Spreekwoorden met `ti`

Zoek


204 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ti`

  1. het is daar altijd elf ogen. (=er is daar altijd onenigheid.)
  2. het is hollen of stilstaan (=van het ene uiterste in het andere belanden)
  3. het is niet altijd kermis. (=je kunt niet altijd feestvieren.)
  4. het kan niet altijd kaviaar zijn (=niet elke dag is een topdag)
  5. het leven gaat niet altijd over rozen (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  6. het lot valt altijd op Jonas. (=het zijn altijd dezelfde personen die onheil meemaken.)
  7. het oog ziet altijd van zich af (=de eigen fouten ziet men niet, maar andermans fouten altijd wel)
  8. het tiend betaald hebben (=erg afgevallen zijn)
  9. het tij keren (=een ontwikkeling stoppen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het toenemen van zinloos geweld. Zie getij)
  10. het tij wacht op niemand. (=benut kansen voor het te laat is)
  11. het water loopt altijd naar de zee (=zij die al het meest hebben, krijgen ook het meeste)
  12. het zal er stinken/waaien (=er zal hevige ruzie zijn)
  13. hollen of stilstaan (=van het ene uiterste in het andere vallen)
  14. hoogtij vieren (=overvloedig aanwezig zijn)
  15. ieder kwartier heeft zijn manier. (=elke streek heeft haar eigen gebruiken)
  16. ieder vist op zijn getij (=iedereen maakt gebruik van het geschikte ogenblik)
  17. iemand op de vingers tikken (=een standje geven, berispen)
  18. iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
  19. iemands licht betimmeren (=in de weg staan - het licht benemen)
  20. iets tegen de penning zestien verkopen (=iets zeer duur verkopen)
  21. in een mum van tijd (=in heel korte tijd)
  22. in geen tijden (=in lange tijd)
  23. in lengte van tijd (=voor eeuwig)
  24. in partibus infidelium (=in het land der ongelovigen) (Latijn)
  25. je partij behoorlijk meeblazen (=zijn deel van de taak naar behoren uitvoeren)
  26. je penaten ergens vestigen (=zich vestigen (zich ergens thuis voelen))
  27. komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
  28. kreupel wil altijd voordansen (=de zwaksten willen het hoge woord hebben)
  29. mastiek maken (=de dagelijkse schoonmaak verrichten)
  30. met passen en met meten wordt de meeste tijd versleten (=voorbereidingen zijn dikwijls het meest tijdrovend onderdeel van een taak)
  31. met stille trom vertrekken (=vertrekken zonder iemand het te laten weten)
  32. met tijd en stond, gaat men de wereld rond. (=er is een juiste tijd is voor alles en sommige dingen hebben tijd nodig)
  33. met zijn tien geboden eten (=zonder bestek met de vingers eten)
  34. met zijn tien geboden eten. (=zonder mes en vork.)
  35. mettertijd komt Hannes in het wammes (=met veel geduld lukt het wel)
  36. mijn verstand staat er bij stil (=dat begrijp ik helemaal niet)
  37. mosterd na de maaltijd (=een oplossing die te laat komt)
  38. mutatis mutandis (=met de nodige wijzigingen) (Latijn)
  39. naar de Filistijnen (=reddeloos verloren / kapot)
  40. nattigheid voelen (=merken dat er iets niet klopt of iets niet goed gevonden wordt)
  41. neemt uw tijd te baat, te vroeg is beter dan te laat. (=wacht niet tot het te laat is)
  42. niet geschoten is altijd mis (=als je het niet probeert, komt er ook niks van)
  43. niet goed bij zijn positieven zijn (=niet op zijn gemak zijn, een beetje ziek zijn)
  44. niet hoog timmeren (=weinig verstand hebben)
  45. of men geen tien kan tellen (=zich onnozel houdend)
  46. op de kop tikken (=voor een goede prijs iets kopen)
  47. op de penning zestien (=zeer duur)
  48. op je elfendertigst (=uiterst langzaam)
  49. op je Pegasus stijgen (=een gedicht schrijven)
  50. op tijd en stond (=ten gepasten tijde, af en toe)

632 betekenissen bevatten `ti`

  1. als een vlag op een modderschuit (=dat is veel te mooi voor die situatie)
  2. volgens Bartjens (=de allereenvoudigste rekenstof (als referentie aan onderwijzer Willem Bartjens die een bekend rekenboekje schreef))
  3. tussen mal en dwaas zijn (=de bakvisleeftijd hebben)
  4. aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
  5. ketters wonen het dichtst bij de paus (=de beste vrienden van een machtig man zijn vaak zijn grootste vijanden)
  6. de mei van het leven (=de bloeitijd van het leven)
  7. de touwtjes in handen hebben (=de controle hebben over een situatie.)
  8. het oog ziet altijd van zich af (=de eigen fouten ziet men niet, maar andermans fouten altijd wel)
  9. je ei kwijt kunnen (=de gelegenheid hebben zich te uiten; of, zijn creativiteit kunnen gebruiken)
  10. de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
  11. als een spin in het web (=de persoon of organisatie waar alles om draait)
  12. ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
  13. van de wal in de sloot (helpen) (=de situatie verergeren in plaats van verbeteren)
  14. in de lift zitten (=de situatie waarin het zit wordt beter)
  15. eb en vloed wachten op niemand (=de tijd gaat gewoon door)
  16. tijd heeft vleugels en geen teugels. (=de tijd gaat snel en is niet te beïnvloeden)
  17. de tijd kent geen genade (=de tijd gaat sneller voorbij dan je denkt)
  18. niets te verletten hebben (=de tijd hebben)
  19. hora ruit (=de tijd vliet snel)
  20. met de helm (op) geboren zijn (=de toekomst kunnen voorspellen / bijzonder voorzichtig zijn)
  21. de beste stuurlui staan aan wal (=de toeschouwers kunnen het altijd beter dan de uitvoerders)
  22. het moeras insturen (=de verkeerde richting op sturen)
  23. wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
  24. alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
  25. het pleit beslechten/beslissen/verliezen (=de zaak definitief verliezen)
  26. je beslag krijgen (=definitief ten einde lopen , beslist worden)
  27. dood en begraven zijn (=definitief voorbij zijn.)
  28. bezint eer ge begint (=denk goed na over de gevolgen voordat je actie onderneemt)
  29. het klopt als een bus (=deze uitdrukking is een contaminatie van het sluit als een bus met: het klopt als een zwerende vinger)
  30. uit hetzelfde vaatje tappen (=dezelfde standpunten of opvattingen delen.)
  31. dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
  32. schijn bedriegt (=dingen zijn niet altijd zoals ze zich voordoen)
  33. voorzichtigheid is de moeder der wijsheid (=doe het voorzichtig, dan komt er geen schade)
  34. haast je langzaam (=doe het zo snel mogelijk, maar niet sneller (uit het Latijn: Festina lente))
  35. recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
  36. tijd slijt (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
  37. tijd heelt alle wonden (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
  38. de nekslag geven (=door iets wordt de situatie een te groot probleem waardoor men het niet meer aan kan)
  39. oefening baart kunst (=door veel te oefenen verbeteren de prestaties)
  40. alle vrijers zijn rijk. (=door verliefdheid de negatieve dingen van je partner niet zien)
  41. voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
  42. voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)
  43. door het lint gaan (=door woede je emoties niet (meer) onder controle kunnen houden)
  44. iets/iemand in de gaten hebben/krijgen (=doorkrijgen hoe dingen in elkaar steken of zicht houden op de situatie)
  45. heet gebakerd (=driftig van aard)
  46. met een staand zeil (=driftig, boos)
  47. met een opgestoken zeil (=driftig, boos)
  48. de oren wassen (=duchtig ervan langs geven, de waarheid zeggen)
  49. het is altijd vet op een andermans schotel (=een ander heeft het schijnbaar altijd beter)
  50. een eed met boter bezegeld. (=een belofte zonder echte intentie om de belofte na te komen)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen