167 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kom`
- met beslagen paarden op het ijs komen. (=goed voorbereid zijn voor zijn taak)
- met de klompen op het ijs komen (=zich onvoorzichtig ergens begeven waar men niet thuis hoort)
- met de kous op de kop thuiskomen (=teleurgesteld thuiskomen)
- met de nachtschuit komen (=laat komen / iets vertellen dat iedereen al weet)
- met een nat zeil thuiskomen (=dronken thuiskomen)
- met een waterzeil thuiskomen (=doornat zijn)
- met hangende pootjes thuiskomen (=bewust van schuld (thuis)komen / zeer tegen zijn zin)
- met het water voor de dokter komen (=zeggen wat je bedoelt)
- met iemand in aanvaring komen (=ruzie of problemen met iemand krijgen)
- met iets op de proppen komen (=iets vertellen, ermee voor de dag komen)
- met je hoed in je hand kom je door het ganse land (maar met je pet op je test kom je er ook best) (=met beleefdheid kun je veel bereiken)
- met vragen komt men in Rome. (=wees niet bang om hulp te vragen)
- met zout komen als het ei op is (=te laat komen (met een oplossing))
- mettertijd komt Hannes in het wammes (=met veel geduld lukt het wel)
- morgen komt er weer een dag (=niet zo haastig, morgen kan het ook nog)
- na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
- niet aan zijn trekken komen (=niet krijgen wat men wil)
- nu komt de aap uit de mouw (=nu blijkt wat werkelijk de bedoeling was)
- nu komt er licht in de duisternis (=nu komt er een oplossing)
- onbeslagen ten ijs komen (=niet voorbereid zijn)
- onder de hamer komen (=op een veiling verkocht worden)
- onder de mensen komen (=buitengaan , mensen ontmoeten)
- onder ogen komen (=zich laten zien)
- ongeluk komt zelden alleen (=een tegenslag wordt vaak gevolgd door nog meer problemen)
- op de keien komen (=ontslagen worden)
- op de koffie komen (=zonder afspraak ergens heen gaan)
- op de pof komen (=iets kopen zonder direct te betalen)
- op een schoen en een slof aankomen (=niets hebben en ergens komen)
- op een strowis komen aandrijven (=helemaal berooid en arm ergens komen)
- op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
- op je pootjes terecht komen (=het komt vanzelf wel voor elkaar)
- op stoom komen (=een goed tempo bereiken)
- op verhaal komen (=uitrusten en op krachten komen)
- ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
- over de brug komen (=veel geld moeten betalen)
- over de drempel komen (=aan huis komen)
- pas uit de dop komen (=maar pas ergens aan deelnemen)
- te/van pas komen (=iets goed kunnen gebruiken)
- tekortkomen (=niet genoeg (kunnen) doen)
- tot de jaren des onderscheids komen (=oud genoeg zijn om zelf te weten/mogen wat wel en niet mag)
- uit de hoek komen (=iets onverwachts of verrassends doen.)
- uit de kast komen (=voor je [seksuele] geaardheid uitkomen)
- uit de lucht komen vallen (=doen alsof men van niets weet / erg plotseling en onverwacht)
- uit de verf komen (=goed bij anderen overkomen / zich doen opmerken)
- uit een goed nest komen (=van goede afkomst zijn)
- van achter de koeien/ploeg komen (=van boerenafkomst zijn)
- van alle markten teruggekomen zijn (=nergens voor deugen)
- van bruiloft komt bruiloft. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- van een koude kermis thuiskomen (=teleurgesteld thuiskomen)
- van kwaad tot erger komen/vervallen (=steeds erger worden)
292 betekenissen bevatten `kom`
- eten wat de pot schaft. (=eten wat op tafel komt.)
- het hoofd boven water houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)
- wie dan leeft die dan zorgt (=geen zorg om de toekomst van anderen)
- wie dan leeft, wie dan zorgt (=geen zorgen maken over de toekomst)
- esprit de l escalier (=geestig idee dat te laat komt)
- het geld groeit niet op de rug (=geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden)
- het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
- die het geluk vindt, die mag het oprapen. (=geluk komt onverwachts)
- het geluk komt in de slaap. (=geluk komt onverwachts)
- het geluk ligt in een klein hoekje (=geluk komt onverwachts)
- men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen. (=geluk komt onverwachts en kan zo weer gaan)
- uit de verf komen (=goed bij anderen overkomen / zich doen opmerken)
- dun snijden is het behoud van de worst. (=goed kunnen rondkomen door zuinig te zijn)
- wie werkt als een paard zal haver eten. (=hard werken is voor de meeste mensen geen garantie op een goed inkomen)
- op een strowis komen aandrijven (=helemaal berooid en arm ergens komen)
- lest best (=het beste van alles komt op het einde)
- beter laat dan nooit (=het is beter dat iets een beetje te laat komt, dan dat het nooit gebeurt)
- het is er zo veilig als vlees in een hondenkot (=het is er volkomen onveilig)
- late haver komt ook op (=het is niet omdat iets laat komt, dat het niet goed zou zijn)
- je weet nooit hoe een koe een haas vangt (=het kan altijd nog op onverwachte wijze tot een oplossing komen)
- dat komt als eb en vloed. (=het komt en gaat, het wisselt)
- het komt voor de bakker (=het komt in orde; het wordt geregeld)
- het is lood om oud ijzer (=het komt op hetzelfde neer)
- er komt moord en doodslag van (=het komt tot grote problemen)
- op je pootjes terecht komen (=het komt vanzelf wel voor elkaar)
- het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
- het venijn zit hem in de staart (=het slechtste komt op het laatste)
- niemand genoemd, niemand gelasterd. (=het vermijden van het noemen van namen voorkomt onnodige ruzie)
- niet thuis geven (=het verwachtingspatroon niet kunnen nakomen)
- wie het eerst komt, het eerst maalt (=het wordt toegekend aan degene(n) die het eerst komt)
- je een ongeluk lachen (=hetzelfde als `In een deuk liggen`, niet meer bijkomen van het lachen)
- zijn haring braadt daar niet (=hij is daar niet welkom)
- zo lang er leven is, is er hoop (=hoe slecht het ook staat, zolang nog niet alles verloren is, kan alles nog goed komen)
- hoer en tollenaar zijn onze lieve Heer ook dierbaar (=hoe slecht je afkomst is, God houdt van je)
- van tijd noch uur weten (=hoegenaamd niet weten hoe laat het is - altijd te laat komen)
- het kruis nageven (=hopen dat hij vooral nooit meer weerkomt)
- het heilig kruis achterna geven (=hopen dat iets of iemand nooit meer terugkomt)
- voor de deur staan (=ieder ogenblik kunnen beginnen, komen)
- de gaande en komende man (=iedereen die komt opdagen)
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
- iemand op het matje roepen (=iemand bij zich laten komen en om uitleg vragen waarom iets zo gedaan is)
- een paard, dat voor de tweede keer de sprong niet neemt, neemt hem ook voor de derde keer niet. (=iemand die al twee keer geen beslissing durft te nemen, komt nooit tot een besluit)
- wijd van huis is altijd rijk. (=iemand die van ver komt, kan makkelijk liegen.)
- iemand de handen zalven (=iemand een geschenk geven in de hoop een gunst te bekomen)
- iemand het brood uit de mond nemen/stoten (=iemand het onmogelijk maken om in eigen inkomen te kunnen voorzien)
- tegen iemand aanlopen (=iemand toevallig tegenkomen)
- het voorland zijn (=iemands toekomst zijn)
- bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
- vijgen na Pasen (=iets doen wat te laat komt)
- van eeuwigheid tot amen duren (=iets duurt heel erg lang, er komt maar geen einde aan)
50 dialectgezegden bevatten `kom`
- Ik kom wal weer ‘n kere an. (=Ik kom wel weer een keertje langs.) (Aaltens)
- ik koom bediëme vrom (=ik kom straks terug) (Mols)
- Ik krijg er da gruis mar nie uitgezeke! (=Ik kom maar niet van mijn blaasonsteking af...) (Roosendaals)
- Ik wit n'nens van, weet van niks, 'k kom oet Losser (=Ik weet van niks) (Twents)
- ik worstel in kom bove (=luctor et emergo) (Zeeuws)
- ik zijn van (=ik kom uit) (Roosendaals)
- is uut de tied kom (=is gestorven) (Sallands)
- je kom mie je zeekel ni dn oest (=te laat) (Zeeuws)
- je kom mie je zekel (sikkel) nii dn oest (=je bent te laat) (Zeeuws)
- je kom toch niet van lillo (=onhandig) (Zeeuws)
- Je zaklings auwe! (=Hoe kom je daar bij!) (Urkers)
- Je zal je nek (wel) ruiken !!! (verontwaardigde boze klank) (=Hoe kom je er bij, het stinkt hier niet (als iemand beweert dat het ergens stinkt en het stinkt er niet)) (Utrechts)
- Jij kom nog us in de sloei terech! (=Jij belandt nog eens in de goot!) (Dordts)
- k koom sebiet (=ik kom direct) (Grobbendonks)
- keet gekocht up de ruttle, keet gekocht goed kom et uut (=ik het gekocht in de hoop dat het past) (Kortemarks)
- Keind, keind, ga toch uit de weind, je zie blau van de kou (=Kind kom naar binnen) (Veens)
- kieërnekieë weere (=kom eens terug) (Waregems)
- kiejert desp alier om ist daan kom pakse (=keer de hesp langs hier om, is het de uwe, kom en pak ze) (denderleeuws)
- Kiek’ tr maor us waer achterhen. (=kom nog maar eens weer.) (achterhoeks)
- kimste mèt? (=kom je mee?) (Bilzers)
- kjèere nekjèe weere (=kom eens terug) (Kortrijks)
- Kjerekiweere (=kom eens terug) (Izegems)
- koeba'tje kom deur (=de zon komt door) (Zeeuws)
- kòm 's dis (=kom eens hier) (Maas en waals)
- kom 't erin dan kö'j d'r oet kiek'n (=kom binnen dan kun je naar buiten kijken) (Twents)
- kom aateraof nie zevere (=kom naderhand niet klagen) (Munsterbilzen - Minsters)
- kom bin'n en zét a ge moetj 'ier ni wèrken (=Wees welkom) (Bambrugs)
- kom d'r in en do maor net alsof ie in oew eigen huus bunt. kom't d'r in dan ku'j d'r oet kiek'n (=Begroeting) (Achterhoeks)
- kom d'r moar met op 'e propp'm (=kom er maar mee tevoorschijn) (Westerkwartiers)
- kom d'r moar met op 'e propp'n (=kom er maar mee voor de dag) (Westerkwartiers)
- kom d'r moar met veur de droad (=kom er maar mee voor den dag) (Westerkwartiers)
- kom d' rin, dan ko' j d' roet kiek' n. (=kom binnen.) (Deventers)
- kom de gè un mòndag ok (=kom je maandag ook) (Tilburgs)
- kom de ôot op ut Gurke (=kom je weleens op het Goirke) (Tilburgs)
- kom derin dan ku'j dr oet kiek'n (=Hallo leuk dat u er bent kom binnen) (Twents)
- kom erof! (=Opstaan! (uit bed) ) (Volendams)
- kom ès aut zene zeek! (=sta eindelijk eens op uit bed!) (Munsterbilzen - Minsters)
- kom és en maajn sjoen ston (=Zoals ik het zie) (Bilzers)
- kom es herres (=kom eens hier) (Heist-op-den-Berg)
- kom es herres (=kom eens hier) (Waanroods)
- kom ës kieke noë mën kijke (=kom eens kijken naar mijn kiekens) (Munsterbilzen - Minsters)
- kom es krom (=ga eens krom staan) (Zeeuws)
- kom es weer en proat 'n piep vol (=kom graag nog eens weer te praten) (Westerkwartiers)
- kom hei mennake (=kom hier mijn kind) (Walshoutems)
- kom herres (=kom naar hier) (Herentals)
- kom huf dich en laot dien lui knaok wappere (=kom sta op en ga eens beginnen) (Venloos)
- kom ier!! Kgoj in slùsn trekng (=kom hier dat ik ik u bevredig!) (West-Vlaams)
- kom in en kap oech doâl (=kom binnen en zet u.) (Walshoutems)
- kom in en zet oech / kap oech daol (=kom binnen en ga zitten) (Walshoutems)
- kom is herres. (=kom eens hier.) (Vejels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen