Spreekwoorden met `MA`

Zoek


800 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `MA`

  1. gebraden duiven vliegen nieMAnd in de mond (=je krijgt niets zomaar (zonder er enige moeite voor te doen))
  2. gedeelde sMArt is halve sMArt (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
  3. geef een MAn een vis dan heeft hij die dag te eten (=je kunt iemand beter leren vissen dan heeft hij z`n leven lang vis te eten)
  4. geen beter geMAk dan eigen dak. (=thuis voel je je het meest op je gemak)
  5. geen bokkensprongen kunnen MAken (=weinig geld hebben om extra dingen te kunnen kopen)
  6. geen cent te MAkken hebben (=weinig te besteden hebben)
  7. geen complimenten MAken met (=niet ontzien, beslist optreden)
  8. geen haring zo MAger of men braadt er vet uit. (=zelfs uit iets kleins of ogenschijnlijk onbelangrijks valt wel iets waardevols te halen.)
  9. geen MAat weten te houden (=onbeheerst doorgaan waarmee men begonnen is)
  10. geen MAn over boord zijn (=iets is niet zo erg, het had veel erger gekund)
  11. geen mens is zijn eigen MAker. (=beoordeel iemand niet om hun uiterlijk.)
  12. geen plaatje MAken (=er niet geweldig uitzien)
  13. geen slapende honden wakker MAken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
  14. geld dat stom is, MAakt recht wat krom is (=mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten)
  15. geld MAakt niet gelukkig (=er is meer in het leven dan rijkdom)
  16. geloof nooit ieMAnd die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)
  17. geluk is de kunst een boeket te MAken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
  18. gepokt en geMAzeld zijn (=al veel ervaring hebben)
  19. gewag MAken van (=verwijzen naar, melding maken van)
  20. goede sier MAken (=er (overdreven) goed van leven / goed overkomen bij anderen)
  21. gooi het MAar in je pet (=er komt niks van in)
  22. grote pracht, weinig MAcht. (=je voordoen als een rijk man terwijl je arm bent)
  23. hebben is hebben MAar krijgen is de kunst (=iets hebben is goed, maar iets bijkrijgen is beter)
  24. heel wat in zijn MAndje hebben (=veel geleerd hebben, veel weten)
  25. heleMAal van slag zijn (=in de war zijn)
  26. helse MAchine (=bom)
  27. het erg bont MAken (=zich al te fel te buiten gaan)
  28. het gelijk van de visMArkt hebben (=iemand die (altijd) probeert men een grote mond zijn gelijk te krijgen)
  29. het gras voor de voeten wegMAaien (=de woorden uit de mond nemen - alle kansen ontnemen)
  30. het grootste mirakel duurt MAar drie dagen. (=mensen vergeten snel)
  31. het ieMAnd warm MAken (=iemand in moeilijkheden brengen)
  32. het is alle dagen visdag MAar geen vangdag (=als de buit of vangst tegen valt)
  33. het is altijd vet op een anderMAns schotel (=een ander heeft het schijnbaar altijd beter)
  34. het is beter een anderMAns hemd dan geen (=wat men niet heeft kan men desnoods nog altijd lenen)
  35. het is de toon die de muziek MAakt (=het gaat om de manier waarop iets gezegd wordt)
  36. het is dief en diefjesMAat (=het is allemaal even erg)
  37. het is een kwade wind die nieMAnd voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
  38. het is een slechte bruiloft waar MAar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
  39. het is een slechte muis die MAar een hol heeft (=je doet er best aan een alternatieve oplossing achter de hand te hebben)
  40. het is een wijze MAn, die MAat ramen kan. (=wijsheid komt van het vermogen om situaties te begrijpen en hoe daar op te reageren)
  41. het is goed riemen snijden uit anderMAns leer (=met andermans eigendom kan men gemakkelijk kwistig omgaan)
  42. het is licht dansen op anderMAns vloer. (=geld van anderen uitgeven is makkelijk.)
  43. het is MAar een strovuurtje (=het ziet er erg uit, maar het is snel voorbij)
  44. het is MAar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
  45. het is MAar hoe de kaarten vallen (=het hangt van het lot af)
  46. het is muis als moer, een staart hebben ze alleMAal. (=beide opties zijn vervelend)
  47. het is naar de MAan (=het is kapot)
  48. het is niet om de knikkers MAar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
  49. het is niet voor de ganzen geMAakt (=we kunnen het maar beter uitdrinken)
  50. het land hebben aan iets/ieMAnd (=een hartgrondige afkeer hebben)

1184 betekenissen bevatten `MA`

  1. op je bek gaan (=een grote fout MAken; afgaan)
  2. stukken maken (=een grote indruk MAken , veel kapot MAken)
  3. een boom van een kerel (=een grote MAn)
  4. grote parade en klein garnizoen (=een grote vertoning MAar niet veel zaaks)
  5. iemand niet kunnen luchten of zien (=een hekel aan ieMAnd hebben)
  6. de hoofdvogel schieten (=een hoofdprijs winnen, MAar vaak ironisch bedoeld. Letterlijk: de hoofdvogel is de hoofdprijs bij het vogelschieten)
  7. droge stokvis (=een houterig ieMAnd)
  8. het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het MAteriële kan ten koste gaan van het spirituele)
  9. een ridder van de el (=een kleerMAker)
  10. wie zijn naasten te schande maakt, onteert zichzelf (=een klein foutje, kan een groot geheel te schande MAken)
  11. een blok aan het been (=een last zijn voor ieMAnd anders.)
  12. eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, MAar de waarheid blijft altijd waar)
  13. een achterdeurtje (=een MAnier om iets te ontduiken)
  14. advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, MAar die je geeft om reacties uit te lokken)
  15. de wind waait uit die hoek (=een mening van ieMAnd uit een bepaalde groep/partij)
  16. de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichamelijke MAar ook geestelijke behoeftes.)
  17. belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig MAken)
  18. een nieuwe bron aanboren (=een nieuwe MAnier vinden om iets te krijgen)
  19. een flater slaan (=een nogal domme fout MAken)
  20. een ongeluk komt te paard en gaat te voet (=een ongeluk is snel gebeurd, MAar de gevolgen slepen lang aan)
  21. bij Neck om naar Den Haag (=een onnodige omweg MAken)
  22. een krakende wagen (=een onzekere zaak - ieMAnd met een zwakke gezondheid)
  23. een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakMAnschap)
  24. op oud ijs vriest het licht (=een oude kwaal komt geMAkkelijk weer boven)
  25. een oude bok lust nog wel een jong/groen blaadje (=een oude MAn is nog wel seksueel geïnteresseerd in een jong meisje)
  26. tegen het zere been schoppen (=een pijnlijke opmerking MAken over iets wat gevoelig ligt)
  27. een wet van Meden en Perzen zijn (=een regel waarvan nooit MAg worden afgeweken)
  28. een rijke stinkerd (=een rijk ieMAnd)
  29. een vette gans bedruipt zichzelf (=een rijk ieMAnd kan zichzelf redden)
  30. doekje voor het bloeden (=een schrale troost, of een ontoereikende, slechts symbolische MAatregel)
  31. het verkorven hebben (=een slechte beurt geMAakt hebben bij ieMAnd)
  32. een slecht figuur slaan (=een slechte indruk MAken)
  33. een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, MAakt de hele groep slecht)
  34. iemand op zijn vestje spuwen (=een standje geven en ongenoegen over ieMAnd uiten)
  35. op het verkeerde paard wedden (=een verkeerde inschatting MAken)
  36. het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze MAken)
  37. een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door ieMAnd anders laten uitkiezen)
  38. een man in bonis (=een welgesteld MAn)
  39. een bedrijvige Martha zijn (=een zeer ijverige vrouw zijn (MArtha= bijbels symbool voor hardwerkende huisvrouw))
  40. een hartje zonder zorg (=een zorgeloos ieMAnd)
  41. de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden geMAakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
  42. willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe ieMAnd is)
  43. het recht in eigen hand nemen (=eigenMAchtig optreden)
  44. ziek of ziekenhuis? (=eind aan discussie MAken)
  45. er een kruisje bij zetten (=er attent op MAken)
  46. onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers (=er bestaan nu eenMAal merkwaardige mensen)
  47. er een streep onder zetten (=er een eind aan MAken, ermee stoppen)
  48. er een potje van maken (=er een janboel van MAken)
  49. al voor heter vuren gestaan hebben (=er erger meegeMAakt hebben)
  50. om de vinger winden (=er geMAkkelijk baas over worden)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen