411 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ei`
- met een opgestoken zeil (=driftig, boos)
- met een schone lei beginnen (=opnieuw mogen beginnen, zonder dat misstappen uit het verleden nog zichtbaar zijn)
- met een staand zeil (=driftig, boos)
- met een waterzeil thuiskomen (=doornat zijn)
- met het kleine begint men bij het grote houdt men op (=van de kleine misdaad komt men vanzelf in de grote misdadigheid terecht)
- met onbevaren volk is het slecht zeilen (=met onervaren mensen is het moeilijk werken)
- met ongebroken lading wegzeilen (=zich zonder gezichtsverlies uit de situatie redden)
- met opgestoken/opgestreken/opgezet zeil naar iemand toe gaan (=boos naar iemand toe gaan of boos bij iemand binnen komen)
- met stomheid geslagen (=plotseling geen woord meer kunnen zeggen)
- met tak en wortel uitroeien (=geheel uitroeien)
- met wortel en tak uitroeien (=iets volledig bestrijden om er geen last meer van te hebben)
- met zout komen als het ei op is (=te laat komen (met een oplossing))
- na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
- naar de heilige graal streven (=iets willen bereiken wat niet te bereiken is)
- naar de maan reiken (=het onmogelijke willen doen)
- nattigheid voelen (=merken dat er iets niet klopt of iets niet goed gevonden wordt)
- nog niet op eigen benen kunnen staan (=nog niet zichzelf volledig zelfstandig kunnen redden)
- onder een staand zeiltje is het goed roeien (=met een klein vast inkomen, verdient men al gauw genoeg voor de kost)
- onder zeil gaan (=gaan rusten of slapen, vertrekken of weggaan)
- ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
- ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
- op de keien komen (=ontslagen worden)
- op de keien staan (=werkloos zijn)
- op de kleintjes letten (=zuinig zijn. Ook de kleine uitgaven proberen terug te dringen)
- op de kloosters reizen (=altijd bij vrienden of kennissen logeren)
- op dezelfde leest geschoeid zijn (=erg op elkaar lijken)
- op een andere leest schoeien (=op een andere manier aanpakken)
- op een klein pitje zetten (=tijdelijk laten wachten, slechts langzaam laten verdergaan)
- op eieren lopen (=zeer voorzichtig handelen)
- op eigen benen staan (=voor jezelf zorgen; geen hulp nodig hebben)
- op eigen houtje doen (=iets zelfstandig (eventueel op eigen initiatief) ondernemen)
- op eigen wieken drijven (=zich volledig kunnen redden van het geld dat iemand verdient)
- op elkaar lijken als het ene ei op het andere (=goed op elkaar lijken)
- op het eind van de fuik vangt men de vis. (=de volhouder wint)
- op hete/gloeiende kolen zitten (=ongeduldig wachten / veel haast of spanning hebben)
- oude koeien uit de sloot halen (=oude geschiedenissen terug ten tonele voeren)
- over het hoofd groeien (=niet meer onder controle te houden)
- paard in de wieg, kind in de wei (=uitdrukking van ongeloof gebruikt als iemand erg overdrijft. )
- rechter in eigen zaak zijn (=zijn eigen zaak kunnen beoordelen)
- regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)
- roei met de riemen die je hebt (=je moet werken met de middelen die men heeft)
- roeien met de riemen die je hebt (=je moet het doen met de middelen die je hebt.)
- schitteren door afwezigheid (=ergens niet aanwezig zijn, terwijl je komst wel verwacht werd)
- sisyfusarbeid (=een zware, onmogelijke, zinloze taak)
- snoeien doet bloeien. (=tijdelijke opofferingen zijn nodig om op de lange termijn te kunnen gedijen en bloeien)
- spelen om des keizers baard (=spelen om de eer)
- te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
- te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
- tegen de stroom is het kwaad roeien / zwemmen (=tegen algemene opvattingen kan men zich moeilijk verzetten)
- tegen de stroom oproeien (=tegen de gangbare opinie in gaan)
768 betekenissen bevatten `ei`
- heb het hart eens (=heb de moed om dat te doen. (eigenlijk: als je dat doet, zal ik je ongenadig straffen))
- het zout in de pap verdienen (=heel weinig verdienen)
- met een lantaarn te zoeken (=heel zeldzaam , moeilijk te vinden)
- de keel kost veel (=herhaalde dronkenschap leidt tot armoede)
- de alfa en omega (=het begin en het einde)
- lest best (=het beste van alles komt op het einde)
- het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
- in zijn laatste schoenen lopen (=het einde naderen - erg ziek zijn)
- het einde van het liedje (=het einde van iets goeds)
- bergafwaarts gaan (=het gaat steeds slechter, bijvoorbeeld met iemands gezondheid)
- de schapen van de bokken scheiden (=het goede van het slechte scheiden)
- het is geen roofgoed (=het heeft veel geld (of moeite) gekost)
- beter hard geblazen dan de mond gebrand (=het is beter dat men zich inspant dan dat er door slordigheid of luiheid iets fout gaat)
- het is er haardje bij schuurtje (=het is er klein, dicht op elkaar)
- het is er zo veilig als vlees in een hondenkot (=het is er volkomen onveilig)
- het is gezond om in het vuur te pissen (=het is goed om hevigheid te kalmeren)
- wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (=het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)
- het is kwaad stelen waar de waard een dief is. (=het is moeilijk om een bedrieger te bedriegen)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
- het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
- de vruchten zullen de beloften der bloemen overtreffen (=het is nu al goed, maar het eindresultaat wordt nog veel beter)
- er is reuk noch smaak aan (=het is weinig waard, het is niet interessant)
- er is maar een f in het abc (=het juiste midden vinden, is moeilijk)
- de bijl aan de wortel leggen (=het kwaad in de oorsprong trachten uit te roeien)
- de vis begint te stinken bij de kop (=het loopt het eerst mis bij de leiding)
- op is de koek, en weg zijn de dubbeltjes (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
- de koek is op (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
- het onder de pet houden (=het niet in de openbaarheid brengen)
- de duivel schijt altijd op de grootste hoop (=het ongeluk treft meestal degenen die al in moeilijkheden verkeren.)
- onkruid vergaat niet (=het slechte is moeilijk uit te roeien)
- afwijzend beschikken op (=het verzoek weigeren)
- het kaf van het koren scheiden (=het waardevolle van het waardeloze scheiden)
- het lot valt altijd op Jonas. (=het zijn altijd dezelfde personen die onheil meemaken.)
- er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
- zijn eigen luizen bijten hem (=hij wordt gekweld door zijn eigen kinderen)
- zo gesloten als een oester (mossel) (=hij zegt weinig en laat niets los)
- jong geleerd is oud gedaan (=hoe eerder men iets leert, des te langer de vaardigheid zal blijven)
- elke ketter heeft zijn letter (=ieder denkt dat de eigen mening bewezen kan worden)
- elk meent zijn uil een valk te zijn (=ieder denkt het beste over de eigen prestaties)
- elk huisje heeft z`n kruisje (=ieder gezin heeft eigen zorgen en problemen)
- de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
- de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
- elk vogeltje zingt zoals het gebekt is (=ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvattingen bepaald worden)
- ieder moet zijn eigen stoep schoonvegen (=ieder moet zijn eigen problemen oplossen - zich afvragen of hij zelf schuldig is)
- ieder moet zijn eigen kruis dragen (=ieder moet zijn eigen tegenslagen verwerken)
- `s Lands wijs, `s lands eer (=ieder volk is gehecht aan zijn eigen gewoonten, hoewel anderen ze maar raar vinden)
- elk ziet door zijn eigen bril (=ieder ziet het op zijn eigen manier)
- alle molens vangen wind. (=iedereen die meedoet zal een deel van de opbrengst opeisen)
- een slak komt er net zo goed als een kikker. (=iedereen doet dingen in zijn eigen tempo)
50 dialectgezegden bevatten `ei`
- ge kun n ei in z n gat gaorkoke (=ijsberen) (Oudenbosch)
- ge kun nog gien ei in tweeje stapmn (=jij kan niet voetballen) (Zottegems)
- gedacht: ei es iet va gedacht (=Hij is wat van plan) (Lebbeeks)
- Gèft de stoefer 'n broed, de kloager ei gië noed (=Geef de bluffer een brood, de klager heeft geen nood) (Hals)
- gemoësd: ei ester vanonder gemoësd (=Hij is er tussenuit geknepen) (Lebbeeks)
- gepakt: Dad èi mei gepakt (=Dat heeft me ontroerd) (Lebbeeks)
- geritst: ei es 't er vantisse geritst (=Hij is er tussenuit geknepen) (Lebbeeks)
- gif mè mor e nis ei (=geef mij maar een halfgekookt ei) (Sint-Niklaas)
- haat ze bakkës tau, ei ich hèt tau hoo (=hou je mond, of moet ik hem dichtslaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hae is sjterk es ei paerd. (=Hij is erg sterk.) (Roermonds)
- Hae is vèt as ei verke, diek es 'n tòn. (=Hij is heel dik.) (Roermonds)
- Hae is zaat as 'n sjöp, es ei kenòn (=Hij is stomdronken.) (Roermonds)
- hae weit neet mieër oet welk ei det hae gekrope is (=iemand die zijn afkomst verloochent) (Weerts)
- Haore es ei sjtaekelverke. (=Hij heeft stug piekerig haar.) (Roermonds)
- hè hèt mer ei kort loentshe (=heetgebakend) (Opglabbeeks)
- heddoew aai op? (=heb je je ei gegeten?) (Mays)
- hert zeitij bert en ei scheet keien (=het is een zware karwei) (Wetters)
- hij ei em te keut gedaan (=heeft zelfmoord gepleegd) (Londerzeels)
- hij ken zien ei niet kwiet (=hij kan niet doen wat hij graag wil) (Westerkwartiers)
- hij komt met zolt as 't ei op is (=hij komt hulp bieden als de klus is geklaard) (Westerkwartiers)
- hije ei niks te retteketetten thuies (=hij heeft niets te zggen thuis) (Londerzeels)
- ie ei a vee t zwarte snie-ew e zien (=ellende) (Zeeuws)
- ie ei beuter op zn oead (=hij is schuldig) (Zeeuws)
- ie ei dn bobber in (=kwaad) (Zeeuws)
- ie ei een klap ven de meule ehad (=niet goed wijs) (Zeeuws)
- ie ei een kloksie oe-aarn luun me weet nie wir a de klepel angt (=hij weet het niet goed) (Zeeuws)
- ie ei hin luus opzn oead om doead te doen (=arm) (Zeeuws)
- ie ei hoed kruum an zn broek (=een flinke baby) (Zeeuws)
- ie ei last van zn leeftied (=vervelend) (Zeeuws)
- ie ei se nie alle zesse (=niet helemaal goed) (Zeeuws)
- ie ei slik an zn vuroead (=afkomstig uit Yerseke) (Zeeuws)
- ie ei tennetje in d and (=moe) (Zeeuws)
- ie ei ter toetaal hin menosie van (=geen begrip) (Zeeuws)
- ie ei un dikken duum (=fantast) (Zeeuws)
- ie ei un makkelijk lief (=makkelijk persoon) (Zeeuws)
- ie ei un schie-eve schesse eree-en (=ondeugend persoon) (Zeeuws)
- ie ei wezeluk un kopje e din (=een slecht keus gedaan) (Zeeuws)
- Ie ei z'n brôôdje wé bie z'n (=hij is wel bespraakt) (Zeeuws)
- ie ei zn eihen in n iksternist estoken (=moeilijke kwestie) (Zeeuws)
- ie ei zn halle us flienk uut e spohen (=hart gelucht) (Zeeuws)
- ie ei zn ola nie (=hij is niet goed wijs) (Zeeuws)
- ie ei zowat een kerkbanke versleten (=trouwe kerkganger) (Zeeuws)
- Ie kan nog ip geen ei skipp'n (=hij kan niet voetballen) (Kortrijks)
- ie praat van soep me ei hin lepel (=hij weet het niet goed) (Zeeuws)
- ie praat van soep me ei hlad hin lepel (=soep eten) (Zeeuws)
- ieder huiske ei z'n kruiske moar veur den iënen een loeie en veur den aandere een stroeie (=ieder huisje heeft zijn kruisje maar voor de een is het van lood en voor de andere van stro) (Antwerps)
- ieëtsak: ei es nen ieëtsak (=Hij is seksueel erg hevig) (Lebbeeks)
- iemand 't ei uit zè gat vroagen (=niet ophouden met aan iemand vragen te stellen) (Sint-Niklaas)
- iemand 't êj uit zijn gat vroaën [het ei uit zijn gat vragen] (=iemand bestoken met vragen) (Kaprijks)
- ij é een serieuze snee in zaijne neuze, ei é een stuk in zijn kluute (=hij is stomdronken) (Gents)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen