Spreekwoorden met `ja`

Zoek


68 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ja`

  1. naar de kabeljauwskelder (=schip wat gezonken is)
  2. nee heb je, ja kun je krijgen (=je kunt het altijd proberen)
  3. nog niet jarig zijn (=iets ongunstigs te verwachten hebben)
  4. op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
  5. op je achterste zolder jagen (=beledigen, bang maken)
  6. oude paarden jaagt men aan de dijk (=als men zijn taak niet goed meer aankan, wordt men ontslagen)
  7. oude paarden jaagt men achter de schans (=oudere werknemers worden soms aan de kant gezet)
  8. over de kling jagen (=iemand doden)
  9. redenering van jan Kalebas (=dwaze onlogische redenering)
  10. sinds jaar en dag (=al lange tijd)
  11. ter wereld is er geen dodelijker venijn, dan vriend te schijnen en vijand te zijn (=hoed je voor onoprechte vrienden)
  12. tot de jaren des onderscheids komen (=oud genoeg zijn om zelf te weten/mogen wat wel en niet mag)
  13. uit het jaar nul (=volkomen ouderwets, achterhaald, uit de mode)
  14. van jan Pet (=onverzorgd, waardeloos)
  15. vette en magere jaren (hebben) (=jaren met meer welvaart en minder werkloosheid en jaren met minder welvaart en meer werkloosheid)
  16. vissers en jagers, zijn vrouwenplagers. (=vissers en jagers zijn vaak bij de vrouw weg)
  17. wat jantje is zal jan worden. (=wel ouder worden maar dezelfde streken houden)
  18. zo de wind waait, waait zijn jasje (=iemand zonder principes, die zonder eigen mening anderen naar de mond praat)

50 dialectgezegden bevatten `ja`

  1. ja heel mooi, (voor) als ik in mijn rijke daoguh ben! (=Ik vind het mooi, maar kan het niet betalen helaas. ( als je iets zou willen hebben maar niet kunt betalen)) (Utrechts)
  2. ja hoa , tís goed, jahaaa, tuuuurrrjlijk, echt waar? ja hooor tuuuuuuurlijk ik geloof je medeên / ja hoor kan verschillende betekenissen hebben. De intonatie samen met de gezichtsuitdrukking bepaalt de betekenis. (=ja hoor…… ik geloof je direct) (Utrechts)
  3. ja hoor.... Ajuu paraplu (='t is goed met je.) (Utrechts)
  4. ja ja da denkte gij! (=Dat gaat niet gebeuren!) (Eindhovens)
  5. ja joh! (=Goh... echt waar?) (Rotterdams)
  6. ja jot! (=echt niet) (`t-Heikes)
  7. ja juus. (=Zo is het maar net.) (Deventers)
  8. ja lap! (=dat moest er nog bijkomen!) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. ja lappetem (=dat moest er nog bijkomen (het is nog niet erg genoeg) ) (Wetters)
  10. ja meen uuëre! (=dat zal wel!) (Ouwegems)
  11. ja mijn ooëre! (=ik ben daar niet voor gewonnen) (Waregems)
  12. ja morge brenge (=volgens mij bluf je) (Oudenbosch)
  13. ja nèt (=Zo is het precies) (Hedels)
  14. ja net (=ja, inderdaad) (ossies)
  15. ja net! (=Zo is het!) (Helenaveens)
  16. ja oor! (=Als iemand je niet heeft verstaan) (Leids)
  17. ja santé mijn ratsje, ne goeien appel (=asjemenou) (Gents)
  18. ja te toet (=ja 't is waar) (Kortrijks)
  19. ja toch, niet den? (=Of niet soms?) (Utrechts)
  20. ja toch? Niettan? (=iemand gelijk geven) (Rotterdams)
  21. ja valt met je neuschj in de baotur (=Je komt precies op (voor jou het positieve) juiste moment) (Utrechts)
  22. ja zee't-ie (=Is dat echt waar?) (eindhovens)
  23. ja zeetie (=echt waar (sceptisch) ) (Ossies)
  24. ja, ja mennekes tiekene en kinnekes kupe (=jij kunt ook alles! (ironisch) ) (tervurens)
  25. jaa daor zee-gde gij wa (=ja dat spreekt voor zich) (Oudenbosch)
  26. jaag (=ja gij) (Sint-Niklaas)
  27. jaak (=ja ik) (Sint-Niklaas)
  28. jaan (=ja hij) (Sint-Niklaas)
  29. jaas (=ja zij) (Sint-Niklaas)
  30. jaat (=ja het) (Sint-Niklaas)
  31. jao dog (=ja doei) (Achterhoeks)
  32. jè jè, tis wè! (=ja ja, het is me wat!) (Tilburgs)
  33. jeinde: Jeinde (sech)! (=ja zeg!) (Lebbeeks)
  34. joa is goed (=ja is goed) (Limburgs)
  35. joa jong! (=ja hoor!) (Heusdens)
  36. joa moaine (=ja mijnen beste) (Overijses)
  37. joa wadde (=ja wat) (West-Vlaams)
  38. joat verzeer's (=ja dat zal wel) (Deinzes)
  39. joën (=ja hij is) (Erps)
  40. joët (=ja het is) (Erps)
  41. jommer... (=ja maar...) (Sint-Niklaas)
  42. jot weur (=ja hoor) (Essens)
  43. juik (=ja ik,) (Meers)
  44. Ken ik ja nait roeken (=Dat kan ik toch niet weten) (Gronings)
  45. loat joen ja ja weez'n en joen nee nee (=spreek altijd de waarheid) (Westerkwartiers)
  46. loop ut? ja me reet uit! (=hoe gaat het? ja goed) (Westlands)
  47. maan zip ja (=dat laat ik niet begaan) (Sint-Katelijne-Waver)
  48. mét zene mond, ja (=rapper gezegd dan gedaan) (Bilzers)
  49. mijn uure pierro, da es giene ziever, santé mijn ratsje, (ne) goeien appel (=ja wadde) (gents)
  50. mokst mij ja kel!! (=je laat me schrikken!!) (Westerkwartiers)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen