Spreekwoorden met `er`

Zoek


2030 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `er`

  1. adel verplicht (=wie in aanzien bij het volk staat, moet ook aan de verwachtingen van het volk voldoen)
  2. al doende leert men (=door iets vaak te doen, leert men hoe het moet.)
  3. al etende krijgt men trek / honger. (=al etende krijgt men steeds meer trek (ook figuurlijk).)
  4. al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel (=leugens komen altijd uit)
  5. al voor heter vuren gestaan hebben (=er erger meegemaakt hebben)
  6. al zijn kruit verschoten hebben (=geen verdere oplossingen meer weten - niet meer verder kunnen)
  7. al zijn patronen verschieten (=alle mogelijkheden uitproberen)
  8. alle baat helpt zei de schipper, en hij blies in het zeil (=alle beetjes helpen)
  9. alle hout is geen timmerhout (=niet iedereen beschikt over dezelfde kwaliteiten / niet alles is van voldoende kwaliteit)
  10. alle registers opentrekken (=z`n uiterste best doen)
  11. alle tij heeft zijn weertij (=alles heeft een keerzijde)
  12. alle vloed heeft zijn weerloop. (=soms zit het mee en soms zit het tegen)
  13. alle vrijers zijn rijk. (=door verliefdheid de negatieve dingen van je partner niet zien)
  14. alle winden hebben hun weerwinden. (=soms zit het mee, soms zit het tegen)
  15. allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
  16. allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
  17. alles over de vloer halen (=alles verplaatsen)
  18. alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
  19. als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
  20. als bij toverslag (=zeer snel, plotseling)
  21. als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
  22. als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
  23. als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
  24. als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan (=genoegen nemen met wat er beschikbaar/mogelijk is)
  25. als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
  26. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  27. als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
  28. als de dagen lengen begint de winter te strengen. (=wanneer de dagen korter worden komt de winter eraan)
  29. als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren gaat het fout)
  30. als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
  31. als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
  32. als de kalveren op het ijs dansen (=nooit)
  33. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
  34. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  35. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  36. als de ragebol rust werkt de spin (=zonder onderhoud raakt `n huis (de omgeving) snel in verval)
  37. als de vos de passie preekt boer pas op je ganzen (=een huichelaar is niet te vertrouwen)
  38. als door een adder gebeten zijn (=opeens fel reageren)
  39. als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
  40. als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
  41. als een bok op de haverkist (=wakend om de gelegenheid niet te laten voorbijgaan)
  42. als een donderslag bij heldere hemel (=een onverwachte gebeurtenis, die een grote schok teweeg brengt)
  43. als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
  44. als een furie tekeergaan (=in razende woede tekeergaan)
  45. als een kip zonder kop (=zonder beraad, onbesuisd)
  46. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  47. als een lier (=zeer goed)
  48. als een luis op een teerton (=vorderen als een luis op een teerton: niet opschieten)
  49. als een slak op een teerton (=erg traag zijn)
  50. als een snoek op zolder (=totaal uit zijn element)

3393 betekenissen bevatten `er`

  1. je snor drukken (=afwezig blijven / zijn werk niet doen)
  2. verandering van weide doet de koeien goed. (=afwisseling en verandering positieve effecten kunnen hebben)
  3. met de vork schrijven (=afzetten, meer kosten rekenen dan werkelijk gemaakt)
  4. op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
  5. al etende krijgt men trek / honger. (=al etende krijgt men steeds meer trek (ook figuurlijk).)
  6. voor heter vuren gestaan hebben (=al groter problemen gekend hebben)
  7. de lijdensbeker tot de bodem ledigen (=al het slechte, tot het laatste toe, over zich heen krijgen)
  8. gepokt en gemazeld zijn (=al veel ervaring hebben)
  9. op je hoede zijn (=alert en voorzichtig zijn.)
  10. een oogje in het zeil houden (=alert zijn)
  11. vroeg opstaan (=alert zijn voor bedrog)
  12. geen klaviertje over slaan (=alle bijzonderheden in acht nemen)
  13. het tafellaken doorsnijden (=alle bindingen met iemand verbreken)
  14. aan alle kapelletjes aanleggen (=alle cafés onderweg bezoeken)
  15. bij elk heilig huisje aanleggen (=alle cafés onderweg bezoeken)
  16. alle heilige huisjes aandoen (=alle cafés onderweg bezoeken)
  17. het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
  18. geld stinkt niet (=alle manieren om aan geld te komen zijn toegestaan)
  19. alles op haren en snaren zetten (=alle middelen aanwenden / alles in het werk stellen)
  20. het doel heiligt de middelen (=alle middelen zijn toegelaten, zolang het doel maar bereikt wordt)
  21. het hart in de schoenen zinken (=alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen)
  22. al zijn patronen verschieten (=alle mogelijkheden uitproberen)
  23. achter de wolken schijnt de zon (=alle nare dingen zijn tijdelijk en daarna wordt het beter)
  24. voor Sinterklaas spelen (=alle wensen vervullen, alles voor iedereen betalen)
  25. `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
  26. de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
  27. zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
  28. om den brode doen (=alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is)
  29. lief en leed delen (=allerlei plezierige en droevige dingen met elkaar beleefd hebben)
  30. iemand over de hekel halen (=allerlei slechte dingen vertellen over iemand)
  31. alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
  32. botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
  33. alle tij heeft zijn weertij (=alles heeft een keerzijde)
  34. de kruik gaat zolang te water tot zij barst (=alles heeft zijn beperkingen)
  35. alles op het spel zetten (=alles inzetten en mogelijk alles verliezen)
  36. er is niets nieuws onder de zon (=alles is al eerder vertoond)
  37. boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
  38. in kannen en kruiken zijn (=alles is geregeld)
  39. de kust is veilig (=alles is in orde - er is niemand in de buurt)
  40. een haaienmaag hebben (=alles kunnen verorberen)
  41. eet geen paaseieren op goede vrijdag (=alles op zijn tijd, het feest niet te vroeg vieren)
  42. de volle laag krijgen (=alles over zich heen krijgen)
  43. geen middel onbeproefd laten (=alles proberen om een doel te bereiken.)
  44. alles malletje naar malletje doen/maken (=alles steeds weer op precies dezelfde manier doen)
  45. aan alle dingen komt een eind. (=alles verandert)
  46. landen verzanden, zanden verlanden. (=alles verandert)
  47. alles over de vloer halen (=alles verplaatsen)
  48. geen ding betert door ouderdom (=alles verslijt door de ouderdom)
  49. have en goed (verliezen) (=alles wat je hebt (verliezen))
  50. je uitkleden voor men naar bed gaat (=alles weggeven voor men sterft)

50 dialectgezegden bevatten `er`

  1. 'n vleegendje krej vingtj mieër as 'n zittendje (=je zult er iets voor moeten doen) (Weerts)
  2. 'n zweeloeër (=iemand die net doet of ie niet gehoord heeft wat er is gezegd) (Weerts)
  3. 'ne peddemoeëk es zoë kaal as 'n loês en toch kwaaktje altiêd van plezeer (=ondanks geldzorgen toch de moed er in houden) (Weerts)
  4. 'R tuusenuit naaie. ''Hij naait er van tuuse'' of ''Hij naait 'm'' (=De benen nemen (weg vluchten) ) (Waalwijks)
  5. 'r zit op ´n gooi wei (=hij heeft er een goed leven) (Neerharens)
  6. 'R zit weer 'n oar in de beutr' (=er is weeral ruzie in het gezin) (Harelbeeks)
  7. 't 'n Hee giene noame (=er zijn geen woorden voor) (Lovendegems)
  8. 't 'n trekt er nie ip (=het is ondermaats) (Waregems)
  9. 't an de katte geevn (=er de brui aan geven) (Veurns)
  10. 't begaoie (=er een potje van maken) (Roosendaals)
  11. 't begunt bij mij te kriebel'n (=ik begin er echt zin in te krijgen) (Westerkwartiers)
  12. 't bijt in zijn bille (=hij kan er niet aan weerstaan) (Kaprijks)
  13. 't Bliksemp beej dich (=Je onderjurk komt er onderuit) (Venloos)
  14. 't e 't jiwig leev'n aam'm (=er komt maar geen einde aan) (Wevelgems)
  15. 't é'n reut'eut 't eus en ae 't rehent, 't rehent bin'n (=er is een ruit uit het huis en als 't regent regent het daar binnen) (Zwevegems)
  16. 't ee'ter ow de schijn van da ... (=het lijkt er wel op dat ...) (Kaprijks)
  17. 't en is gin trop of d'r zit e buk in: in elk gezelschap, in elke familie is er altijd wel één iemand die niet deugt (=er is geen troep of er zit een bok in) (Klemskerks)
  18. 't er ès pressee bij (='t is dringend) (Zottegems)
  19. 't es doar de grooëte luxe (=het gaat er luxueus aan toe) (Waregems)
  20. 't ès doer èiremoei troef (=er heerst daar altijd grote armoede) (Meers)
  21. 't ès ene vêr te sjoerê (=er komt nu een tango) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. 't ès èr mojer gesketen (='t is helemaal haar moeder) (Meers)
  23. 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
  24. 't ès grat èr mojer (='t is helemaal haar moeder) (Meers)
  25. 't es ier precies een duivepiere (=er is hier veel beweging (van personen) ) (Wetters)
  26. 't es link ip 'n aënde ré'nen (=hij heeft er geen gehoor naar) (Waregems)
  27. 'T es lyk 't kot van d'èlle (=Het is er zeer lawaaierig) (Harelbeeks)
  28. 't es mae verdroten (=ik heb er genoeg van) (Wichels)
  29. 't es mae verlieëd (=ik heb er genoeg van) (Wichels)
  30. 't es piekapiek (=er is onenigheid) (Wichels)
  31. 't es rosse Jan (=er is ruzie in huis) (winksels)
  32. 't es stillekes woar dant nooit nie waeit (=er kan al eens ruzie zijn) (Wetters)
  33. 't es stillekes wur dat nuët ni woeëtj (=er valt overal wel eens een woordje) (Meers)
  34. 't es tit tat 't ut es (=er genoeg van hebben) (West-Vlaams)
  35. 't es vaer van au gat, ge moet er nie(d) op zitten (=dat wondje / pijnlijk plekje valt best wel mee) (Wichels)
  36. 't es'tn gescheten en gespogen (=Hij lijkt er als twee druppels water op) (West-Vlaams)
  37. 't est er boef op (=het is helemaal raak) (Wichels)
  38. 't est er kluit op (=het is juist) (Wichels)
  39. 't Gae nie mi d'n staende waegen (=Het hoeft niet zo vlug, je kunt er de tijd voor nemen) (Zeeuws)
  40. 't gapt lik en ov'n (=het vraagt er om) (Veurns)
  41. 't gijt om 't spel, niet om 'e knikkers (=het gaat er niet om wie wint, het gaat om de gezelligheid) (Westerkwartiers)
  42. 't is 't er één van d'een nieuwmarkt (=het is een handelaar) (Roeselaars)
  43. 't is aolt van iet da nen puit geen haor eet (=er is voor alles wel een reden te vinden) (Bevers)
  44. 't Is butter an de galleg 'esmeerd; 't Is de moeriaan eskuurd. (=er wordt toch niet naar geluisterd; het is vergeefse moeite.) (Zaans)
  45. 't is d'r moar mondjesmoat (=er is maar amper voldoende) (Westerkwartiers)
  46. 't is deurstook'n koart (=er is mee gesjoemeld) (Westerkwartiers)
  47. 't is doa weer herrewerre (=het zit er daar bovenarms op) (Denderleeuws)
  48. 't is doar dood katoen (=er valt daar niks te beleven) (Westerkwartiers)
  49. 't is dou herrewerre (=er is daar ruzie) (denderleeuws)
  50. 't Is e rututus en a trintrintrin (=er is een ruit uit het huis en als het regent, regent het erin.) (West-Vlaams)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen