De veelvraat is na de reuzenotter de grootste marterachtige. Veelvraten leven in noordelijke streken, maar zijn desondanks het hele jaar actief. Hun sterke kaken helpen om nog wat eetbaars van bevroren karkassen te kunnen halen. Op hun speurtochten naar voedsel leggen ze grote afstanden af, soms wel 50 kilome...
Een veelvraat is [basiswoordenlijst groep 4]
iemand die de gewoonte heeft abnormaal veel te eten; slokop dier dat dat abnormaal veel eet en daardoor vaak schade aanricht of de voedselvoorraden voor andere dieren aantast; vraatzuchtig dier iemand die zich geen beperkingen of matigheid oplegt in het beoefenen, verzamelen of nastreven van datgene waar hij ...