• ze niet alle vijf hebben (=vreemd gedragen of niet goed bij het verstand zijn) • ze alle vijf bij elkaar hebben (=goed bij zijn verstand zijn) • vijf poten aan een kalf/schaap zoeken (=iets proberen te vinden dat er niet is) • een van de vijf is uit kuieren (=hij is niet goed wijs) Naar de spreekwoorden
6 definities op Encyclo
getal dat volgt op vier vb: elke hand heeft vijf vingers geef me de vijf! [geef me een hand]
symbool waarmee het getal 5 wordt voorgesteld vb: een vijf is nog net geen voldoende na veel vijven en zessen [na langdurig afwegen]
1) Telwoord 2) Helft van tien 3) Vier plus één 4) Aantal 5) Aantal klinkers in het Nederlandse alfabet 6) Penta 7) Aantal longkwabben bij de mens 8) Priemgetal 9) Getal tussen vier en zes 10) Getal 11) Cijfer 12) Tv-zender 13) Tellen van één tot tien, overslaan vier 14) Een handvol 15) Een kwint
Een vijf scoort een berijder bij trial wanneer hij valt of zijn motor laat afslaan in een Non stop.
