Spreekwoorden met `is`

Zoek


765 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `is`

  1. de bal misslaan (=zich vergissen)
  2. de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
  3. de beer is los (=er gebeurt opeens van alles; er ontstaat ruzie of paniek)
  4. de berg heeft een muis gebaard (=ondanks de grote beloften is er vrijwel niets van terecht gekomen)
  5. de boer eet vis als het spek op is (=je moet tevreden zijn met wat je hebt)
  6. de bom is gebarsten (=een langdurige spanning of conflict is tot een uitbarsting gekomen)
  7. de boot is aan (=de maat is vol)
  8. de boot missen (=te laat zijn)
  9. de degens kruisen (=de strijd aangaan)
  10. de drempel is glad. (=er komt veel bezoek)
  11. de druk is van ketel (=de grootste spanning is voorbij)
  12. de een z`n dood is een ander z`n brood (=wat voor de één een nadeel is, daar profiteert een ander van)
  13. de eerste klap is een daalder waard (=een goed begin is het halve werk)
  14. de ene dienst is de andere waard (=wanneer iemand helpt, doet men graag iets terug)
  15. de geest is gewillig maar het vlees is zwak. (=geef niet toe aan verboden verleidingen)
  16. de geest is uit de fles (=dit is niet meer controleerbaar)
  17. de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
  18. de haan is de baas als de hen niet thuis is. (=de vrouw is de baas in huis, ook al vindt de man van niet)
  19. de handen thuis houden (=niet aanraken)
  20. de heler is net zo goed als de steler (=wie gestolen goed koopt is even slecht als de dief)
  21. de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
  22. de jongste schepen wijst het vonnis (=de kinderen willen het het best weten)
  23. de juiste man op de juiste plaats zijn (=zeer geschikt zijn voor het werk)
  24. de klop is er op (=ze is 28 jaar)
  25. de koe is vergeten dat hij kalf geweest is. (=zeurende ouderen vergeten dat ze vroeger ook wild waren)
  26. de koek is op (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
  27. de kop is eraf (=er is een begin gemaakt)
  28. de kou is uit de lucht. (=het is opgelost)
  29. de kust is veilig (=alles is in orde - er is niemand in de buurt)
  30. de lens is uit de wagen (=de zaak is vastgelopen)
  31. de maat is vol (=het wordt niet langer getolereerd)
  32. de mijn is verkeerd gesprongen (=ongeveer als: wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in)
  33. de mis aan de muur plakken (=niet naar de mis gaan (verzuimen))
  34. de molen is/loopt door de vang (=de zaak of persoon is in de war (gek))
  35. de mossel doet de vis afslaan. (=veel slechte waar op de markt doet de prijzen van de goede waar dalen)
  36. de nacht is een goede raadsman. (=een nachtje slapen is goed bij het nemen van beslissingen)
  37. de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw vergeten)
  38. de peer is nog niet rijp (=de zaak is nog niet in orde)
  39. de pen is machtiger dan het zwaard (=woorden kunnen meer teweeg brengen dan wapens)
  40. de plank misslaan (=niet het goede inzicht hebben; ernaast zitten)
  41. de rechte weg is de beste (=eerlijkheid loont)
  42. de reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent (=geef niet op voor het doel geheel is bereikt)
  43. de room is er af. (=er is weinig meer aan te verdienen)
  44. de schop afkuisen (=stoppen met het werk)
  45. de sleutel op de doodskist leggen (=een erfenis weigeren)
  46. de teerling is geworpen (=de beslissing is genomen)
  47. de tijd is snel, gebruikt hem wel. (=verspil geen tijd aan onbelangrijke dingen)
  48. de verloren zoon is terecht (=wat (of wie) al lang verloren was, is teruggevonden)
  49. de vis aardt naar de zee (=je kunt wel zien waar hij vandaan komt)
  50. de vis begint te stinken bij de kop (=het loopt het eerst mis bij de leiding)

951 betekenissen bevatten `is`

  1. dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
  2. als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
  3. de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw vergeten)
  4. uit het oog, uit het hart (=de aandacht voor iemand verliezen, als die persoon niet meer in de nabijheid is)
  5. de aanval bloedt dood (=de aanval komt geleidelijk uit op een mislukking)
  6. tussen mal en dwaas zijn (=de bakvisleeftijd hebben)
  7. de kurk waarop de zaak drijft (=de basis (steun) van het geheel)
  8. iemands rechterhand zijn (=de belangrijkste assistent zijn)
  9. de rubicon overtrekken (=de beslissende stap ondernemen)
  10. de teerling is geworpen (=de beslissing is genomen)
  11. de kogel door de kerk laten gaan (=de beslissing nemen)
  12. het beste paard van stal. (=de beste die er bij is)
  13. aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
  14. in het honderd sturen/lopen (=de boel met opzet mis laten lopen, in de war laten lopen)
  15. de vogel is gevlogen (=de dader is al weg (of gevlucht))
  16. tussen de regels door lezen (=de diepere betekenis van een tekst begrijpen)
  17. de druk is van ketel (=de grootste spanning is voorbij)
  18. als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
  19. eén onderrok trekt meer dan twee paarden. (=de invloed van een vrouw is heel sterk)
  20. een vrouwenhaar trekt sterker dan tien paarden. (=de invloed van een vrouw is zeer sterk)
  21. de rechte man op de rechte plaats (=de juiste man voor de juiste taak)
  22. bomen ontmoeten elkaar niet, mensen wel (=de kans dat je iemand toevallig tegenkomt is groot)
  23. er dik in zitten (=de kans is groot dat het zo is)
  24. ars longo vita brevis (=de kunst blijft lang en het leven is kort)
  25. de beste paarden staan op stal. (=de leukste meisjes gaan niet uit)
  26. de boot is aan (=de maat is vol)
  27. de mens wikt, maar God beschikt (=de mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt)
  28. holle vaten klinken het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  29. het slechtste wiel van de wagen kraakt meest. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  30. ijdele tonnen rollen het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  31. iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
  32. niet door de beugel kunnen (=de norm overschrijden van wat aanvaardbaar of behoorlijk is)
  33. als een spin in het web (=de persoon of organisatie waar alles om draait)
  34. het land van belofte (=de plaats waar het goed toeven is)
  35. roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
  36. de hel breekt los (=de ruzie is begonnen.)
  37. de dader ligt op het kerkhof (=de schuldige is niet te vinden)
  38. tijd heeft vleugels en geen teugels. (=de tijd gaat snel en is niet te beïnvloeden)
  39. de haan is de baas als de hen niet thuis is. (=de vrouw is de baas in huis, ook al vindt de man van niet)
  40. de peer is nog niet rijp (=de zaak is nog niet in orde)
  41. de lens is uit de wagen (=de zaak is vastgelopen)
  42. het varken is door de buik gestoken (=de zaak is vooraf bedisseld)
  43. de baars vergallen (=de zaak laten mislukken)
  44. de molen is/loopt door de vang (=de zaak of persoon is in de war (gek))
  45. een zondagse steek houdt geen week (=de zondag is geen werkdag maar de dag des Heeren)
  46. je beslag krijgen (=definitief ten einde lopen , beslist worden)
  47. het klopt als een bus (=deze uitdrukking is een contaminatie van het sluit als een bus met: het klopt als een zwerende vinger)
  48. die is vis (=die is dronken)
  49. het zit eraan bij hem/haar (=diegene kan het betalen, er is genoeg)
  50. je kan niet door een muur lopen, behalve als er een deur in zit (=dingen kunnen alleen gedaan worden als er een reële kans toe is)

50 dialectgezegden bevatten `is`

  1. 't es e fluitjen va ne seng (=het is gemakkelijk) (Meers)
  2. 't es echt dat 't woar es (=het is zeker de waarheid) (Waregems)
  3. 't es ee ne nechte oeljefrot (=het is hier rommelig) (Hals)
  4. 'T es een biëlle tussen die twië (=De verloving is afgesprongen (gedaan) ) (Harelbeeks)
  5. 't es een erm skeupsel (='t is een arme sukkelaar) (Walshoutems)
  6. 't es een scheet in een fles (=het is de moeite niet) (Moes)
  7. 't ès èr mojer gesketen (='t is helemaal haar moeder) (Meers)
  8. 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
  9. 't ès flok weer (=het weer is veranderlijk, niet droog) (Meers)
  10. 't es gesketen, a liet ze zitten (=de verloving is verbroken) (Meers)
  11. 'T es giële dagen bytt'n en bass'n (=Ganse dagen is het gesnauw en gebeten) (Harelbeeks)
  12. 't ès grat èr mojer (='t is helemaal haar moeder) (Meers)
  13. 't es ie nie ve ne gouë lowie zè (=het is niet zó belangrijk) (Ninoofs)
  14. 'T es iën eirle (=Hij is zat) (Harelbeeks)
  15. 't Es ienen van ten alf vijven donkere. (=Hij is niet slim.) (Zelzaats)
  16. 't es ier ander peper of bij den hamburgerboer (=het is hier veel beter) (Gents)
  17. 'T es ier ne veull'n boel (=Het is hier een rommel van jewelste) (Harelbeeks)
  18. 't es ier precies een duivepiere (=er is hier veel beweging (van personen) ) (Wetters)
  19. 't es iet gescheete (='t is niet min) (Zolders)
  20. 't es iet va vouëf ve ne frang (=het is niet veel waard) (Ninoofs)
  21. 't es in de sacoche (=de zaak is voor mekaar) (Lovendegems)
  22. 't es in de sakkosj (=da's voor mekaar / de buit is binnen) (Wichels)
  23. 't es in de sakosj (=de zaak is afgehandeld) (Meers)
  24. 't es in ordre (='t is in orde) (Waregems)
  25. 't ès jinne voer ip de kriekelaere te zetn (=Dat is een zeer lelijke vrouw) (Lauws)
  26. 't es juust azooë (=het is precies zo) (Waregems)
  27. 't es ljeeluk verkwoad (='t is ontstoken en verzworen) (Waregems)
  28. 'T es lyk 't kot van d'èlle (=Het is er zeer lawaaierig) (Harelbeeks)
  29. 'T es lyk den deuvle en zyn moere (=Het is een prachtig koppel) (Harelbeeks)
  30. 't es mae verdroten / verlieëd (=nu is het genoeg) (Wichels)
  31. 'T es mee grwutt'n doedoe (=Het is met veel omslag en ostentatie) (Harelbeeks)
  32. 'T es mee ipgezette zinne (=Het is opzettelijk) (Harelbeeks)
  33. 't es meen'ns wa da 'k zegge (=mijn gedacht (e) is wet) (Waregems)
  34. 't es meiren vrug dag (=het is morgen vroeg dag we moeten vroeg opstaan om te werken) (Meers)
  35. 't es mij verliet (=Het is me beu) (Hansbeeks)
  36. 't es nar de vantjes (=het is stuk) (Wichels)
  37. 't es ne azèèn pisser (=hij is een zuurpruim) (Hals)
  38. 't es ne kleine van... (=hij is zoon van...) (Ninoofs)
  39. 't es ne skuddebuindle (=alles is wanordelijk verpakt) (Waregems)
  40. 't es ne zeemelirre (=hij is een onrustig persoon) (Gents)
  41. 't es nen auverechtsn (=hij is tegendraads) (Meers)
  42. 't es nie veel apoeërt (='t is niet veel zaaks) (Meers)
  43. 't Es nie vier de wens, maer vier de cens. (='t is niet voor de wensen, maar voor de centen.) (Genker)
  44. 't es nikskn (=het is niets, het is niet erg) (Meers)
  45. 't es noa de kluud'n (=Het is om zeep) (Hansbeeks)
  46. 't es nog ieën'n van zin ieëste brouwk (=Hij is nog maar een beginneling) (Waregems)
  47. 't ès om ziebe (=Het is kapot) (Deinzes)
  48. 't es om ziebe (=Het is stuk) (Hansbeeks)
  49. 't es on zè lijf gegoten (=het kledingstuk is de juiste maat, de job past hem volledig) (Meers)
  50. 't ès op zeeme noë viërig (=het is zo goed als klaar) (Bilzers)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen