53 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `véél`
- witte paarden hebben veel stro nodig (=pronkzieke vrouwen kosten veel geld)
- zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
240 betekenissen bevatten `véél`
- zuipen als een ketter (=erg veel (alcoholische drank) drinken)
- een zware wissel trekken (=erg veel eisen)
- uit de hengstebron gedronken hebben (=erg veel gedichten schrijven)
- je handen dichtknijpen (=erg veel geluk hebben)
- roken als een Turk/kalkoven/ketter (=erg veel roken)
- spijt hebben als haren op zijn hoofd (=erg veel spijt hebben)
- liefhebben als de appel van zijn oog (=erg veel van iemand houden)
- zeeën van tijd hebben (=ergens erg veel tijd voor hebben)
- het voor de deuren van de hel weghalen. (=ergens veel moeite voor doen)
- hoog spel spelen (=gevaarlijk spel spelen, veel inzetten)
- een holle darm. (=gezegd van iemand die veel eet)
- de tafel eer aandoen (=goed en veel eten)
- geef mijn fiets terug (=grapje om Duitsers te wijzen op de Tweede Wereldoorlog, toen er veel fietsen geconfisqueerd werden)
- gouden bergen beloven (=heel veel (onmogelijks) beloven)
- eten als een paard. (=heel veel eten)
- tot over je oren in het werk zitten (=heel veel werk hebben)
- het is geen roofgoed (=het heeft veel geld (of moeite) gekost)
- het is volle bak (=het is helemaal uitverkocht; er zijn heel veel mensen)
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
- de vruchten zullen de beloften der bloemen overtreffen (=het is nu al goed, maar het eindresultaat wordt nog veel beter)
- het loopt de spuigaten uit. (=het is te veel geworden)
- er zit muziek in (=het is veelbelovend)
- weinig om het lijf hebben (=het stelt niet veel voor.)
- de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
- je zult ze maar de kost moeten geven (=het zijn er veel (mensen))
- het water loopt hem in de mond (=hij heeft er heel veel trek in)
- hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
- wie aan de weg timmert heeft veel bekijks (=iemand die grote beslissingen moet nemen, krijgt vaak ook veel kritiek)
- wie het breed heeft laat het breed hangen (=iemand die veel geld heeft kan veel geld uitgeven)
- met een kluitje in het riet sturen (=iemand met veel woorden niet veel wijzer maken)
- iemand kort houden (=iemand niet veel bewegingsvrijheid geven (fig.))
- iemand een poot uitdraaien (=iemand te veel laten betalen)
- iemand het vel over de oren halen (=iemand te veel laten betalen)
- iemand villen (=iemand te veel laten betalen / Iemand afpersen)
- over het paard tillen. (=iemand te veel prijzen, zodat hij verwaand wordt)
- iemand een kies trekken (=iemand veel geld afnemen)
- iemand kunnen verraden en verkopen (=iemand veel te slim af zijn)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- haken en ogen geven (=iets heeft veel moeilijkheden)
- geen man over boord zijn (=iets is niet zo erg, het had veel erger gekund)
- iets in de schoot geworpen krijgen (=iets verkrijgen zonder al te veel moeite er voor te doen)
- iets van de achterwacht vernemen (=iets vernemen na veel omwegen)
- hoge bomen/masten vangen veel wind (=in een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid)
- op grote schaal (=in het groot , zeer veel voorkomend)
- wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
- je moet de snaren niet te sterk spannen (=je moet niet al te streng zijn, niet al te veel eisen)
- rijd een paard de rug niet stuk (=je moet niet altijd te veel eisen)
- denken moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd. (=je moet niet te veel denken)
- je op een afstand houden (=je niet te veel met de zaak bemoeien)
- je op de vlakte houden (=je niet te veel met de zaak bemoeien, geen duidelijk oordeel geven)
50 dialectgezegden bevatten `véél`
- 't vier in me buuk (=veel pijn in de buik) (Veurns)
- 't Was un rib uit mu lijf. / Ik het um weer flink uit m'n broek laten hange / (=Het heeft mij veel geld gekost...) (Utrechts)
- 't zag zwert van 't volk (=er was veel volk) (Meers)
- 't zal em een eirt kosten (='t zal hem veel kosten) (Meers)
- 't zal um voare (=ergens veel moeite mee hebben) (Luyksgestels)
- 't zie zwet van 't vollek (=er is veel volk) (winksels)
- 't Ziet ie zwet van 't volk (=Hier zijn veel Afrikanen) (Kortenbergs)
- 't zit veej wint achtre (=hij heeft veel pretentie) (Kaprijks)
- 't zwore wark mu-j peerd loatn doe en veur 't lichte mu-j oe waren. (=oppassen dat je niet te veel doet) (Vechtdals)
- 'toar groeit deur zijn mitse (=veel schulden hebben) (Knesselaars)
- ‘N gaudgooiing (=Plaats waar veel geld in omgaat) (Volendams)
- ‘t is kort kieërn (=er is niet veel tijd) (Kaprijks)
- ’t èè nie veel geskollen of… (=het scheelde niet veel, of...) (Meers)
- ’t Is amal da niet, ’t es da kind zonder huefd da langs zijn poepken pap moe eedn. (=Dat is niet erg, er zijn veel moeilijker op te lossen problemen.) (Evergems)
- ’t zag graut van ’t volk (=er was veel volk) (Meers)
- ' k ben skele van d' n oong' r (=ik heb heel veel honger) (Zwevegems)
- ' m flink snutte (=Veel verdienen) (Genneps)
- ' n leugenoar moet ' n best geheug' n hemm' n (=iemand die veel liegt moet goed kunnen onthouden) (Westerkwartiers)
- ' t amuzement (=veel plezier gewenst) (Brakels)
- ' t eten ligdop min moag (=Ik ben ongemakkelijk van te veel te eten) (Sint-Niklaas)
- ' t hoar zoudt deur joen klakke groeien (=heel veel kosten maken zodat je geld opraakt) (West-Vlaams)
- ' t meer is nooit vol (=wie al veel heeft wil nog meer) (Westerkwartiers)
- ' t was doar oareg luudruchteg (=er was daar veel lawaai) (Westerkwartiers)
- ' t woater in zijne mond krijgen (=veel zin hebben in iets) (Gents)
- a ee gieël wa beziengs (=hij heeft heel wat bekijks, hij krijgt heel veel aandacht) (Meers)
- a ee veel aftrok (=hij heeft veel succes) (Meers)
- a ee veel pietn (=hij heeft veel geld) (Meers)
- a ee veel toepee (=hij heeft veel lef, hij snoeft veel) (Meers)
- a ee veel trok (=hij trekt veel vrouwen aan) (Meers)
- a ee veel wezen (=hij is opmerkzaam) (Meers)
- a ee zjeer voetn (=hij heeft te veel gedronken) (ninoofs)
- a èèt er veel van wég (=hij gelijkt goed op iemand) (Meers)
- a jeiget in zene kladerendatsj gesloage (=hij heeft het met veel smaak opgegeten) (Antwerps)
- a me grotmoeder wielen hed, wasze nen otokar (=grootmoeder met veel kinderen) (Brugs)
- a mokt veel roten (=hij maakt veel lawaai, hij maakt veel tamtam) (Meers)
- A zette zaon sirein oep (=Hij begon te wenen met veel lawaai) (Mechels (BE))
- a'j ow van 't domme hold hoe'j ow ok niks te verantwoordn. (=als je niet te veel zegt / doet kan men je ook niet beschuldigen) (Vechtdals)
- Aa hei veul fontonten (=Hij verkoopt veel tralala...) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa heid oeresjans gat (=Hij heeft heel veel geluk gehad) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Aa schèt geld (=Hij verdient veel geld) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- aachtein joeër énne bos hoeër! (=op deze ouderdom moet hij nog veel leren) (Munsterbilzen - Minsters)
- aangetrouwdj is aangesjaete (=van je aangetrouwde familie moet je niet te veel verwachten ) (Heitsers)
- Achter de beskoittore om komme. (=Heel veel moeite doen.) (zaans)
- ade nie te haug vlig, kan ook nie leig valle (=hoge bomen vangen veel wind) (Munsterbilzen - Minsters)
- aete mèt nen hoeële tand (=niet veel eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- aete waaj ne sjierdosser (=veel eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ajei veul zwette snee gezeen (=Hij heeft veel zwarte sneeuw gezien) (Mechels (BE))
- ajei woater in zanne kelder (=zijn broek is veel te kort) (Niels)
- Alleman drig ze leed onder ze kleed (=Er is veel verborgen leed) (Bilzers)
- Alles mit maote`, zee de snieder, en sleug zien vrouwe mit de ellestok (=Niet te veel en niet te weinig) (Giethoorns)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen