verenigen

werkw.

Uitspraak:	[vərˈenəxə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·eni·gen
Vervoegingen:	verenigde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft verenigd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

samenbrengen

Voorbeelden:	`de Verenigde Naties`, `zich verenigen in een vakbond`
je niet kunnen verenigen met de doelstellingen van de organisatie	(de doelstellingen van de organisatie afwijzen)

concentreren   liëren   maken   paren   samenbrengen   verzamel   verzamelen   

• •afzonderlijke delen tot één geheel maken. • tweede betekenisomschrijving •:"Zin met het 'paginawoord' in de tweede betekenis erin." • enz.
• het er niet mee eens zijn vb: ik kan mij niet met dat voorstel verenigen één geheel worden vb: de twee partijen hebben zich verenigd in één nieuwe partij Tegenstellingen: splitsen scheiden vertakken er één geheel van maken vb: de voorzitter probeerde de standpunten te verenigen Tegenstellingen: splitsen...
• 1) Unificeren 2) Associëren 3) Paren 4) Een worden 5) Uniëren 6) Concentreren 7) Liëren 8) Verzamelen 9) Vergaderen 10) Verenen 11) Verbinden 12) Bijeenvoegen 13) Voegen 14) Bundelen 15) Bijeenschikken 16) Koppelen 17) Bij elkaar brengen 18) Samenhechten 19) Maken 20) Aanspannen 21) Aaneensluiten
• samenvoegen
• samenvoegen Jaar van herkomst: 1351-1400 (MNW )

Toon uitgebreidere definities

verenigen (samenvoegen)

Wat is de verleden tijd van verenigen?

De verleden tijd van verenigen is 'verenigde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verenigd'.

Wat betekent verenigen?

'samenbrengen'

Hoe spel je verenigen?

verenigen spel je V E R E N I G E N

Wat is een ander woord voor verenigen?

Andere woorden voor verenigen zijn concentreren, liëren, maken, paren, samenbrengen, verzamel en verzamelen.

Zoek verenigen op Woordenlijst.org
Zoek verenigen op Google
Zoek verenigen op Wikipedia