de vaart

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:

[vart]

1) kunstmatig aangelegde waterweg

Verbuigingen:	vaart|en (meerv.)
Voorbeeld:	`de vaart is gesloten door het ijs`
Synoniem:	kanaal

2) grote snelheid

Voorbeeld:	`Met een enorme vaart botste de vrachtwagen tegen de muur.`
Het zal zo'n vaart niet lopen.	(<geruststellend commentaar dat het allemaal niet zo erg zal worden>)

3) het varen met schepen

Voorbeeld:	`kustvaart`
Synoniem:	scheepvaart
op de grote vaart zitten	(op schepen varen naar bestemmingen buiten Europa)

de scheepvaart   gang   gezwindheid   gracht   in volle vaart   kanaal   rapheid   rapiditeit   schielijkheid   snelheid   spoed   tempo   vlotheid   vlugheid   

• zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
• zo `n vaart niet lopen (=niet zo erg zijn als het lijkt)
• varen waar de grote mast vaart (=klakkeloos de baas volgen)
• vaart achter iets zetten (=iets snel (doen) uitvoeren)
• het zal zo`n vaart niet lopen (=het zal wel meevallen)
Toon alle 6 spreekwoorden die vaart bevatten

Hoe kun je vaart krachtiger uitdrukken?
tomeloze vaart; vliegende vaart; volle vaart;

• (1) De scheepvaart in het algemeen. We onderscheiden onder andere de droge vaart, de natte vaart en de wilde vaart. (2) Vaarroute tussen twee plaatsen, meestal tussen Amsterdam en een met name genoemde andere plaats, bijvoorbeeld Kampense of Lemmerse vaart. (3) De verheid per uur, uitgedrukt in knopen.
• •opgebouwde snelheid. •kanaal, bevaarbaar gemaakte watergang. •het varen, het bedrijven van scheepvaart als beroep.
• grote snelheid vb: in volle vaart reed hij tegen een boom het zal zo'n vaart niet lopen [het zal wel meevallen] met een vaart [heel snel] iemand stuiten in zijn vaart [zijn ontwikkeling belemmeren] in vliegende vaart [bliksemsnel] ergens vaart achter zetten [het bespoedigen]
• Def.: de scheepvaart in het algemeen. Toelichting: We onderscheiden onder andere de droge vaart, de natte vaart en de wilde vaart.
• Def.: de verheid per uur Toelichting: uitgedrukt in knopen.

Toon uitgebreidere definities

• vaartijd• vaartocht• vaartuig

• bedevaart• luchtvaart• ruimtevaart• scheepvaart• uitvaart• welvaart• zeilvaart• zeevaart• zeescheepvaart• wedvaart• walvisvaart• trekvaart• trampvaart• sneltreinvaart• rotvaart• rondvaart• ringvaart• recreatievaart• pleziervaart• noodvaart

1. vaart (grap, smerig zaakje)
2. vaart (snelheid, het varen)

Is het 'de vaart' of 'het vaart'?

Het is 'de vaart', want vaart is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die vaart'.

Wat betekent vaart?

'kunstmatig aangelegde waterweg' en 'grote snelheid' en 'het varen met schepen'

Hoe spel je vaart?

vaart spel je V A A R T

Wat is een ander woord voor vaart?

Andere woorden voor vaart zijn de scheepvaart, gang, gezwindheid, gracht, in volle vaart, kanaal, rapheid, rapiditeit, schielijkheid, snelheid, spoed, tempo, vlotheid en vlugheid.

Zoek vaart op Woordenlijst.org
Zoek vaart op Google
Zoek vaart op Wikipedia