Spreekwoorden met `la`

Zoek


591 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `la`

  1. `s lands wijs, `s lands eer (=ieder volk is gehecht aan zijn eigen gewoonten, hoewel anderen ze maar raar vinden)
  2. aan de haak slaan (=te pakken krijgen)
  3. aan de latten hangen (=ermee ophouden - bijna bankroet zijn)
  4. aan de slag gaan (=beginnen te werken, starten)
  5. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  6. aan het eind van zijn latijn zijn (=uitgeput zijn)
  7. aan het laatje zitten (=bij de bron zitten / geld hebben)
  8. aan het langste eind trekken (=in de voordeligste positie zijn)
  9. aan lager wal geraken (=fortuin verliezen; arm en berooid worden)
  10. acht slaan op iets (=ergens goed op letten)
  11. al lang en breed (=al lange tijd)
  12. alle hoop de bodem in (laten) slaan (=door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben)
  13. alles kort en klein slaan (=de hele inboedel kapot slaan)
  14. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  15. als bij toverslag (=zeer snel, plotseling)
  16. als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
  17. als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
  18. als een donderslag bij heldere hemel (=een onverwachte gebeurtenis, die een grote schok teweeg brengt)
  19. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  20. als een pilaarheilige (=onbeweeglijk, stijf)
  21. als een slak op een teerton (=erg traag zijn)
  22. als een tang op een varken slaan (=iets heeft totaal niets met een besproken onderwerp te maken)
  23. als een vlag op een modderschuit (=dat is veel te mooi voor die situatie)
  24. als een zoutpilaar (=onbeweeglijk, stijf)
  25. als hadden geweest is, is hebben te laat. (=niet zeuren over gedane zaken)
  26. als Hollands welvaren (=blakend van gezondheid)
  27. als Ieren en Britten op één land (=twee aartsvijanden in één ruimte)
  28. als ik ze niet hoef te hoeden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
  29. als klap op de vuurpijl (=een verrassing)
  30. als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
  31. arbeiden als een galeislaaf (=erg hard werken)
  32. armslag krijgen (=meer mogelijkheden krijgen)
  33. bekend staan als de bonte hond met de blauwe staart (=berucht)
  34. ben je belatafeld (=ben je gek)
  35. beslagen ten ijs komen (=goed voorbereid zijn)
  36. beter hard geblazen dan de mond gebrand (=het is beter dat men zich inspant dan dat er door slordigheid of luiheid iets fout gaat)
  37. beter laat dan nooit (=het is beter dat iets een beetje te laat komt, dan dat het nooit gebeurt)
  38. bij de kladden krijgen (=te pakken krijgen)
  39. bij elkaar flansen (=samenrapen)
  40. bij het walletje langs (=op het nippertje, zuinig)
  41. bij kleine lapjes leert men de hond leer eten. (=geleidelijk aan wen je zelfs aan de onmogelijkste dingen.)
  42. bij schering en inslag gebeuren (=erg vaak gebeuren)
  43. blaffende honden bijten niet (=zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
  44. bloot slaat dood (=iemand voor het blok zetten: iemand dwingen een keuze te maken)
  45. boompje groot, plantertje dood (=sommige dingen hebben effecten die je niet kunt voorzien)
  46. botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
  47. buiten zijn hoefslag gaan (=hij heeft er geen invloed over)
  48. commandeer je hond en blaf zelf (=dat bevel weiger ik uit te voeren)
  49. cum laude (=met eer) (Latijn)
  50. daar ben ik mooi klaar mee (=nu heb ik een probleem)

568 betekenissen bevatten `la`

  1. distels maaien is distels zaaien (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  2. distels breken is distels kweken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  3. distels trekken is distels stekken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  4. het zwaard aangorden (=(zich klaarmaken om) de strijd aan (te) binden)
  5. de handen uit de mouwen steken (=aan de slag gaan en aanpakken)
  6. fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
  7. ruw laten stikken (=aan zijn lot overlaten)
  8. in zijn eigen vet gaar koken (=aan zijn lot overlaten (iemand die iets misdaan heeft))
  9. kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
  10. het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
  11. de lijdensbeker tot de bodem ledigen (=al het slechte, tot het laatste toe, over zich heen krijgen)
  12. al lang en breed (=al lange tijd)
  13. sinds mensenheugenis (=al lange tijd)
  14. sinds jaar en dag (=al lange tijd)
  15. kunnen lezen en schrijven (=al lange tijd goede diensten bewezen hebben)
  16. het doel heiligt de middelen (=alle middelen zijn toegelaten, zolang het doel maar bereikt wordt)
  17. de Mammon dienen (=alleen maar belangstelling hebben voor geld)
  18. zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)
  19. iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
  20. alles over de vloer halen (=alles verplaatsen)
  21. na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
  22. de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
  23. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  24. gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
  25. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  26. wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
  27. een zuiver geweten is het beste oorkussen. (=als je eerlijk bent slaap je gerust)
  28. elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
  29. wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
  30. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  31. jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
  32. hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkheden)
  33. geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
  34. meeuwen op het land, onweer aan het strand. (=als meeuwen het binnenland intrekken omdat er slecht weer op zee is)
  35. oude liefde roest niet (=als men al lang verliefd is, verdwijnt die liefde niet meer)
  36. oude paarden jaagt men aan de dijk (=als men zijn taak niet goed meer aankan, wordt men ontslagen)
  37. in zijn achterhoofd hebben (=als reserve klaar hebben)
  38. met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
  39. als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
  40. van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
  41. gewicht hechten aan (=belang hechten aan)
  42. van je buik een afgod maken (=belang hechten aan lekker eten en drinken)
  43. wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken door kleine dingen)
  44. het tij wacht op niemand. (=benut kansen voor het te laat is)
  45. op de poot spelen (=bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan/razen)
  46. vis moet (wil) zwemmen (=bij een goede maaltijd hoort een goed glas wijn (bier))
  47. bij de tekst blijven (=bij het oorspronkelijke plan blijven)
  48. bij kris en kras volhouden (=bij hoog en bij laag volhouden)
  49. bij kris en kras zweren (=bij hoog en bij laag zweren)
  50. als Hollands welvaren (=blakend van gezondheid)

10 dialectgezegden bevatten `la`

  1. 't was wei lageir (komt v.h. Franse la guerre) (=er was weer ruzie) (winksels)
  2. a la boneur (=goed zo) (Meers)
  3. doe venge zuvve katze noch jeng moes mie dri (=la vol rommel) (Vaals)
  4. e bitje van sie en e bitje van la (=van ieder een beetje) (Kortemarks)
  5. en si en la (mogelijk la) (=en ga zo maar door / en dit en dat) (Wichels)
  6. in si in la (=en dit en dat) (Kaprijks)
  7. la zien nou! (=Voor de dag ermee!) (Boksmeers)
  8. sa sè la vie (=je moet het leven nemen zoals het zich aandient) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. Sjiek de la mar. (=Deftig, fraai.) (Zaans)
  10. voeligheid en ne voelerik (=Doe mij maar een bicky en een la chouffe) (Neerpelts)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen