176 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ik`
- ik zoek het paard, maar ik zit erop. (=iets zoeken waar je heel dichtbij bent)
- in de fuik lopen (=door eigen stommiteiten in een valstrik lopen)
- in de fuik zijn (=verloofd of getrouwd)
- in der minne schikken (=zonder verder geruzie bijleggen)
- in kannen en kruiken zijn (=alles is geregeld)
- in zijn kraag duiken (=de kraag hoog opzetten tegen de koude)
- in zijn schik zijn (=blij en opgewekt zijn)
- je bent om op te eten (met boter en suiker). (=beeldig, snoezig, hartveroverend, snoeperig.)
- je buik op de leest slaan (=te veel eten)
- je doet de boter in de pan, maar bakt er niks van (=denken dat je iets begrijpt, terwijl je dat niet doet)
- je een aap schrikken (=erg schrikken)
- je een hoedje schrikken (=enorm schrikken)
- je ellebogen gebruiken (=zich ten koste van anderen opwerken)
- je het apelazerus schrikken (=heel heftig schrikken)
- je huik naar de wind hangen (=zijn mening aanpassen naargelang de situatie)
- je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- je op je pik getrapt voelen (=je zwaar vernederd voelen)
- je verstand gebruiken (=het verstandig aanpakken)
- je wezenloos schrikken (=erg schrikken)
- je woorden inslikken (=niet uitspreken)
- kip, ik heb je (=ziezo, dat is gelukt / ik heb je te pakken!)
- kleine houwen vellen grote eiken. (=met veel kleine beetjes kun je veel bereiken)
- koffiedik kijken (=trachten het onbekende te kennen (de toekomst))
- kom ik er vandaag niet dan kom ik er morgen (=ik doe het wel op mijn gemak)
- lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
- liever te dik in de kist dan een feestje gemist (=plezier hebben is belangrijker dan lang leven)
- liever vrij en geen eten dan een volle buik aan een ijzeren keten. (=vrijheid is een hoger goed dan materiële welvaart.)
- lik op stuk (=direct afstraffen)
- lont ruiken (=ergens het vermoeden toe hebben / het gevaar tijdig aanvoelen)
- met de kuikens gaan slapen. (=vroeg naar bed gaan)
- met een kennersblik bekijken (=met kennis van zaken beoordelen)
- met het mes in de buik zitten (=in grote angst verkeren)
- met knikkende knieën (=erg zenuwachtig zijn voor iets)
- naar de maan reiken (=het onmogelijke willen doen)
- niet goed snik zijn (=gek zijn (iemand))
- niet om de knikkers, maar om het spel (=het gaat niet om het winnen, maar om het spel)
- omwille van het smeer likt de kat de kandeleer (=omwille van het loon doet men een werk)
- ongesuikerd zeggen waar het op staat (=onverbloemd de waarheid zeggen)
- op de kop tikken (=voor een goede prijs iets kopen)
- op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevreden humeur.)
- op het eind van de fuik vangt men de vis. (=de volhouder wint)
- plat op de buik gaan (=aan iemand toegeven, zich overleveren)
- pluk maar veren van een kikvors (=van een arme kan je niet veel geld eisen)
- ruiten tikken (=inbreken)
- ruw laten stikken (=aan zijn lot overlaten)
- schrijf het maar op je buik (dan kan je het met je hemd weer uitvegen) (=vergeet het maar)
- tegen iets aanhikken (=met tegenzin doen)
- twee handen op een buik (=ze werken samen, ze denken er hetzelfde over)
- twee handen op één buik zijn (=het altijd met elkaar eens zijn)
- van de kapittelstok likken (=ervan lusten)
245 betekenissen bevatten `ik`
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
- vis noch vlees (=het is niet bruikbaar, omdat het niet duidelijk is)
- vlees noch vis (=het is niet bruikbaar, omdat het niet duidelijk is)
- de mussen vallen (dood) van de daken (=het is snikheet)
- het is bij de (wilde) beesten af (=het is verschrikkelijk; het is schandalig)
- de koek is op (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
- op is de koek, en weg zijn de dubbeltjes (=het maximaal haalbare is bereikt, meer zit er niet in)
- de sigaar zijn (=het slachtoffer zijn / de doodstraf krijgen (een sigaar wordt `onthoofd` voor gebruik))
- de kronkel in de darm hebben (=hevige buikpijn (koliek) hebben)
- het bloed stolt hem in de aderen (=hij verstijft van schrik)
- dat is koren op zijn molen (=hij zal dat meteen gebruiken als argument voor wat hij toch al wilde)
- zo droog als een haring (=hij zegt bijna niks)
- met de beste wil van de wereld (=hoe graag ik het ook wil, het zal niet lukken)
- voor de deur staan (=ieder ogenblik kunnen beginnen, komen)
- ieder vist op zijn getij (=iedereen maakt gebruik van het geschikte ogenblik)
- iemand in de luren leggen (=iemand bedriegen of misbruiken)
- gekke Henkie (=iemand die niets in de gaten heeft (bv. `Je denkt toch niet dat ik gekke Henkie ben ?`))
- een held op sokken (=iemand die zich dapper voordoet, maar in werkelijkheid niets durft. Een bangerik)
- iemand pootje lichten (=iemand doen struikelen)
- iemand de stuipen op het lijf jagen (=iemand erg laten schrikken en/of bang maken)
- de stuipen op het lijf jagen (=iemand felle schrik aanjagen)
- een voetveeg zijn (=iemand zijn die voor minderwaardige klusjes gebruikt wordt)
- iemand bont en blauw slaan (=iemand zo slaan dat hij een dik gezicht met blauwe en geel blauwe vlekken krijgt)
- het werkt als haarlemmerolie (=iets dat overal voor te gebruiken is)
- vaste voet aan de grond krijgen (=iets gedaan krijgen en/of als gebruikelijk beschouwd gaan worden)
- te/van pas komen (=iets goed kunnen gebruiken)
- iets door de vingers zien (=iets oogluikend toestaan)
- iets mannetje voor mannetje doen (=iets strikt volgens plan uitvoeren)
- iets achter de hand hebben (=iets ter beschikking hebben voor wanneer het nodig mocht zijn (bv nood))
- naar de heilige graal streven (=iets willen bereiken wat niet te bereiken is)
- wie een zin begint met ik is een grote stommerik. (=ik aan het begin van een zin is niet zoals het hoort)
- er gaat een belletje rinkelen (=ik begin het te begrijpen)
- als ik ze niet hoef te hoeden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
- de snoeren zijn mij in lieflijke plaatsen gevallen (=ik ben op goede plaatsen beland)
- goed gereedschap hangt onder een afdak. (=ik ben wel te dik maar mijn ‘gereedschap` (de penis) werkt nog goed.)
- kom ik er vandaag niet dan kom ik er morgen (=ik doe het wel op mijn gemak)
- ik ga horizontaal (=ik ga slapen)
- doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden (=ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet)
- ik geloof er in als een jood in Jezus Christus (=ik geloof er maar weinig in)
- het zit me tot hier (=ik heb er genoeg van)
- mijn maag jeukt (=ik heb honger)
- ik ben geen uithangbord (=ik heb meer te doen, ik blijf niet wachten/zo staan)
- mijn vingers jeuken (=ik heb zin om eraan te beginnen)
- je mag wel alles eten, maar niet alles weten. (=ik hoef je niet alles te vertellen.)
- ik help je dat wensen (=ik hoop het wel voor je!)
- mijn hoofd staat er niet naar (=ik kan me er niet op concentreren)
- dat zal mijn klomp niet roesten (=ik maak me er niet druk om; het kan mij niet schelen)
50 dialectgezegden bevatten `ik`
- 'k em zenen (=ik ben zenuwachtig) (Ninoofs)
- 'k emmet aon mijne schreper (=ik heb het vlaggen) (Vels)
- 'k emmet gepaest, 'k oo 't gepaest (=dat dacht ik al) (Wichels)
- 'k emmet gepeist (=ik had het wel gedacht / dat dacht ik al) (Wetters)
- 'k en der hoeste in (=ik heb er zin in) (West-Vlaams)
- 'k en e gedacht da (=ik heb een gevoel dat...) (Veurns)
- 'k en èm zjuust mè ne schemel zien passeren (=ik geloof dat hij hier juist voorbij ging) (Sint-Niklaas)
- 'k èn gheên kloôt'n (=ik heb niets) (Axels)
- 'k en maag ekik nie kloagen (=ik mag niet klagen) (Wichels)
- 'k enkan ou nie thuis bringn (=ik herken u niet) (Brakels)
- 'k et (=ik heb het) (Hansbeeks)
- 'k èt swoonder (=ik ben benieuwd) (Zwevegems)
- 'k eure lawijt op de paljée (=ik hoor lawaai boven) (Oudenhoofs)
- 'k ga ff de vullis (of kliko) aan de dijk zetten (=ik ga even de vuilnis aan de weg zetten) (Lopiks)
- 'k ga versteekn (=ik krijg mijn eten niet meer op) (Waregems)
- 'k gao deure, 'kgao voôrt (=ik ben weg, ik vertrek, ) (Kortrijks)
- 'k gao op 'n huus an (=ik ga naar huis) (Sallands)
- 'k garandeer' oi... (=ik verzeker je...) (Waregems)
- 'k gaun in meun kip, in meunen tram (=ik ga slapen) (Maldegems)
- 'k geef a een toek (=ik geef u een vuist (slag) ) (Vilvoords)
- 'k Geef em nen trok. (=ik geef hem een klop.) (Massems)
- 'k geejve mij bot (=ik geef het op; ik vind de oplossing niet) (Eekloos)
- 'k géf oe un pèr op oe bakkes! un bakpeer! (=ik geef je een klap op je gezicht!) (Helmonds)
- 'k Geun ondert meiter platligge (=ik ga slapen) (Mechels (BE))
- 'k geve mè bot (=ik geef het op) (Kaprijks)
- 'K ghaon deur! (=ik moet weg) (Hulsters (NL))
- 'k ging 'er hen met lood ien 'e schoen'n (=ik ging er bang naar toe) (Westerkwartiers)
- 'k ginge tewege... (=ik stond op het punt om...) (Waregems)
- 'k go em op zijn muijle smijt'n (=ik ga hem slaan) (Oudenhoofs)
- 'k gô mè ertus (koekus, kloavurs, schippus) uitgoan (uitkommen) (=ik ga met harten (......) beginnen spelen (kaartspel) ) (Sint-Niklaas)
- 'k gô mè schodderen (=ik ga mij wassen) (Sint-Niklaas)
- 'k go min dochter de noad loaten doen (=ik ga mijn dochter de naaistiel laten leren) (Sint-Niklaas)
- 'k go min kleeren uitspelen (=ik ga mij uitkleden) (Sint-Niklaas)
- 'k goa d'r nie veurn strij'n (=ik ben het niet 100 zeker) (Waregems)
- 'k goa dn ne wiep tee'n zijn kloôtn geevn (=ik ga hem een trap in zijn kont geven) (Waregems)
- 'k goa goan viss'n in de vijvre (=ik ga vissen in de vijver) (Evergems)
- 'k goa goan zien (=ik sta op punt om te vertrekken) (Hansbeeks)
- 'K goa kik were den buf zyn (=ik zal terug de zondebok zijn) (Harelbeeks)
- 'k goa mee mee eu (=ik ga met u mee) (Gents)
- 'k goa mie gan ontzeil'n (=ik ga mij omkleden) (Wevelgems)
- 'k Goa mij een buiksken zetn (=ik ga eens flink eten) (Zelzaats)
- 'k goa mij smijt'n (=ik ga mij riskeren) (Waregems)
- 'k goa mijn matte oprolle, 'k goa mijn schuppe of maane buut afkuise (=ik ga weg) (Gents)
- 'k Goa min skippe ofkuss'n (=ik ben weg) (Kortrijks)
- 'k goa nekieër goan goan zien (=ik ga naar huis) (Kaprijks)
- 'k goa nie lange lett'n (=ik blijf niet lang) (Wevelgems)
- 'k Goa nie lange lett'n. (=ik zal niet lang blijven.) (Wevelgems)
- 'k goa noar mijn treeze, kruip in mijne nest (=ik ga naar mijn bed) (Gents)
- 'k goa ui bij uien schabbernak pakken (=ik zal je eens bij je nekvel vastnemen) (oudenaards)
- 'K goaj olichte ne droai geev'n (=Nog 1 keer en ik zal u een slag geven) (Harelbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen