• wie het onderste uit de kan wil hebben die valt het lid op de neus (=wie altijd het uiterste wil, krijgt uiteindelijk niets)
• wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in (=wie een ander iets wil misdoen, kan er zelf het slachtoffer van worden)
• tussen lepel en mond valt veel pap op de grond (=problemen komen vaak pas op het laatst)
• over smaak valt niet te twisten (=over verschil in smaak moet men geen ruzie maken)
• kort en goed valt licht en zoet. (=pak dingen snel op en doe het goed)
Toon alle 10 spreekwoorden die valt bevatten

• •tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vallen. •derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vallen. •verouderde gebiedende wijs van vallen. •ventiel

Toon uitgebreidere definities

• valtijd

Zoek valt op Woordenlijst.org
Zoek valt op Google
Zoek valt op Wikipedia