Spreekwoorden met `IT`

Zoek


570 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `IT`

  1. door een eiken plank kunnen zien als er een gat in zIT (=niet zo bijzonder zijn als je je voordoet)
  2. een aardige stuiver/duIT (=een mooi kapitaal)
  3. een bITter beetje (=een klein beetje)
  4. een bITtere pil slikken (=grote moeite ergens mee hebben)
  5. een bliek (spiering) uITgooien om een snoek te vangen (=met zo min mogelijk kosten proberen maximale winst te behalen)
  6. een dag is nooIT zo nat of de zon schijnt altijd wat (=ook bij nare situaties zijn er lichtpuntjes)
  7. een duIT in het zakje doen (=een kleine bijdrage leveren. (Historisch: de kleinst mogelijke gave in het collectezakje van de kerk).)
  8. een eITje (=heel gemakkelijk)
  9. een eITje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
  10. een fluITje van een cent (=een eenvoudige taak)
  11. een gek en zijn geld blijven nooIT lang bij elkaar (=geld uitgeven aan nutteloze en onnodige dingen)
  12. een glas op zijn tijd houdt de mot uIT de maag. (=wordt gezegd door mensen die graag een borreltje lusten)
  13. een goed paard maakt nog geen goede ruITer. (=niet enkel de middelen tellen, ook de vaardigheid is belangrijk om resultaat te krijgen.)
  14. een goede haan kraaIT nog wel eens weer. (=een goede leider waarschuwt meer dan eens)
  15. een groene Kerstmis een wITte Pasen. (=als Kerst warm is wordt Pasen koud)
  16. een kies uITtrekken (=veel geld afhandig maken)
  17. een kruisje is genoeg voor een boterham uIT het vuistje (=voor een gewone broodmaaltijd moet niet te veel gebeden worden)
  18. een lot uIT de loterij trekken (=precies de juiste persoon of ding gevonden hebben wat er nodig was)
  19. een ongeluk zIT in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
  20. een rad uIT de wagen. (=een flinke tegenvaller)
  21. een rib(be) uIT iemands lijf (=een grote uitgave)
  22. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruIT te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  23. een sigaar uIT eigen doos presenteren (=iemand iets aanbieden dat in feite door de ontvanger zelf is betaald)
  24. een spiering uITwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
  25. een taling uITzenden om een eendvogel te vangen (=een kleinigheid opofferen om iets belangrijks terug te krijgen)
  26. één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreIT (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
  27. een van de vijf is uIT kuieren (=hij is niet goed wijs)
  28. een veeg uIT de pan krijgen (=een klap incasseren / op zijn donder krijgen / een standje krijgen)
  29. een visje uITgooien (=proberen of ergens belangstelling voor bestaat)
  30. een wIT voetje halen (=een goede indruk maken bij de leider(s))
  31. een wITte raaf (=iets wat zelden voorkomt, een zeldzaamheid)
  32. elke bos stro waaIT voor de wind (=onder makkelijke omstandigheden kan iedereen welvaren of iets uitvoeren)
  33. en petIT comITé (=in een klein genootschap, in het geheim)
  34. er de angel uITtrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
  35. er dik in zITten (=de kans is groot dat het zo is)
  36. er een slaatje uIT slaan (=er een voordeeltje uit halen)
  37. er geen fluIT van begrijpen (=iets niet begrijpen)
  38. er geen tITtel of jota van afweten (=er helemaal geen kennis van hebben)
  39. er haring of kuIT van willen hebben (=precies willen weten hoe het in elkaar steekt)
  40. er is nog nooIT een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
  41. er muziek in zITten (=er veel van kunnen verwachten en/of plezier van beleven)
  42. er naar kunnen fluITen (=het niet krijgen)
  43. er naar uITkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
  44. er niet over uIT kunnen (=er niet over kunnen zwijgen, er zwaar door getroffen zijn)
  45. er op zITten zweten (=er moeizaam of langdurig aan werken)
  46. er uITzien als de dood van Ieper (=er slecht uitzien)
  47. er uITzien als een parnas (=er goed uitzien)
  48. er uITzien als melk en bloed (=er gezond uitzien)
  49. er voor piet snot bij zITten (=er voor niets bijzitten)
  50. er voor spek en bonen bij zITten (=er voor niets bijzitten)

691 betekenissen bevatten `IT`

  1. olie op het vuur gooien (=een sITuatie verergeren)
  2. op dood spoor zitten (=een sITuatie waarin er geen vooruITgang of hoop is)
  3. rosse buurt (=een slechte buurt (buurt met prostITutie))
  4. een wig drijven tussen (=een splITsing of misverstand bewerken)
  5. een wigge drijven tussen (=een splITsing of misverstand bewerken)
  6. iemand op zijn vestje spuwen (=een standje geven en ongenoegen over iemand uITen)
  7. er met de pet naar gooien (=een taak bijzonder slordig uITvoeren)
  8. de lont in het kruit steken/werpen (=een uITbarsting veroorzaken)
  9. een katje krijgen (=een uITbrander krijgen)
  10. de stoute schoenen aantrekken. (=een uITdaging aangaan)
  11. dat is een kwal (=een uITerst vervelend persoon)
  12. het vuur uit de sloffen lopen (=een uITerste inspanning leveren door hard te lopen)
  13. een paardenmiddel (=een uITerste remedie)
  14. een schot voor de boeg (=een uITspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
  15. een bonte kraai maakt nog geen winter (=één voorbeeld is niet genoeg om een definITief besluIT te nemen)
  16. een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uITkiezen)
  17. ergens geen kwaad kunnen doen. (=een zeer posITieve reputatie hebben ongeacht wat je doet)
  18. door de molen halen (=een zeer uITgebreide procedure doen ondergaan)
  19. klare wijn schenken (=eerlijk en duidelijk vertellen hoe de sITuatie in elkaar steekt)
  20. het kind bij de naam noemen (=eerlijk voor de mening uITkomen)
  21. een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen (=eigen bezIT beschadigt men minder dan gekregen of gehuurd bezIT)
  22. duizend doden sterven (=enorme angsten uITstaan)
  23. er niet van tussen kunnen (=er aan vastzITten)
  24. te koop lopen/staan (=er bespottelijk uITzien)
  25. eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uITzien)
  26. je schaapjes scheren (=er de winst uIThalen)
  27. de pijp aan Maarten geven. (=er definITief mee stoppen)
  28. er een slaatje uit slaan (=er een voordeeltje uIT halen)
  29. eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uITzien)
  30. er uitzien als melk en bloed (=er gezond uITzien)
  31. er uitzien als een parnas (=er goed uITzien)
  32. gezien mogen worden (=er goed uITzien)
  33. er het mes inzetten (=er grondig op ingrijpen, in de uITgaven besnoeien)
  34. zolang er leven is, is er hoop (=er is altijd hoop, dus geef nooIT op!)
  35. het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profITeren)
  36. doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feITe van tevoren gearrangeerd is)
  37. eruit zien om door een ringetje te halen (=er keurig uITzien)
  38. er komen met krabben en bijten (=er met heel veel moeITe komen)
  39. er niet mee getrouwd zijn (=er niet aan vastzITten, er niet toe verplicht zijn)
  40. geen plaatje maken (=er niet geweldig uITzien)
  41. in de knoop zitten (=er niet meer wijs uITraken - van slag zijn)
  42. er koksgast van blijven (=er niets van krijgen , er geen vooruITgang mee maken)
  43. aardappelbloed hebben (=er ongezond uITzien)
  44. het is niet koek en ei (=er ontbreekt iets aan de sITuatie)
  45. je in allerlei bochten wringen (=er op alle mogelijke wijzen proberen onderuIT te geraken)
  46. er uitzien als de dood van Ieper (=er slecht uITzien)
  47. er een melkkoetje aan hebben (=er veel voordeel uIT kunnen halen)
  48. er voor piet snot bij zitten (=er voor niets bijzITten)
  49. er voor spek en bonen bij zitten (=er voor niets bijzITten)
  50. er zijn kapers op de kust (=er zijn er die willen meeprofITeren)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen