I vrij

Uitspraak:

[vrɛi]

vrije dag of vrij moment op het werk of op school

Voorbeelden:	`Helaas, ik kan geen vrij krijgen.`, `Morgen hebben we een dagje vrij.`
Synoniem:	vrijaf

II vrij

bijv.naamw.

Uitspraak:

[vrɛi]

1) (van iets/iemand) niet beperkt in zijn of haar beweging, mogelijkheden, gebruik enz.

Voorbeelden:	`Ik werk vier dagen per week, op vrijdag ben ik vrij.`, `Wat doe je in je vrije tijd?`, `Is deze stoel vrij?`
Antoniem:	onvrij
Synoniem:	los
vrije markt	(bestel waarin vraag en aanbod bepalen welke producten worden geproduceerd en waarin de overheid geen rol speelt)
op vrije voeten zijn	(niet in de gevangenis zitten)
zo vrij zijn om iets te doen	(iets doen wat iemand vervelend zou kunnen vinden) `Mag ik zo vrij zijn om te vragen hoe oud u bent?`

2)

vrij van

(zonder (iets)) `vrij van conserveringsmiddelen`

III vrij

bijwoord

Uitspraak:

[vrɛi]

nogal

Voorbeeld:	`Het is vrij warm.`
Synoniem:	tamelijk

bandeloos   behoorlijk   beschikbaar   eigen baas   gratis   in vrijheid   loos   los   losbandig   onbewimpeld   ongebonden   ongebreideld   onomwonden   onverholen   open   openhartig   oprecht   ronduit   tamelijk   vrijaf   vrijelijk   vrijuit   zonder taak   zontaak   geremd (antoniem)   

• zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)
• vrij buurmans` kind, dan weet je wat je vindt. (=het is verstandig om vast te houden aan wat bekend en vertrouwd is)
• vragen staat/is vrij (=iedereen heeft de gelegenheid om vragen te stellen)
• van vreemde smetten vrij (=onafhankelijk, bevrijd)
• liever vrij en geen eten dan een volle buik aan een ijzeren keten. (=vrijheid is een hoger goed dan materiële welvaart.)
Toon alle 6 spreekwoorden die vrij bevatten

Hoe kun je vrij krachtiger uitdrukken?
vrij als een vogel(tje) (in de lucht);

• Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 de lijn is vrij.
• •ongebonden, niet in beweging beperkt.
• kunnen gaan en staan waar je wilt vb: hij zat in de gevangenis, maar nu is hij weer vrij zo vrij als een vogeltje in de lucht [heel erg vrij]
• [Vergeten woorden] (bn.) 1) eigen, van zichzelf, als zichzelf, bloedeigen 2) vertrouwd, geliefd, bemind [= vrij ongebonden, in Vrije, vrijen, vrijmaag, vriels, ~ vrijd, vriend, vrede]
• (tamelijk) Vrij (tamelijk) is nogal, enigszins. [basiswoordenlijst groep 4]

Toon uitgebreidere definities

• vrij leren• vrij.• vrijaf• vrijage• vrijbank• vrijberoepsbeoefenaar• vrijbiljet• vrijblijvend• vrijblijvendheid• vrijbrief• vrijbuiten• vrijbuiter• vrijdag• vrijdagavond• vrijdaggebed• vrijdagmarkt• vrijdagmiddag• vrijdagmorgen• vrijdagnacht• vrijdagnamiddag
• Toon alle woorden die beginnen met vrij

• alcoholvrij• belastingvrij• brandvrij• fosfaatvrij• gastvrij• handenvrij• kogelvrij• loodvrij• rookvrij• stofvrij• vogelvrij• zwavelvrij• zuurvrij• ziektevrij• zeurvrij• weigervrij• watervrij• waardevrij• vorstvrij• vochtvrij
• Toon alle woorden die eindigen op vrij

vrij (ongebonden)

Wat betekent vrij?

'vrije dag of vrij moment op het werk of op school'

Hoe spel je vrij?

vrij spel je V R I J

Wat is een ander woord voor vrij?

Andere woorden voor vrij zijn bandeloos, behoorlijk, beschikbaar, eigen baas, gratis, in vrijheid, loos, los, losbandig, onbewimpeld, ongebonden, ongebreideld, onomwonden, onverholen, open, openhartig, oprecht, ronduit, tamelijk, vrijaf, vrijelijk, vrijuit, zonder taak en zontaak.

Wat is het tegenovergestelde van vrij?

Een antoniem van vrij is geremd.

Zoek vrij op Woordenlijst.org
Zoek vrij op Google
Zoek vrij op Wikipedia