Spreekwoorden met `kom`

Zoek


167 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kom`

  1. van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
  2. van praat komt praat (=een nieuwtje wordt snel verder verteld)
  3. van uitstel komt afstel (=als je iets niet meteen doet, loop je het risico dat het nooit meer gebeurt)
  4. vechten dat de kraaien om de brokken komen (=hevig vechten)
  5. vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)
  6. voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
  7. waar meerderman komt moet minderman wijken (=als een machtig persoon iets zegt, moet de minder machtige zwijgen)
  8. wat van apen komt wil luizen (wat van katten komt wil muizen) (=zijn afkomst kan men niet verloochenen)
  9. wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
  10. weer boven water komen (=weer tevoorschijn komen)
  11. wie eerst komt eerst maalt (=wie eerst komt krijgt het beste)
  12. wie het eerst komt, het eerst maalt (=het wordt toegekend aan degene(n) die het eerst komt)
  13. wie tot een penning geboren is kan tot geen stuiver komen (=wat het lot voor je in petto heeft kan je niet ontlopen)
  14. zo komt het kalfje weer bij zijn moer (=zo komt wat verloren was weer in orde)
  15. zo komt het luie zweet eruit (=gezegd van iemand die hard werkt)
  16. zo welkom als een hond in de keuken (=absoluut niet welkom)
  17. zorg dat daar geen zwarte hond tussen komt (=pas op dat het niet misgaat)

292 betekenissen bevatten `kom`

  1. van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
  2. er geen speld tussen kunnen krijgen (=iets klopt precies, geen gelegenheid krijgen in een gesprek ertussen te komen)
  3. iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
  4. een kink in de kabel komen (=iets tussen komen)
  5. met iets op de proppen komen (=iets vertellen, ermee voor de dag komen)
  6. een heilige koe (=iets waar je niet aan mag komen en zuinig op bent, voor sommige mensen is dat bijv. een auto)
  7. wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
  8. een witte raaf (=iets wat zelden voorkomt, een zeldzaamheid)
  9. de kast indraaien. (=in de gevangenis komen.)
  10. de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
  11. tussen de wal en het schip geraken (=in de knel komen, iets raakt per ongeluk verloren of zoek)
  12. aan de bedelstaf raken (=in een situatie terechtkomen waarin je geen geld of bezittingen meer hebt)
  13. op grote schaal (=in het groot , zeer veel voorkomend)
  14. als de nood het hoogste is, is de redding nabij (=in hoge nood komt er vaak plotseling een oplossing)
  15. te hoop lopen (=in opstand komen)
  16. een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
  17. je bedje is gespreid (=je komt in een situatie terecht waarin alles al voor je geregeld is)
  18. wie pleit om een paard, behoudt de staart. (=je kunt beter wat toegeven, dan het tot een duur en langslepende kwestie te laten komen)
  19. wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje (=je kunt nooit boven de stand komen waarin je geboren bent. Arm geboren, zal wel arm blijven)
  20. de vis aardt naar de zee (=je kunt wel zien waar hij vandaan komt)
  21. je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
  22. `t Mag vloeien, `t mag ebben. Die niet waagt zal `t niet hebben (=je moet niet denken als je niets onderneemt dat ze het dan bij je thuis komen bezorgen)
  23. voor de draad ermee (=kom tot de kern van het verhaal.)
  24. vooruit met de geit (=komaan, we doen voort.)
  25. je verdiende loon krijgen (=krijgen wat hem toekomt (meestal iets slecht))
  26. met de nachtschuit komen (=laat komen / iets vertellen dat iedereen al weet)
  27. er blijft veel aan maat en strijkstok hangen (=lang niet alles komt op zijn plaats terecht)
  28. er zijn altijd meer zwijgers dan sprekers (=lang niet iedereen komt altijd voor zijn mening uit)
  29. het roer in handen hebben (=leiding geven en door moeilijke tijden heen komen)
  30. al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel (=leugens komen altijd uit)
  31. geen zorgen voor de dag van morgen (=maak je nu nog niet druk over mogelijke toekomstige problemen)
  32. je uit de voeten maken (=maken dat men wegkomt)
  33. precies in mijn straatje zijn (=me precies goed uitkomen op het juiste moment)
  34. elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=men moet zich niet zorgen maken over de toekomst)
  35. de lont in het kruit werpen (=mensen laten loskomen, opstoken)
  36. onder een staand zeiltje is het goed roeien (=met een klein vast inkomen, verdient men al gauw genoeg voor de kost)
  37. zuidwest, regennest. (=met een zuidwesten wind komt vaak regen)
  38. de domste boeren hebben de dikste aardappelen (=met geluk komt men vaak verder dan met verstand)
  39. leugens hebben korte benen (=met liegen kom je niet ver)
  40. praatjes vullen geen gaatjes (=met praten alleen komt men er niet, er moet ook wat gedaan worden)
  41. een rak in de wind (=met veel werk langzaam vooruit komen (een lang recht stuk tegenwind zeilen))
  42. als bijen naar de honing komen (=met velen komen en sterk gemotiveerd zijn)
  43. met de deur in huis vallen (=meteen ter zake komen / onmiddellijk over datgene beginnen waarvoor men kwam zonder)
  44. door de ouderdom wordt de wolf grijs. (=mildheid komt met de jaren)
  45. het eind zal de last dragen (=moeilijkheden en problemen komen vooral als het werk bijna af is)
  46. na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
  47. een slag om de arm houden (=niet direct alles vertellen of voorzichtig zijn om toekomstige problemen voor te zijn)
  48. hier niet zijn om vliegen te vangen (=niet gekomen om de tijd de verdoen)
  49. verstek laten gaan (=niet komen opdagen)
  50. je kat sturen (=niet komen opdagen)

50 dialectgezegden bevatten `kom`

  1. kom is hierenoppe (=kom eens hierheen) (Groesbeeks)
  2. kom j'over de hond, kom j'over de steert (=dit kan er ook nog wel bij) (Westerkwartiers)
  3. Kóm maar binne, dao hingk d'r genne achter de deur (=Wordt gezegd tegen iemand die aarzelt om binnen te komen) (Venloos)
  4. kom maor bi'j mi'j op de karsemarse (=kom maar op mijn rug) (Steenwijks)
  5. kom mar bie Bart in de rieje (=op je beurt wachten) (Nunspeets)
  6. kom mar es efkes kieken (=kom maar eens kijken) (Lierops)
  7. kom mèr op mene sjaut zitte (=kom maar bij mij!) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. kom mèt zau get taus (=daar heb je niets aan!) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. kom mo in maain groeb (=jij mag er bij komen) (tervurens)
  10. kom moar bjinn, ge moe-dier nie wjirkn (=je bent welkom) (Kaprijks)
  11. kom ne kieër (=kom eens) (Kaprijks)
  12. kom nog ien de geut tereg (=loopt slecht met iemand af.) (Nijmeegs)
  13. kom nou gauw... Ga nou gauw deur.. (=hou és op) (Utrechts)
  14. kom oere sjoj mèr ès trèghaole (=je bent uitgenodigd voor een tegenbezoen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. kom oos es weer nao (=kom weer eens langs) (Vechtdals)
  16. kom sebiet (=Ik kom er zo aan) (`t-Heikes)
  17. kom toe 't berre uut (=kom uit bed) (Westerkwartiers)
  18. kom uit oi koot! (=kom voor de dag (assertief zijn) ) (Waregems)
  19. kom us dis (=kom eens hier) (Ewijk (Euiwwiks))
  20. kom us hersop (=kom eens deze kant op) (Eersels)
  21. kom veer gaon 'm aafligke (=Een dode gaan verzorgen) (Roermonds)
  22. kom voe voelee, zaai 't ij de woale (=zoals je wilt) (Brakels)
  23. kom vots (=kom verder) (Schulens)
  24. kom vrouw, wie goat noar berre, de leu wilt noar hoes (=Een eind aan een visite maken) (Twents)
  25. kom wel tuus en de wiend vanachtre (=als iemand naar huis gaat zegt men) (lichtervelds)
  26. komd allier (=kom hier) (Meers)
  27. komdalier! (=kom hier!) (Meers)
  28. komde derekt verom (=kom je direct terug) (turnhouts)
  29. komde gei nog wa? (=kom je nog?) (Boksmeers)
  30. komde gij? (=kom je?) (Helenaveens)
  31. komde sebiet? (=kom jij dadelijk?) (Roosendaals)
  32. komdisefkes ier (=kom eens eventjes hier) (Antwerps)
  33. kommar deur / komde gij mar wijer jong (=welkom, kom maar verder naar binnen) (Oudenbosch)
  34. komme binn de kortste kièèrn (=ik kom zo vlug mogelijk) (Lichtervelds)
  35. komme binn de kortste kièèrn (=ik kom zo vlug mogelijk) (Kortemarks)
  36. komme tendn (=ik kom slecht) (Tielts)
  37. kommie ower'n hoond dan kommie ok ower'n stet (=kom je over de hond dan kom je ook over de staart) (Twents)
  38. kommis hés (=kom eens hier) (Lommels)
  39. komp ter in (=kom binnen) (Sallands)
  40. komst d'r uut? (=komen - kom je er uit?) (Westerkwartiers)
  41. komst domm'nt nog eemkes (=kom je straks nog even) (Westerkwartiers)
  42. komt 'ns op de klep gevalle (=kom eens langs) (Geffes)
  43. komt der in, kuj der uut kiek'n (=kom binnen) (Twents)
  44. komt er mor mè vur de pinnen (=kom er maar mee te voorschijn) (Sint-Niklaas)
  45. komt mar unne keer oan weije (=kom maar een keer langs) (Liths)
  46. komter mèer èn, thaus vilt nie èn (=kom maar binnen, we doen hier niemand kwaad) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. Koom sebiet (=Ik kom seffens) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  48. Kum se auch? (=kom je ook?) (Limburgs)
  49. Kum se in de stad, en wat suus ze, Pruuse (=kom je in de stad, zie je alleen maar Duitsers) (Venloos)
  50. Kum se un tas koffie drinken bie mich (=kom je een kop koffie drinken bij mij) (Limburgs)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen