411 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ei`
- het gras kunnen horen groeien (=erg verwaand zijn - ook gezegd als het ergens muisstil is)
- het heft in eigen hand(en) nemen (=de leiding nemen)
- het heilig kruis achterna geven (=hopen dat iets of iemand nooit meer terugkomt)
- het is als met de koeien van de Farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de Farao bleven mager))
- het is een pleister op een zere wonde (=het is bedoeld om het leed wat te verzachten)
- het is er zo veilig als vlees in een hondenkot (=het is er volkomen onveilig)
- het is koek en ei tussen hen (=ze zijn zeer bevriend)
- het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
- het is moeilijk de oude mens af te leggen. (=gewoonten zijn moeilijk af te leren)
- het is niet koek en ei (=er ontbreekt iets aan de situatie)
- het kaf van het koren scheiden (=het waardevolle van het waardeloze scheiden)
- het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
- het pleit beslechten/beslissen/verliezen (=de zaak definitief verliezen)
- het pleit winnen (=de zaak winnen)
- het recht in eigen hand nemen (=eigenmachtig optreden)
- het waren allebeiden vuilaards. (=de een verwijt de ander iets waaraan hij zich)
- het zeil (hoog) in de top halen (=een grootse vertoning weggeven)
- het zeil in top zetten (=een zo goed mogelijke vertoning weggeven)
- het zeil strijken (=het opgeven / flauw vallen / van iemand verliezen)
- het zijn vogels van enerlei veren (=ze zijn eender)
- het zo druk hebben als een klein baasje (=veel kleine karweitjes moeten doen)
- hij zeit wat (=honend gezegd van iemand die iets stoms zegt)
- ieder meent dat zijn eigen pak het zwaarst is. (=mensen overdrijven hun eigen moeilijkheden in vergelijking met die van anderen)
- ieder moet zijn eigen kruis dragen (=ieder moet zijn eigen tegenslagen verwerken)
- ieder moet zijn eigen stoep schoonvegen (=ieder moet zijn eigen problemen oplossen - zich afvragen of hij zelf schuldig is)
- ieder oortje brengt zijn gierigheid. (=zelfs om kleine dingetjes kunnen mensen hebzuchtig zijn (een oortje is een oude munteenheid))
- iedere heilige komt zijn kaarsje toe (=iedere medewerker moet delen in de eer)
- iedere stuiver brengt zijn gierigheid mee. (=zelfs om kleine dingetjes kunnen mensen hebzuchtig zijn)
- iemand de wind uit de zeilen nemen (=iemand dwars zitten)
- iemand een kopje kleiner maken (=iemand vermoorden)
- iemand in zijn eigen sop gaar laten koken (=iemand aan zijn lot overlaten (iemand die iets niet goed gedaan heeft))
- iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren (=iemand die iets misdaan heeft aan zijn lot overlaten)
- iemand in zijn kielwater zeilen (=iemand op de hielen volgen)
- iemand klein krijgen (=iemand laten merken dat je hem aankunt, over iemand de baas zijn en diegene tot gehoorzaamheid dwingen)
- iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
- iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
- iemand naar de Mokerhei wensen (=iemand verwensen)
- iemand om de tuin leiden (=iemand beetnemen of bedriegen)
- iemand ongezouten de waarheid zeggen (=onverbloemd de waarheid zeggen, eerlijk zeggen waar het op staat)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
- iets in goede banen leiden (=ervoor zorgen dat iets goed verloopt)
- iets of iemand in de peiling hebben (=iets of iemand begrijpen)
- iets voor een appel en een ei verkopen (=voor een erg lage prijs verkopen)
- ik wil hogerop, zei de jongen en hij kwam aan de galg. (=bereik je doel op een eerlijke manier)
- in andermans weide lopen de vetste koeien. (=bij een ander lijkt het altijd beter)
- in de broei zitten (=in verlegenheid zitten)
- in de kleinste potjes zit de beste pommade/zalf (=gezegd van uitzonderlijk kleine personen)
- in de knoei zitten (=grote moeilijkheden of zorgen hebben)
- in een geur van heiligheid (=uiterst godvruchtig)
- in een moeilijk parket zitten (=moeilijkheden hebben)
768 betekenissen bevatten `ei`
- rusten aan abrahams` borst (=een rustig, aangenaam leven leiden)
- doekje voor het bloeden (=een schrale troost, of een ontoereikende, slechts symbolische maatregel)
- een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verdringen)
- te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
- ten hemel schreiend (=een toestand die zo erg is dat er eigenlijk direct iets aan gedaan zou moeten worden)
- een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
- een broodje aap (=een verzonnen verhaal dat als waarheid wordt verspreid.)
- een vriendelijk gezicht brengt overal licht (=een vrolijk persoon weet vaak meer te bereiken dan een nors persoon)
- waarheid met de slag om de arm (=een waarheid die vele facetten kent)
- een lulletje rozenwater (=een weinig dynamisch persoon)
- een druppel op een gloeiende plaat (=een zeer kleine bijdrage aan iets groters)
- een pilaarbijter (=een zeer schijnheilig / hypocriet persoon)
- door de molen halen (=een zeer uitgebreide procedure doen ondergaan)
- water naar de zee dragen (=een zinloos karwei opknappen)
- de rechte weg is de beste (=eerlijkheid loont)
- een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen (=eigen bezit beschadigt men minder dan gekregen of gehuurd bezit)
- het hemd is nader dan de rok (=eigen familie gaat voor)
- de gek in de mouw dragen (=eigenaardigheden verbergen voor anderen)
- het recht in eigen hand nemen (=eigenmachtig optreden)
- een hoge borst opzetten (=eigenwijs en hoogmoedig zijn)
- bij eigen zin is geen gewin. (=eigenwijs zijn is niet goed)
- ziek of ziekenhuis? (=eind aan discussie maken)
- je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
- veel gewrijf en geschrijf (=eindeloze gedachtewisselingen)
- terminus ad quem (=eindpunt van de tijdsberekening)
- zo vol als mut (=eivol)
- de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
- ieder kwartier heeft zijn manier. (=elke streek heeft haar eigen gebruiken)
- er een streep onder zetten (=er een eind aan maken, ermee stoppen)
- balen als een stier (=er een gloeiende hekel aan hebben)
- er het mes inzetten (=er grondig op ingrijpen, in de uitgaven besnoeien)
- ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
- het is daar altijd elf ogen. (=er is daar altijd onenigheid.)
- het is als met de koeien van de Farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de Farao bleven mager))
- doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
- de room is er af. (=er is weinig meer aan te verdienen)
- er komen met krabben en bijten (=er met heel veel moeite komen)
- er op zitten zweten (=er moeizaam of langdurig aan werken)
- geen twee kapiteins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
- een zwaar hoofd in iets hebben (=er weinig kans in zien)
- er geen houvast aan hebben (=er weinig mee kunnen doen)
- er geen pap van gegeten hebben (=er weinig over weten)
- niet over rozen gaan (=er zijn nogal wat moeilijkheden)
- alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
- van pomp noch pompstang weten (=erg dom zijn, weinig weten)
- zo glad als boter (=erg glad - moeilijk te pakken te krijgen)
- op een zuinigje (=erg goedkoop - weinig moeite doend)
- geen turf hoog zijn (=erg klein zijn, erg teleurgesteld zijn)
- vorderen als een luis op een teerton (=erg moeizaam opschieten)
- een zware wissel trekken (=erg veel eisen)
50 dialectgezegden bevatten `ei`
- ei kan nog nie alleen pissen (=hij is nog veel te jong, te onervaren) (Sint-Niklaas)
- ei kan nog nie alleen pissen; ei is nog nat achter zèn oûren (=een jongen die vowassen wil doen...) (Sint-Niklaas)
- Êi ken op un bördje (=Een erg goed persoon) (Volendams)
- ei kikt zoe schjaal as nen otter (=het is een schele) (Sint-Niklaas)
- ei kom daf op zèn zokken (=hij komt stil (ongemerkt) voorbij) (Sint-Niklaas)
- ei kuist zèn schup af (=hij vertrekt) (Sint-Niklaas)
- ei lank gezicht trékke (=misnoegd zijn) (Opglabbeeks)
- ei lietem uit zijn broek angen. (=Hij was verontwaardigd.) (Clings)
- ei lig te ronken gulllèk e veirken (=hij ligt heel hard te snurken) (Sint-Niklaas)
- ei lig te wietelen (=hij ligt niet stil in bed) (Sint-Niklaas)
- ei ligd op zenne zwing, 'ij 'eed e vel over zijn oëgen (=Hij slaapt) (Melseels)
- ei likerk ne gesketen, lieë ei ne geeten (=had liedekerke niet gesmokkeld, dan had denderleeuw geen eten gehad) (Liedekerks)
- ei loopt rond gullèk e kieken dad een ei moet gô leigen (=hij loopt onrustig rond) (Sint-Niklaas)
- ei loopt rond gullèk ne puit op nun erte wegel (=hij wankelt en kan moeilijk gaan) (Sint-Niklaas)
- ei loopt soe recht as een kjeis (=hij loopt mooi rechtop) (Sint-Niklaas)
- ei loûpt soe krom as ne zichel (=hij loopt helemaal krom) (Sint-Niklaas)
- ei mag al doët en in de kuip (=hij is te dik) (Melseels)
- ei mag zèn kalot ies loaten afdoen (=hij mag eens naar de kapper gaan) (Sint-Niklaas)
- ei moe scharten veur toe te kommen (=hij heeft het lastig om de eindjes aan elkaar te knopen) (Wetters)
- ei moeft nie (=hij zegt niets) (Sint-Niklaas)
- ei moet eirst ze tuil uittuile (=hij moet eerst even uitrazen) (Volendams)
- ei pakt stoep (=hij grijpt er naast) (Melseels)
- ei pakte mî bè mènne schabbernek (=hij pakte mij bij de kraag) (Sint-Niklaas)
- ei probeit oeger te kakke dan ze gat stoot (=Hij probeert zich beter voor te doen dan hij is) (leuvens)
- ei rispap eheten (=zeurpiet) (Zeeuws)
- ei rosten, oeveel kosten au wosten? (=Om een roodharige uit te schelden) (Lokers)
- ei scheit mier dan dat'ei eet (=hij geeft veel uit) (Zottegems)
- ei schiet van juut naar jér (=hij draait alle kanten uit) (Graauws)
- ei shuk i de vaan, of i de kloete (=een stuk in de kraag) (Nuths)
- ei sjterk sjtõk in ein aaj bòks (=Dat is een sterk staaltje.) (Roermonds)
- ei slopt er nie op (=hij is er vlug bij) (Sint-Niklaas)
- ei slopt gullèk een roûs (=hij slaapt rustig en vast) (Sint-Niklaas)
- ei smeet zen fraine toe. (=Hij remde.) (Zottegems)
- ei springt erop gullèk nun bok op doaverkist (= haverkist) (=hij kan niet langer wachten om te beginnen eten) (Sint-Niklaas)
- ei stinkt gelijk de peste (=iemand met een lijfgeur) (Zottegems)
- ei stinkt gullèk nen bok (=iemand die hevig stinkt) (Sint-Niklaas)
- ei sto fol mè wuffels (=hij staat vol blaasjes) (Sint-Niklaas)
- ei stoa ob uure (=Hij heeft een afspraak) (Hansbeeks)
- ei stod in zènnun bloten, ei stod in zènne paddurrun (=hij staat naakt) (Sint-Niklaas)
- ei stroent in joen oagen (=Zie je het niet) (Staens)
- ei stukte van den trap (=hij viel van de trap) (Sint-Niklaas)
- ei stök in die kloeate höbbe (=dronken zijn) (Steins)
- ei t oeait zo zout eheten (=raak) (Zeeuws)
- ei t'n noe hlad hin voeruhu (=hij gebruikt zijn verstand (niet) ) (Zeeuws)
- ei trekt e vies wezen; ei kikt koat (=hij trekt een lelijk gezicht) (Sint-Niklaas)
- ei trekt eel goed op zè vodder (=hij gelijkt heel erg op zijn vader) (Sint-Niklaas)
- ei trekt goe zènne streng (=hij kan goed zijn plan trekken) (Sint-Niklaas)
- ei u gejeund (=vond je het prettig) (Kortrijks)
- ei un puut in je kele (=schorre stem) (Zeeuws)
- ei uut n dulf efrete n (=iemand heeft een stink wind gelaten) (Zeeuws)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen