=door gierigheid ontstaan er veel problemen en is er veel ellende in de wereld)

951 betekenissen bevatten `is`

  1. elk waarom heeft zijn daarom (=elke gebeurtenis heeft een oorzaak)
  2. er geen tittel of jota van afweten (=er helemaal geen kennis van hebben)
  3. ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
  4. zolang er leven is, is er hoop (=er is altijd hoop, dus geef nooit op!)
  5. een varken heeft wel een krul in zijn staart. (=er is altijd iets om trots op te zijn)
  6. het gras is altijd groener bij de buren (=er is altijd iets te vinden om jaloers op te zijn)
  7. er is altijd wel ergens een vogel die zingt (=er is altijd wel een lichtpuntje als je maar goed je oren en ogen open zet)
  8. een baas boven baas zijn (=er is altijd wel iemand die het beter kan of het beter denkt te kunnen)
  9. het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
  10. geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
  11. alle dagen geen vetpot zijn (=er is armoede)
  12. het is daar altijd elf ogen. (=er is daar altijd onenigheid.)
  13. de kop is eraf (=er is een begin gemaakt)
  14. met tijd en stond, gaat men de wereld rond. (=er is een juiste tijd is voor alles en sommige dingen hebben tijd nodig)
  15. de rapen zijn gaar (=er is een probleem waar direct iets aan gedaan moet worden)
  16. er schuilt een addertje onder het gras (=er is een verborgen risico in het spel)
  17. er is maar een grote mast op een schip (=er is er maar één de baas)
  18. het is als met de koeien van de Farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de Farao bleven mager))
  19. doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
  20. er is meer dan de molen in het woud omgegaan (=er is iets bijzonders gebeurd)
  21. er is klei aan de kloet/knikker (=er is iets mis)
  22. geen zuivere koffie (=er is iets niet in orde)
  23. er schuilt iets achter (=er is meer aan de hand dan op het eerste gezicht lijkt.)
  24. bij de vleet (=er is meer dan voldoende van (vleet was vroeger een groot visnet))
  25. geld maakt niet gelukkig (=er is meer in het leven dan rijkdom)
  26. er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
  27. het is er de dood in de pot. (=er is niemand.)
  28. het kan er niet af (=er is niet genoeg geld voor)
  29. er is geen vuiltje aan de lucht (=er is niets aan de hand)
  30. er is geen kruid tegen gewassen (=er is niets aan te doen)
  31. geen erger venijn dan kwade tongen. (=er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.)
  32. er kan nog een kabeljauw onderdoor (=er is ruimte genoeg (brug, speling))
  33. de lucht hangt nog vol dagen. (=er is tijd genoeg)
  34. de room is er af. (=er is weinig meer aan te verdienen)
  35. de muizen dansen in het spek. (=er is welvaart)
  36. de muren hebben oren (=er kan ongewenst worden meegeluisterd door anderen)
  37. de dood of de gladiolen (=er vol voor gaan, zonder compromissen.)
  38. er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders (=er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt)
  39. geen rook zonder vuur (=er wordt niet over gepraat of er is wel iets van waar)
  40. alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
  41. zuipen als een ketter (=erg veel (alcoholische drank) drinken)
  42. een zware wissel trekken (=erg veel eisen)
  43. het gras kunnen horen groeien (=erg verwaand zijn - ook gezegd als het ergens muisstil is)
  44. er een plasje overheen doen (=ergens een kleine wijziging in aan (laten) brengen, dat wel duidelijk laat zien dat de afzender iemand van belang is)
  45. de nacht brengt raad. (=ergens een nachtje over slapen leidt tot betere beslissingen of oplossingen)
  46. bij Sint Joris in de kost zijn (=ergens gratis eten)
  47. een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
  48. geen oren hebben naar iets (=ergens niet naar willen luisteren)
  49. je hart vasthouden (=ernstig zorgen maken, bang zijn dat het mis gaat)
  50. er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)

50 dialectgezegden bevatten `is`

  1. 't is an Sisen nie bestid (=dat is niets voor Fransis) (Veurns)
  2. 't is aolt van iet da nen puit geen haor eet (=Er is voor alles wel een reden te vinden) (Bevers)
  3. 't is bai jou nèt weduwnaarspain. (=Jij knapt altijd snel weer op wanneer je eens ziek bent.) (Zaans)
  4. 't is beder te geev'm dan te ontvang'n (=men kan beter hulp geven dan hulp nodig hebben) (Westerkwartiers)
  5. 't is berregoanstied (=het is tijd om naar bed te gaan) (Westerkwartiers)
  6. 't is betaalt me e Deiremonds miljoen (=Het heeft minder waarde dan het lijkt) (Dendermonds)
  7. 't is beter eetn of 't bedde versleten (=beter niet ziek zijn) (Veurns)
  8. 't is bezijen of ook bachten de hoek bv. (=Achter iets komende of liggende,) (Maldegems)
  9. 't is bij de knien'n om oaf (=het is bar en boos) (Westerkwartiers)
  10. 'T is boamers weer (=Het is echt slecht weer vandaag) (Oostmals)
  11. 't is boov'm wodder (=het is teruggevonden) (Westerkwartiers)
  12. 't is braa kaad vandaug (=Het is redelijk koud vandaag) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  13. 't is broest gewurren (=het is roest geworden) (Sint-Niklaas)
  14. 't is butter an de galleg 'esmeerd; 't is de moeriaan eskuurd. (=Er wordt toch niet naar geluisterd; het is vergeefse moeite.) (Zaans)
  15. 't is buug'n of barst'n (=het moet ten koste van alles doorgaan) (Westerkwartiers)
  16. 't is buugn of bestn (=het is toegeven of ten onder gaan) (Veurns)
  17. 't is d'handave die nie deugt (=onhandig iemand) (Veurns)
  18. 't is d'r moar mondjesmoat (=er is maar amper voldoende) (Westerkwartiers)
  19. 't is daar nogal teen en tander eh. (=dat is daar nogal wat he.) (Stekens)
  20. 't is de marulle (=het stinkt verschrikkelijk) (Nieuwpoorts)
  21. 't is de marulle (frans:mérula) (=hevig stinken) (Veurns)
  22. 't is den oart / 't is zijnn oart (=dat is zo / hij is zo) (Kaprijks)
  23. 't is deurstook'n koart (=er is mee gesjoemeld) (Westerkwartiers)
  24. 't is diere, 't kost geld (='t is duur) (Veurns)
  25. 't is dik veur 'n anner (=het is prima in orde) (Westerkwartiers)
  26. 't is doa weer herrewerre (=het zit er daar bovenarms op) (Denderleeuws)
  27. 't is doan met zien hoge sprong'n (=hij is uitgerangeerd) (Westerkwartiers)
  28. 't is doar 'n huusholling van jan steen (=het is daar een janboel) (Westerkwartiers)
  29. 't is doar altied aarmoedjetroef (=het is daar altijd een karige bedoening) (Westerkwartiers)
  30. 't is doar altied armoedje troef (='t is daar altijd armoe lijden) (Westerkwartiers)
  31. 't is doar de zoete ienval (=iedereen is daar altijd welkom) (Westerkwartiers)
  32. 't is doar dood katoen (=er valt daar niks te beleven) (Westerkwartiers)
  33. 't is doar één grode janboel (=het is daar één grote troep) (Westerkwartiers)
  34. 't is doar gien vetpot (=die hebben het niet breed) (Westerkwartiers)
  35. 't is doar koek en ei (=daar heerst de lieve vrede) (Westerkwartiers)
  36. 't is doar lieg'n en bedrieg'n (=niemand daar is eerlijk) (Westerkwartiers)
  37. 't is doar niet pluus (=het is daar geen zuivere koffie) (Westerkwartiers)
  38. 't is doar thee met widde pundjes (=het is daar oud en versleten) (Westerkwartiers)
  39. 't is doef (=het is beklemmend weer) (Sint-Niklaas)
  40. 't is dou herrewerre (=er is daar ruzie) (denderleeuws)
  41. 't is drok op 'e riep (=het is druk op het trottoir) (Westerkwartiers)
  42. 't is duuveltjeskaarmis, tis kaarmis in d'hel (=zon die schijnt bij regen) (Antwerps)
  43. 't is duvelkeskermès (=als het regent en ook de zon schijnt) (Sint-Niklaas)
  44. 'T is e babbellette (=Babbelkous) (Ostêns)
  45. 'T is e blièvege (=Ze eet niet alles op) (Poperings)
  46. 't is e goe menojewuuf (j van Jules) (=die vrouw is goed in het huishouden) (Veurns)
  47. 't is e heeël efte (=het stelt niets voor) (Veurns)
  48. 't is e heeël'n opraap! (=Ironische uitdrukking voor `weinig`) (Veurns)
  49. 't is e heel hefte (='t is veel) (Veurns)
  50. 't is e hele rimbambelle (='t is een heel gedoe) (Veurns)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen