275 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `na`
- genadebrood eten (=door anderen onderhouden worden)
- goed geld naar kwaad geld gooien (=geld ergens insteken waarvan bekend is dat het verlies oplevert)
- goede naam is beter dan goede olie (=een goede reputatie is beter dan veel geld)
- heet van de naald (=nog heel nieuw (van een product))
- het beestje bij zijn naam noemen (=duidelijk en precies zeggen hoe je over iets of iemand denkt; precies zeggen hoe iets zit)
- het bekomt hem als de hond de knuppel na het stelen van de worst (=het valt hem zwaar tegen)
- het harnas aantrekken (=ten strijde trekken)
- het heilig kruis achterna geven (=hopen dat iets of iemand nooit meer terugkomt)
- het hemd is nader dan de rok (=eigen familie gaat voor)
- het huilen staat hem nader dan het lachen (=hij ziet er vooral de trieste kant van)
- het is één pot nat (=het is allemaal hetzelfde)
- het is krabben op de naad (=het eten is op)
- het is naar de maan (=het is kapot)
- het is op een oor na gevild (=het is bijna klaar. Het is bijna achter de rug)
- het kind bij de naam noemen (=eerlijk voor de mening uitkomen)
- het kind moet (toch) een naam hebben (=passend of niet, je moet het kunnen noemen)
- het kruis nageven (=hopen dat hij vooral nooit meer weerkomt)
- het lot valt altijd op Jonas. (=het zijn altijd dezelfde personen die onheil meemaken.)
- het mag geen naam hebben (=het is onbetekenend (bijvoorbeeld een verwonding))
- het naadje van de kous willen weten (=alle details willen weten)
- het nakijken hebben (=te laat in actie zijn gekomen, een ander was je voor)
- het niet meer kunnen navertellen (=er aan sterven)
- het varken is op een oor na gevild/gewassen (=het is bijna klaar)
- het vat der Danaïden vullen (=nooit klaar komen met het werk)
- het water loopt altijd naar de zee (=zij die al het meest hebben, krijgen ook het meeste)
- het zijn niet de slechtste vruchten waaraan de wespen knagen (=over goede mensen worden vaak onaardige dingen verteld)
- het zilte nat (=de zee)
- hoer en tollenaar zijn onze lieve Heer ook dierbaar (=hoe slecht je afkomst is, God houdt van je)
- ieder is zichzelf het naast (=iedereen kiest in het slechtste geval voor zichzelf)
- iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
- iemand een oor aannaaien (=iemand oplichten)
- iemand het bloed onder de nagels vandaan halen (=iemand vreselijk treiteren of irriteren)
- iemand het nakijken geven (=iemand verslaan of achterlaten.)
- iemand het vuur na aan de schenen leggen (=iemand onder druk zetten)
- iemand in het naadgaren komen (=iemand erg hinderen)
- iemand na in den bloede zijn (=van iemand een bloedverwant zijn)
- iemand na-apen (=iemand na doen)
- iemand naar de barbiesjes wensen (=iemand verwensen)
- iemand naar de keel vliegen (=op iemand erg kwaad worden, aanvallen, ermee vechten)
- iemand naar de kroon steken (=z`n best doen anderen te overtreffen)
- iemand naar de maan wensen (=iemand verwensen)
- iemand naar de Mokerhei wensen (=iemand verwensen)
- iemand naar de mond praten (=vleien en vriendelijk zijn om iets gedaan te krijgen)
- iemand naar de ogen zien (=proberen iemands` wensen te raden)
- iemand naar het peperland zenden (=iemand ver van huis sturen)
- iemand tegen zich in het harnas jagen (=iemand door eigen toedoen boos maken)
- iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- iemands eer te na komen (=iemand beledigen - iemands naam aantasten)
- iemands naam door de slijk halen (=lelijke dingen over iemand vertellen)
331 betekenissen bevatten `na`
- korte rekeningen maken lange vriendschappen. (=financiële geschillen moet je direct oplossen)
- kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)
- geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
- heb het hart eens (=heb de moed om dat te doen. (Eigenlijk: als je dat doet, zal ik je ongenadig straffen))
- op de letter (=heel nauwkeurig uitgesproken)
- binnen de kortste keren (=heel snel, bijna onmiddellijk)
- er zonder kleerscheuren afkomen (=helemaal niets mankeren na een ongeluk)
- de vingers jeuken hem (=het bijna niet kunnen laten er op los te slaan)
- in zijn laatste schoenen lopen (=het einde naderen - erg ziek zijn)
- een dronkemansgebed doen (=het geld natellen (als het zo goed als op is))
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- dat loopt op zijn einde (=het is bijna afgelopen)
- het varken is op een oor na gevild/gewassen (=het is bijna klaar)
- het is op een oor na gevild (=het is bijna klaar. Het is bijna achter de rug)
- daar lusten de honden geen brood van. (=het is volstrekt onacceptabel)
- als de dagen lengen, gaan de nachten strengen (=het koudste deel van de winter valt na de kortste dag)
- je laatste troef uitspelen (=het laatste wat iemand achter de hand had naar buiten brengen)
- `t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
- het moet zo tussen neus en lippen gebeuren (=het moet bijna ongemerkt gebeuren)
- in zijn knollentuin zijn (=het naar de zin hebben)
- er met de pet niet bij kunnen (=het niet willen/kunnen snappen)
- door de zure appel (heen)bijten (=het onaangename doen of over zich heen laten gaan)
- een kort liedje is gauw gezongen (=het onaangename gaat snel genoeg voorbij)
- het hoge woord is er uit (=het onaangename is gezegd)
- het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- wie met de duivel uit één schotel wil eten, moet een lange lepel hebben. (=het valt niet mee iemand te bedriegen, die er zelf bedrieglijke parktijken op na houdt.)
- iets uit het hoofd laten (=het vaste voornemen hebben om iets na te laten, iets niet doen)
- niemand genoemd, niemand gelasterd. (=het vermijden van het noemen van namen voorkomt onnodige ruzie)
- niet thuis geven (=het verwachtingspatroon niet kunnen nakomen)
- de Hebreeërs bouwden het, maar de Egyptenaren hebben het. (Exodus 1:11-14) (=het vuile werk door anderen opknappen en het resultaat zelf pakken)
- naar water snakken als een vis (=hevig verlangen naar iets)
- zo droog als een haring (=hij zegt bijna niks)
- van tijd noch uur weten (=hoegenaamd niet weten hoe laat het is - altijd te laat komen)
- iemand uit bed lichten (=iemand `s nachts laten opstaan)
- iemand van de sokken rijden/lopen (=iemand (bijna) omver rijden of lopen)
- iemand achter de broek/veren/vodden zitten (=iemand aansporen/opjagen / nauwlettend volgen)
- de hete aardappel doorspelen (=iemand anders de vervelende klus laten opknappen)
- iemands eer te na komen (=iemand beledigen - iemands naam aantasten)
- iemand de zwartepiet toespelen (=iemand benadelen)
- iemand op de hielen zitten (=iemand bijna te pakken hebben)
- een stille in den lande zijn (=iemand die erg stil en ingetogen is of iemand die zich bijna nooit ergens mee bemoeit)
- een echte huismus (=iemand die het thuis naar zijn zin heeft, geen uitgaanstype)
- een jantje-secuur (=iemand die uiterst nauwgezet werkt)
- met één voet in het graf staan (=iemand gaat bijna dood)
- iemand vol lood pompen (=iemand genadeloos neerschieten)
- iemand van het hoofd tot de voeten meten (=iemand heel nauwkeurig onderzoeken)
- iemand met de nek aankijken (=iemand minachten of negeren.)
- iemand achter de bank schuiven (=iemand minachtend behandelen)
- iemand na-apen (=iemand na doen)
50 dialectgezegden bevatten `na`
- ët toppunt van vëtês : zoe rap sjeeë van zën tweide vroo, dat ze zën ieëste nog kan ènhaole (=toppunt van snelheid : je tweede echtgenote die de eerste nog bijbeent na de scheiding) (Munsterbilzen - Minsters)
- eurre (=het laatste woordje na een zin) (Turnhouts)
- Even aachter de pette (=Bidden bv voor of na het eten) (Giethoorns)
- Even stille wezen (=Bidden voor en na het eten) (Giethoorns)
- Even stille wezen (=Bidden , bv voor of na het eten) (Giethoorns)
- Evt auve kwebbel na is! (=Hou nu eens je mond!) (Mechels (BE))
- Fan oast na west gyn plakky te finen soa mooi as 't Bildt (=Er is niks mooiers dan het bildt) (Bildts)
- Gaten vol en dun deksel dur op (=Vriezen na veel regenweer) (Sevenums)
- geeft da zwijn nog nen oaker (=na wat luidruchtig boeren) (Waregems)
- gepeist: Wouij ouij da na gepeist (=Wie had dat nu kunnen denken) (Lebbeeks)
- Get zègke zónger bezej. (=Iets zeggen zonder na te denken.) (Gelaens (Geleens))
- get zónger bezei doon (=iets doen zonder erbij na te denken) (Heitsers)
- gezonkeed, went 't geneesd woar (=opmerking na scheet laten) (Heerlens)
- Goan heuke (=na het rooien van aardappelen het veld nog eens controleren met een tuinhaak.) (Walshoutems)
- godseentui! (=wens na niesbui) (Waregems)
- Haat ver daste trouws zen ooge goed oëpe, mer kniep ze ternoë wol es tau! (=voor het huwelijk : ogen open, na het huwelijk : soms 1 oogje dicht!) (Bilzers)
- hae haet ‘t lake mótte lègke (=zich gewonnen geven of: na een lang ziekteproces toch doodgaan) (Heitsers)
- Hae haet zich good bijein geraap. (=wordt gezegd van iemand die na een ziekte goed is opgeknapt) (Steins)
- Hae is ziene slaopkammeraod wegbringe (=na het opstaan meteen naar de wc. gaan) (Weerts)
- hae ruuk nae de schup (=hij is doodziek, op sterven na dood) (Venloos)
- Hedde da na vanzelève gezien / geweete (=Heb je dat nu ooit gezien / geweten) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Hee lóópt òl na de dokter òs 'r 'n skeet dwars fóór 't gòt sit (=Het is een echte aansteller) (Texels)
- hei lait dou te speittelen gelaik ne vis uit nen bokal (=proberen recht kruipen na een val) (Buggenhouts)
- heimertsdaag (=donderdag na Pasen) (Heitsers)
- hiere! kruipt'ermee achter d'ajtmijde (=toegeven na lang zeuren) (Kaprijks)
- Hij is 'land uit, hij is nor Wetrn goan weun (=Iemand die vertrokken is zonder adres na te laten) (Zottegems)
- hij is zo zig as 'n lemke (=na 'n straf / berisping) (Astens)
- Hij komt mee zun aaier nao Paose (=Te laat met iets aankomen, hij komt met zijn eieren na Pasen.) (Haarsteegs)
- hij zal zenne kak na wel inhouen (=hij zal zich nu wel inhouden) (Diesters)
- Hij/ zij is een Engel…en dan na een rust in de zin komt: . Al hij / zij slaapt! (=Gekscherend iemand een kwaaijongen noemen. Die meer een lief, ondeugend persoonnis) (Utrechts)
- Ich han 'ne kóp wie inge riethamer. (WT) (=Een zwaar hoofd na een avondje stappen) (Mechels (NL))
- Ich han unne kop wie unne rieëthamer. (WT) (=na overmatig alcohol gebruik heb ik hoofdpijn) (Mechels (NL))
- Ich hoch n wolk van n vroo, mér nau dat ze voert és, sjaajnt de zon wir (=na regen komt zonneschijn) (Bilzers)
- ich trèk mich de hoëre autte kop... (=ik denk vreselijk diep na) (Munsterbilzen - Minsters)
- ienkeer komt altied te loat (=spijt komt na de zonde) (Westerkwartiers)
- iëver de brêg vant kanaal noë Zietendel loeg nog een hoote brèg, baliebrèg zaagte ze doë tiëge, ze wont 'taajelëk ongelaach as naudbrèg vërret bels laeger, noët boembardement onder den oerlog. (=over het Albertkanaal richting Zutendaal lag een houten noodbrug, baliebrug genaamd, die de soldaten van het Belg. leger er zogezegd tijdelijk legden na een Duits bombardement) (Munsterbilzen - Minsters)
- ik goan na la' ' e kerremis en sazzie mert (=Ik ga slapen) (Lommels)
- Ik heb ze komokoffers langs de straat gezet. (=Vuilniszakken met persoonlijke eigendommen, meestal na einde relatie) (Rotterdams)
- ik moes van oos moeder na bed (=ik moet van mijn moeder naar bed) (brabants)
- intraën [introuwen] (=na huwelijk bij schoonouders inwonen) (Kaprijks)
- ip oi'n ei (g) n dépan (=de onkosten na verkoop zijn voor u) (Waregems)
- is da na nie ieënder in gelijk (=dat maakt toch niet uit) (Kaprijks)
- je lag me zin toute in de goute wanjekwam van de macoute, je was één karoute (=hij lag met zijn gezicht in de goot na een bezoek in de macote, want hij was erg dronken.) (werviks)
- je lig ip den blèek (=hij is ziek na een avondje stappen) (Kortrijks)
- Je mot dat bietjie zaagsel dat je nog in je kop het nou eens gebruiken ! (=Denk nou toch eens na !) (Utrechts)
- Kakt na oep de küsvraa (=Krijg nou wat) (Antwerps)
- kalle zónger bezei (=bazelen; praten zonder erbij na te denken) (Heitsers)
- kart achter d'heure (=kwart na) (Veurns)
- kee kik een steak in min klwot'n en kgoa na rus (=ik ben zat en ga naar huis) (Harelbeeks)
- kiëtër nog mér ins ën zën naoês (=denk nog maar eens goed na) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen