Spreekwoorden met `er`

Zoek


2030 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `er`

  1. de haring over de kop varen (=het doel voorbijschieten)
  2. de haringvijver (=de Noordzee)
  3. de Hebreeërs bouwden het, maar de Egyptenaren hebben het. (Exodus 1:11-14) (=het vuile werk door anderen opknappen en het resultaat zelf pakken)
  4. de heler is net zo goed als de steler (=wie gestolen goed koopt is even slecht als de dief)
  5. de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
  6. de kantjes er van aflopen (=zijn best niet doen)
  7. de kap op de tuin werpen (=zijn priester- of kloostergelofte verbreken)
  8. de kap over de haag smijten (=zijn priester- of kloostergelofte verbreken)
  9. de kap/sluier/habijt aannemen (=in een klooster gaan)
  10. de kat in het donker knijpen (=kwaad doen waar niemand het ziet)
  11. de kat van de bakker heeft het gedaan (=niemand is de schuldige)
  12. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  13. de kerk midden in het dorp laten. (=het laten zoals het is)
  14. de kip met gouden eieren slachten (=een iets met veel rendement wegdoen)
  15. de klad zit er in (=het gaat niet goed)
  16. de kleren maken de man (=iemands kleding bepaalt het aanzien dat hij krijgt)
  17. de klok achteruit zetten (=terug naar oude toestanden gaan)
  18. de klop is er op (=ze is 28 jaar)
  19. de koe is vergeten dat hij kalf geweest is. (=zeurende ouderen vergeten dat ze vroeger ook wild waren)
  20. de koe van de pastoor eet iedere dag mals gras (=wie trouw is aan machtige mensen, heeft een heerlijk leven)
  21. de kogel door de kerk laten gaan (=de beslissing nemen)
  22. de kolf naar de bal werpen (=het opgeven)
  23. de kop is eraf (=er is een begin gemaakt)
  24. de koperen ploert (=de zon)
  25. de kroon op het werk zetten (=het werk prachtig voltooien)
  26. de kruik gaat zo lang te water tot ze barst/breekt (=als men steeds risico`s blijft nemen, gaat het een keer mis)
  27. de kruik gaat zolang te water tot zij barst (=alles heeft zijn beperkingen)
  28. de kuierlatten nemen (=te voet gaan)
  29. de kwaaie pier (=de schuldige)
  30. de laatste der Mohikanen zijn (=de laatste zijn die nog ergens in gelooft)
  31. de lachende derde (=persoon die buiten een conflict staat, maar profiteert van de uitkomst)
  32. de lakense bril erbij opzetten (=bijzonder scherp toekijken)
  33. de leer veroordelen maar de leraar sparen (=de wortel van het probleem niet aanpakken)
  34. de lenden smeren (=afrossen)
  35. de lever doen schudden (=doen schaterlachen)
  36. de lier aan de wilgen hangen (=zijn bezigheden stopzetten)
  37. de lijdensbeker tot de bodem ledigen (=al het slechte, tot het laatste toe, over zich heen krijgen)
  38. de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsting veroorzaken)
  39. de lont in het kruit werpen (=mensen laten loskomen, opstoken)
  40. de meitak op een werk zetten (=het werk afmaken)
  41. de mier aan iets/iemand hebben (=een erge hekel hebben)
  42. de mijn is verkeerd gesprongen (=ongeveer als: wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in)
  43. de mond roeren (=van zich laten horen, spreken)
  44. de mond snoeren (=tot zwijgen brengen)
  45. de morgen doet het werk. (=`s morgens ben je het productiefst)
  46. de muizen sterven er voor de kast (=het is er armoe troef)
  47. de muts zich verkeerd staan (=een slecht humeur hebben)
  48. de natuur gaat boven de leer (=men volgt eerder zijn karakter dan hetgeen men leert)
  49. de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw vergeten)
  50. de nieren proeven (=onderzoeken of iets echt waar is)

3393 betekenissen bevatten `er`

  1. op de boom verkopen (=boomvruchten verkopen voor ze geplukt zijn)
  2. je eer verpanden (=borg staan op zijn erewoord)
  3. kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
  4. voor het zingen de kerk uit (=coïtus interruptus)
  5. ze waren fout (=collaborateurs en fascisten gedurende de Tweede Wereldoorlog)
  6. een daad stellen. (=concrete aktie ondernemen)
  7. van de behoudende leer zijn (=conservatief zijn)
  8. tussen de mazen (van het net) vissen (=creatief te werk gaan)
  9. zoden aan de dijk zetten (=daadwerkelijk hulp verschaffen)
  10. daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
  11. daar is kop noch staart aan te vinden (=daar geraak je niet uit wijs)
  12. het is daar armoe troef (=daar heerst grote armoede)
  13. daar groeit het gras in de straten (=daar is het erg saai)
  14. visnamig (=daar is het goed vissen, er zit daar veel vis)
  15. daar zijn de daken met vlaaien bedekt (=daar is men rijk / Daar heeft men overvloed)
  16. daar is wat aan te kluiven (=daar is werk aan)
  17. daar kun je donder op zeggen (=daar mag je zeker van zijn)
  18. dat ligt hem in zijn mond bestorven (=daar spreekt hij veel over)
  19. men heeft daar latten op het dak (=daar wordt afgeluisterd)
  20. dat zal hem geen windeieren hebben gelegd (=daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben)
  21. daar steekt meer in dan een enkele panharing (=daar zit meer achter)
  22. die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
  23. dan zwaait er wat (=dan dreigen zware repercussies)
  24. dan zijn we nergens (=dan is er geen oplossing)
  25. dan is Leiden in last (=dan zijn er problemen!)
  26. jongens van Jan de Witt (=dappere jongens zijn)
  27. commandeer je hond en blaf zelf (=dat bevel weiger ik uit te voeren)
  28. dat is een paal onder water (=dat brengt meer nadeel dan voordeel)
  29. dat slaat als een knots op een kangoeroe (=dat choqueert je)
  30. dat gaat erin als klokspijs (=dat gaat er gemakkelijk in)
  31. dat gaat zo tussen neus en mond (=dat gebeurt in een verloren ogenblik)
  32. dat snijdt geen hout (=dat heeft er niets mee te maken; het bewijst niets)
  33. dat is lariekoek (=dat heeft iemand verzonnen)
  34. zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig waarde, is niet zo bijzonder)
  35. dat is een stuk! (=dat is een aantrekkelijk persoon)
  36. dat staat als een paal boven water (=dat is een absolute zekerheid)
  37. dat is van de Chinese kerk. (=dat is een gerucht.)
  38. dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking waar een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
  39. na mij de zondvloed (=dat is een probleem dat zich pas voordoet als ik er niet meer ben - het zal mijn tijd wel duren)
  40. dat is er een uit de arke noachs (=dat is er een uit een groot gezin)
  41. dat ruikt naar peper (=dat is erg duur)
  42. dat is geen geld (=dat is erg goedkoop als je ziet wat je ervoor krijgt)
  43. dat moet je niet uitpoetsen/uitvlakken (=dat is ernstiger dan het lijkt)
  44. dat zet geen zoden aan de dijk (=dat is geen bijdrage van serieuze betekenis)
  45. dat is andere koek (=dat is heel iets anders)
  46. dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
  47. dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
  48. dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
  49. dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
  50. dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)

50 dialectgezegden bevatten `er`

  1. an wie lig het (kaartspel) (=wie heeft er tot nu de hoogste kaart gelegd) (Waregems)
  2. An'ekleed gaat oit! (=er netjes uitzien.) (Zaans)
  3. ao puntje bie paoltje komt (=als het er op aan komt) (Kortemarks)
  4. aoj je gat verbrand moej up de blaozn zittn (=als je iets verkeerd doet moet je er de gevolgen van dragen) (Kortemarks)
  5. aot jn êrte vermag (=als je er mee akkoord bent) (Kortemarks)
  6. aprénse: D'er es giën aprénse van (=er is geen sprake van) (Lebbeeks)
  7. As 'n wief op n orgel spoalt kump d`r gen geluid oet (=als een vrouw orgel speelt komt er geen muziek uit.) (Twents)
  8. As 't em knep (=Als het er op aan komt) (Giethoorns)
  9. As 't em knip (=Als het er op aan komt) (Giethoorns)
  10. As 't er iën'n in 't Schelde springt moe d'r nie achter springen (=Je hoeft anderen niet na te apen - niet in alles te volgen) (Wichels)
  11. as 't kaalf verdronk'n is dempt men de put (=er moet eerst een ongeluk gebeuren eer men het euvel verhelpt) (Westerkwartiers)
  12. as 't vur niet is loûpe ze de benen van onder older gat (=als het gratis is komt iedereen er op af) (Sint-Niklaas)
  13. as ‘t waer neet good is op vaars hui, is ‘t toch good op moors kuuel (=het weer is altijd voor iemand goed (of niet); regen is niet fijn als er -door vader- gehooid moet worden, maar wel fijn voor -moeders- moestuin) (Heitsers)
  14. as alle lewaed stop konste de rès heire (=er zijn vele geluiden, maar slechts 1 stilte) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. As armoe de deur in komp, giet de liefde 't glas oet. (=Als er armoede komt, komt er ook ruzie) (Drents)
  16. as bij helle wènd twei diëre tIêgenéénklatse, moet één tau gedon (=bij ruzie moet er altijd iemand toegeven) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. As d-iene aand de aandre waast, worden ze beiden skone. (=De een helpt de ander zonder er geld voor te vragen) (Giethoorns)
  18. As d'iene haand de aandre waast, worden ze beide skone (=De een helpt de ander zonder er geld voor te vragen) (Giethoorns)
  19. As d'r nen Mona Lisa op de baank (e) zit kriegie nen kearl 't hoes nich oet.* (=Als er een Mona Lisa op de bank zit krijg je de man de deur niet uit) (Twents)
  20. As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor 'slaat' (=De verleiding) (Giethoorns)
  21. As de broek gespannen staat, ben je gek als je er niet voor slaat (=verleiding) (Giethoorns)
  22. As de knieper an boord komp (=Als het gaat knijpen, als het er op aan komt) (Giethoorns)
  23. As de knieper. An boord ,komt (=Als het er op aan komt) (Giethoorns)
  24. As de vloren vlaês ziên, zit d`r raegen in de loôch (=Als de vloeren vochtig zijn, zit er regen in de lucht) (Sevenums)
  25. as de vrollie va heusde be hunne vulo weg zen daan es alté wa te beleive (=als de vrouwen van heusden met hun fiets weg zijn dan is er altijd wat te beleven) (Heusdens)
  26. as de zunne zit int westn, warken de luijn op zun bestn (=als er laat wordt doorgewerkt) (Doornspijks)
  27. as dèè steet ès er nog te lee vier zich te lègge. (=luierik) (Genker)
  28. as een ou schuur ont brangen gerokt is er geen blussen oan (=als een ouder het in 't hoofd krijgt om te trouwen, is er geen tegenhouden aan) (Sint-Niklaas)
  29. as één schoap over de dam is, volg'n d'r meer (=als één begint volgen er spoedig velen) (Westerkwartiers)
  30. as emet in zenne kop het dan etem et ni in zen gat (=hij houdt er koppig aan vast) (Diesters)
  31. as er en vlaag komt doenek mene gabardine aan of mene permeabel (=als het regent doe ik mijn regenjas aan) (Schunnebroecks)
  32. As er geen soos bij ès, hoehgste dich nie te bèèë. (=Als er geen saus bij is, hoef je niet te bidden.) (Genker)
  33. as et nog lang doert, zal et rap gedon zin (=als ik er nerveus van word, stop ik er mee) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. as ge ' t nie wit, dan mottut behanguh (=iets anders doen als je er niet uitkomt) (Moerdijks)
  35. as heer op 'n hond (puur zo veul de witjes in Hougkarspel, as heer op 'n hond!) (=een grote hoeveelheid (bv. er wonen veel de Witten in Hoogkarspel) ) (Westfries)
  36. as het raengert, doen vae waaj èn mestriech, vae loeêten het mér valle (=wat ga je er aan doen, als het wil regenen, regent het maar) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. As het snieöt, wördt er dikkes zeit geströd, gestroeöd. (=als het sneeuwt, wordt er vaak zout gestrooid.) (Westels)
  38. as ich den heilen daog gëmékkër wil heire dan koop ich mich wol een geet èn plak van ën vroo (=soms liggen de oplossingen er al voordat er een probleem zich voordoet) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. as ich tich wor, pakde ich mën bieze mér rap (=in jouw plaats was ik al er vandoor) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. as iederéén de iëste viaul wilt spiële, geeste naut een orkest krijge (=er moeten bazen maar ook werkers zijn) (Bilzers)
  41. as je 't over de duvel hemm'm, trap je 'm op zien steert (=men praat over iemand en juist dan komt die er aan) (Westerkwartiers)
  42. ás je t over de duvel heb trep ie m op z'n steert (=hé daar komt die / zij / hij aan . (vanuit het niets, terwijl er over gesproken werd. )) (Utrechts)
  43. as katte'n muuz'n, miauw'n ze niet (=tijdens de maaltijd wordt er weinig gesproken) (Westerkwartiers)
  44. As mijne'n ond zó lillek waar, scheerde ik z'n kont kaol en leerde ik 'm achteruit lòòpe! (=Als ik zo lelijk was als u, zou ik er iets aan laten doen!) (Roosendaals)
  45. as oewe kop op un vaarke ston zouwe ze ze-gge datt beesje ziek waar (=jij ziet er niet uit) (Oudenbosch)
  46. as onze paa dè zie, is ut kòt te klèèn (=als vader dat ziet, komen er moeilijkheden van) (Tilburgs)
  47. as se äöver d’n duvel kals den treuts se ‘m oppe stert (=als je over iemand praat en die persoon komt er net aan) (Heitsers)
  48. As t' r twieë duuëre tieeëgenein klatse, moj-je d' r ein tów doon (=Bij ruzie moet er altijd iemand toegeven) (Weerts)
  49. as te vloerë vochtig wieëne, hink onwaer èn de loch (=als de vloeren vochtig worden, komt er onweer) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. as twie hun vechte um e bien, dan lup de 3de dermee hien (=als 2 honden vechten om een been, loopt de 3de er mee heen) (Rekems)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen