97 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `gev`
- iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
- iemand de pap in de mond geven (=iemand een gemakkelijke oplossing zomaar aanbieden)
- iemand de schop geven (=iemand ontslaan)
- iemand de vrije hand geven (=iemand geheel vrij laten in de wijze waarop hij een opdracht uitvoert)
- iemand de zak geven (=iemand ontslaan)
- iemand een bokking geven (=iemand een standje geven)
- iemand een grote neep geven (=iemand ernstig afbreuk doen)
- iemand een koud bad geven (=iemand kalmeren , illusies ontnemen)
- iemand een vuile mond geven (=iemand uitschelden)
- iemand gehoor geven (=naar iemand luisteren, gevolg geven aan zijn vraag)
- iemand het nakijken geven (=iemand verslaan of achterlaten.)
- iemand het volle pond geven (=uitvoerig en duidelijk antwoorden)
- iemand iets in de mond geven (=iemand de mening van een ander laten geven in plaats van de eigen mening)
- iemand iets op een briefje geven (=ergens heel zeker van zijn)
- iemand iets op zijn brood geven (=iemand onvriendelijk iets verwijten)
- iemand troef geven (=iemand afstraffen)
- iemand van katoen geven (=iemand met een pak slaag of woorden straffen)
- iemand zijn vet geven (=iemand flink de waarheid zeggen)
- iets een vernisje geven (=iets opkalefateren)
- in het gevlij komen (=doen wat iemand graag ziet om in de gunst te komen)
- in het licht geven (=uitgeven - publiceren)
- je meester gevonden hebben (=iemand gevonden hebben die beter is, het beter doet)
- je moet een gegeven paard niet in de mond kijken (=je moet niet te kritisch zijn over cadeaus, of koopjes)
- je ogen de kost geven (=alles goed in zich opnemen)
- je op glad ijs wagen/begeven (=ergens over gaan praten waar die weinig van af weet)
- je zult ze maar de kost moeten geven (=het zijn er veel (mensen))
- kijk een gegeven paard niet in de bek (=je mag niet klagen over de kwaliteit van iets dat men gratis krijgt)
- kleine oorzaken, grote gevolgen (=kleine dingen kunnen grote gevolgen hebben)
- lelijk ten haring gevaren zijn (=zwaar pech hebben)
- men zou hem een aalmoes geven (=hij ziet er armoedig uit)
- niet op je achterhoofd gevallen zijn (=hij is behoorlijk slim; hij heeft iets wel in de gaten)
- niet op zijn mondje gevallen zijn (=precies duidelijk maken hoe iemand over iets denkt)
- niet thuis geven (=het verwachtingspatroon niet kunnen nakomen)
- ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
- op een oor na gevild zijn (=bijna in orde zijn)
- op het veld van eer gevallen (=eervol gesneuveld)
- opzitten en pootjes geven (=zich onderwerpen aan een verplicht gesprek)
- schreeuwen of men levend gevild wordt (=heel hard schreeuwen)
- te kennen geven (=laten verstaan)
- tegenspel bieden/geven (=tegenstand bieden)
- tekst en uitleg geven (=verantwoording afleggen)
- van je paard gevallen zijn (=een positie verliezen)
- veel beloven en weinig geven, doet de gek in vreugde leven (=veel mensen zijn al blij met een belofte en geloven alles)
- vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
- waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)
- wie plast tegen de kerk, gaat gevaarlijk te werk (=een wandaad met verstrekkende gevolgen)
- zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
248 betekenissen bevatten `gev`
- vechten tegen de bierkaai (=een gevecht aangaan dat al bij voorbaat verloren is)
- het zeil (hoog) in de top halen (=een grootse vertoning weggeven)
- iemand de wacht aanzeggen (=een laatste waarschuwing geven)
- advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
- een patat geven (=een mep geven)
- één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
- op de koop toe nemen (=een onbedoeld gevolg accepteren)
- het sop is de kool niet waard (=een onderwerp is te onbelangrijk om er aandacht aan te geven)
- een ongeluk komt te paard en gaat te voet (=een ongeluk is snel gebeurd, maar de gevolgen slepen lang aan)
- over de knie leggen (=een pak slaag geven)
- tegen het zere been schoppen (=een pijnlijke opmerking maken over iets wat gevoelig ligt)
- iemand op zijn vestje spuwen (=een standje geven en ongenoegen over iemand uiten)
- iemand op de vingers tikken (=een standje geven, berispen)
- ongeluk komt zelden alleen (=een tegenslag wordt vaak gevolgd door nog meer problemen)
- wie plast tegen de kerk, gaat gevaarlijk te werk (=een wandaad met verstrekkende gevolgen)
- het zeil in top zetten (=een zo goed mogelijke vertoning weggeven)
- een vogel in de auto rijden (=elk geval kan overal mee leven)
- als het water zakt, kraakt het ijs (=elke oorzaak heeft gevolgen)
- er de maan aan geven (=er de brui aan geven)
- zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
- daarmee is de kous af. (=er wordt geen aandacht meer aan gegeven)
- het tiend betaald hebben (=erg afgevallen zijn)
- heg noch steg weten (=ergens de omgeving totaal niet kennen)
- iets links laten liggen (=ergens geen aandacht aan geven)
- iets ertegenaan gooien (=ergens geld aan uitgeven)
- lont ruiken (=ergens het vermoeden toe hebben / het gevaar tijdig aanvoelen)
- er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
- een vaantje strijken (=flauw vallen, sterven, het opgeven)
- jezelf tegenkomen (=geconfronteerd worden met de gevolgen van je eigen acties.)
- geen been hebben om op te staan (=geen enkele verantwoording kunnen geven)
- beurs op de knip / Hand op de knip (=geen geld (meer) uitgeven)
- geen kou aan de lucht (=geen gevaar)
- in de piepzak zitten (=geen oplossing weten, Bang zijn voor de gevolgen)
- aan elkaar knopen (=gegevens samenvoegen)
- een gat in zijn hand hebben (=geld te gemakkelijk uitgeven)
- een gek en zijn geld blijven nooit lang bij elkaar (=geld uitgeven aan nutteloze en onnodige dingen)
- het is licht dansen op andermans vloer. (=geld van anderen uitgeven is makkelijk.)
- geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
- geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
- hoog spel spelen (=gevaarlijk spel spelen, veel inzetten)
- de bak indraaien (=gevangen genomen worden)
- fijnbesnaard (=gevoelig)
- men wordt wel door een mestkar maar niet door een rijtuig overreden (=goed opgevoede mensen beledigen anderen minder)
- je zegel aan iets hechten (=goedkeuring of toestemming ergens aan geven)
- iemand uit de loog borstelen (=hem nieuwe kleren geven)
- je laten kennen (=het (al te vroeg) opgeven)
- je laten kisten (=het (al te vroeg) opgeven)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)
- de handschoen opnemen (=het gevecht aangaan)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen