de zegen

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈzexə(n)]
Afbreekpatroon:  ze·gen
Verbuigingen:  zegens (meerv.)

1) woorden waarmee iemand de gunst en bescherming door God voor iemand of iets vraagt
Voorbeelden:  `iemand de zegen geven`,
`de zegen uitspreken over de stad en de wereld`
Synoniem:  heilwens
Mijn zegen heb je.  (van mij mag je het doen)

2) de voorspoed die God je geeft
Voorbeelden:  `Mijn kinderen zijn mijn grootste zegen.`,
`Ik wens je veel heil en zegen in het nieuwe jaar.`
Er rust geen zegen op dat huis.  (in dat huis hebben ze vaak pech)


Synoniemen
aanmoediging   geluk   gezegentoestand   heil   heilwens   mazzel   voorspoed   wijding   zaligheid   zegenen   zegening   plaag (antoniem)   

Spreekwoorden en zegswijzen
• op hoop van zegen (=in de hoop dat het lukt)
Naar de spreekwoorden

8 definities op Encyclo
  • [I] kerkelijke zegening [II] visnet
  • •het verlenen van een goddelijke of bovennatuurlijke bijstand. •het afroepen van [1] over iemand, met name door een lid van de geestelijkheid. •een voordeel of gelukkige omstandigheid die aan [1] toegekend wordt.
  • woorden waarmee een priester de gunst van God over je afroept vb: hierbij geef ik u mijn zegen mijn zegen heb je! [ik vind het best wat je van plan bent]
  • [Vergeten woorden] (st. zag, heeft gezegen), ziggen overweldigen, overwinnen, onderwerpen [~ zege overwinning]
  • Syn.: zeegnet Def.: lap netwerk van zeer grote lengte en naar verhouding geringe hoogte, waarmee men de vis achtervolgt. Toelichting: Dit gaand viswant bestaat uit twee vleugels, die soms uitlopen in een kuil, een diepe `zak'. Aan beide vleugels is met sprenkels een lijn bevestigd, en door die in te halen wor...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met zegen:
zegenbedezegenenzegeningzegenrijkzegenvisserzegenvisserijzegenwens

Deze woorden eindigen op zegen:
ziekenzegenkinderzegenhuwelijkszegen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. zegen (blijk van gunst)
  2. zegen (visnet)


Taaladvies
Schrijf je gebenedijd met ei of ij? Zie gebenedijd / gebenedeid

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de zegen' of 'het zegen'?
Het is 'de zegen', want zegen is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die zegen'.
Wat is het meervoud van zegen?
Het meervoud van zegen is 'zegens'. Eén zegen, twee zegens.
Wat betekent zegen?
'woorden waarmee iemand de gunst en bescherming door God voor iemand of iets vraagt' en 'de voorspoed die God je geeft'
Hoe spel je zegen?
zegen spel je Z E G E N
Wat is een ander woord voor zegen?
Andere woorden voor zegen zijn aanmoediging, geluk, gezegentoestand, heil, heilwens, mazzel, voorspoed, wijding, zaligheid, zegenen en zegening.
Wat is het tegenovergestelde van zegen?
Een antoniem van zegen is plaag.

Op andere websites
Zoek zegen op Woordenlijst.org
Zoek zegen op Google
Zoek zegen op Wikipedia