Spreekwoorden met `ho`

Zoek


535 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ho`

  1. de wind waait uit die hoek (=een mening van iemand uit een bepaalde groep/partij)
  2. de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
  3. denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet moet inspannen)
  4. denken moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd (=niet te veel denken maar doen)
  5. denken moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd. (=je moet niet te veel denken)
  6. dode honden bijten niet (al zien ze lelijk) (=van doden is geen gevaar te duchten)
  7. dun snijden is het behoud van de worst. (=goed kunnen rondkomen door zuinig te zijn)
  8. een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
  9. een achterdeurtje openhouden (=een redmiddel in nood houden)
  10. een bek als een hooischuur hebben (=een grote mond hebben)
  11. een dak boven zijn hoofd hebben (=woonruimte hebben, onderdak hebben)
  12. een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
  13. een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag. (=wordt gezegd door mensen die graag een borreltje lusten)
  14. een haastige hond werpt blinde jongen. (=te snel of impulsief handelen heeft slechte gevolgen)
  15. een hard hoofd in iets hebben (=er geen oplossing in zien)
  16. een hoge borst opzetten (=eigenwijs en hoogmoedig zijn)
  17. een hoge Piet (=iemand van hogere rang of stand)
  18. een hoge toon aanslaan (=doen alsof je het voor het zeggen hebt / luid en dwingend spreken)
  19. een holle darm. (=gezegd van iemand die veel eet)
  20. een homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
  21. een hond is stout op zijn eigen dam. (=op bekend terrein durf je meer)
  22. een hoofd als een boei krijgen (=een erg rode kleur krijgen in het gezicht, erg blozen)
  23. een hoofd als een ijzeren pot. (=een heel goed geheugen hebben)
  24. een houten/stijve Klaas zijn (=nooit iets leuks willen)
  25. een knuppel in het hoenderhok gooien (=opschudding veroorzaken)
  26. een knuppel in het honderd gooien (=kritiek geven zonder namen te noemen)
  27. een laag profiel houden (=zich niet laten opmerken)
  28. een land van melk en honing zijn (=een land waar het goed en voorspoedig leven is)
  29. een leventje als een luis op een zeer hoofd (=een heerlijk leventje)
  30. een mond als een hooischuur (=een grote of erg brutale mond)
  31. een naald in een hooiberg/hooimijt zoeken (=iets zoeken dat bijna niet te vinden is)
  32. een ondergeschoven kindje zijn (=iets of iemand is miskend. Zie bedstede voor de letterlijke betekenis)
  33. een ongelovige Thomas zijn (=nooit iets geloven)
  34. een ongeluk zit in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
  35. een oog in het zeil houden (=in de gaten houden)
  36. een oogje in het zeil houden (=alert zijn)
  37. een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
  38. een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep (=iemand die oud is vindt het fijn te praten over dingen van vroeger)
  39. een paard dat eens op hol is geslagen, kan dat snel weer doen. (=een eens gemaakte fout, begaat men makkelijk weer)
  40. een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
  41. een plaat voor je hoofd hebben (=kortzichtig zijn, niet open staan voor de omgeving)
  42. een pleister op een houten been (=een nutteloos voorstel)
  43. een schollekop (vissenkop) hebben (=een boeventronie hebben)
  44. een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
  45. een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
  46. een schot voor open doel. (=iets zo eenvoudig dat het bijna onmogelijk is om te falen)
  47. een slag om de arm houden (=niet direct alles vertellen of voorzichtig zijn om toekomstige problemen voor te zijn)
  48. een speld in de hooiberg zoeken (=iets onmogelijks proberen)
  49. een stalen voorhoofd hebben (=onbeschaamd zijn)
  50. een stok vinden om de hond te slaan (=om maar iemand te kunnen bekritiseren een nadelig punt vinden)

371 betekenissen bevatten `ho`

  1. een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
  2. klare wijn schenken (=eerlijk en duidelijk vertellen hoe de situatie in elkaar steekt)
  3. willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe iemand is)
  4. een hoge borst opzetten (=eigenwijs en hoogmoedig zijn)
  5. elkaar bij de neus nemen (=elkaar voor de gek houden)
  6. er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
  7. goed je mondje kunnen roeren (=er goed voor zorgen dat je mening wordt gehoord)
  8. er een muisje van hebben horen piepen (=er iets van gehoord hebben)
  9. zolang er leven is, is er hoop (=er is altijd hoop, dus geef nooit op!)
  10. akte van iets nemen (=er nota van nemen - onthouden)
  11. voor ogen houden/staan (=er steeds rekening mee blijven houden)
  12. de broek lappen en het garen toegeven (=er veel verlies aan overhouden)
  13. luisteren als een vink (=erg gehoorzaam zijn)
  14. zuipen als een ketter (=erg veel (alcoholische drank) drinken)
  15. liefhebben als de appel van zijn oog (=erg veel van iemand houden)
  16. iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
  17. er de brui aan geven (=ergens mee ophouden)
  18. de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
  19. iets uit de eerste hand hebben (=ergens zelf bij zijn geweest of hebben gehoord van iemand die het zelf heeft meegemaakt)
  20. er de kat insteken (=ermee ophouden)
  21. aan de latten hangen (=ermee ophouden - bijna bankroet zijn)
  22. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  23. de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
  24. er geen hoge pet van op hebben (=geen hoge verwachting hebben van iets)
  25. met de rug tegen de muur staan (=geen kant op kunnen, hooguit een laatste uitweg)
  26. uit de kleine kinderen zijn (=geen kleine kinderen meer hoeven opvoeden)
  27. kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)
  28. geen grond houden (=geen steek houden - niet correct zijn)
  29. eten uit de korf zonder zorg (=geen zorgen meer hebben over zijn levensonderhoud)
  30. een kruiwagen hebben (=geholpen worden)
  31. uit de brand zijn (=geholpen zijn, problemen opgelost)
  32. op de kaart zetten (=gemaakt tot iets waar rekening mee gehouden wordt.)
  33. in goede dorpen zijn/geraken (=genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken)
  34. een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
  35. een goede dam leggen. (=goed eten (voor het drinken van alcohol))
  36. in ere houden (=goed onderhouden, niet laten voorbijgaan)
  37. in de oren knopen (=goed onthouden)
  38. van wanten weten (=goed weten hoe men iets moet aanpakken)
  39. zo hongerig als een kerkrat/kerkmuis (=heel hongerig zijn)
  40. zwijgen in alle talen (=helemaal niets zeggen, niets van zich laten horen)
  41. het is zo lang als het breed is (=het blijft hetzelfde, hoe je het ook bekijkt)
  42. het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
  43. het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
  44. de boventoon voeren (=het hoogste woord hebben)
  45. de eerste viool spelen (=het hoogste woord hebben en de baas spelen)
  46. de kroon spannen (=het hoogtepunt vormen)
  47. het hooi is op en de koe is dood. (=het is een hopeloze zaak)
  48. de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
  49. vrij buurmans` kind, dan weet je wat je vindt. (=het is verstandig om vast te houden aan wat bekend en vertrouwd is)
  50. het eet geen brood (=het kost niets om het te bewaren, behoeft geen onderhoud)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen