uitwissen

werkw.
Uitspraak:  ['œytwɪsə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·wis·sen
Vervoegingen:  wiste uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgewist (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

doen verdwijnen
Voorbeeld:  `Die slechte herinnering wil ik liever uit mijn geheugen wissen.`


Synoniemen
krassen   ontsieren   schenden   uitgommen   uitkrabben   uitvegen   uitvlakken   vlakken   wegvegen   wissen   

2 definities op Encyclo
  • 1) Raderen 2) Verwissen 3) Ontsieren 4) Vegen 5) Wegvagen 6) Vernietigen 7) Wegvegen 8) Aboleren 9) Wegmaken 10) Effaceren 11) Wegwissen 12) Expungeren 13) Vlakken 14) Uitkrabben 15) Uitvegen 16) Uitstuffen 17) Uitstrijken 18) Uitpoetsen 19) Schenden 20) Uitgommen 21) Krassen 22) Uitvlakken 23) Reinigen
  • uitvegen Ruimere term: subtractieve procédés en technieken Categorie: Procédés en Technieken > subtractieve procédés en technieken.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
uitwissen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitwissen?
De verleden tijd van uitwissen is 'wiste uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgewist'.
Wat betekent uitwissen?
'doen verdwijnen'
Hoe spel je uitwissen?
uitwissen spel je U I T W I S S E N
Wat is een ander woord voor uitwissen?
Andere woorden voor uitwissen zijn krassen, ontsieren, schenden, uitgommen, uitkrabben, uitvegen, uitvlakken, vlakken, wegvegen en wissen.

Op andere websites
Zoek uitwissen op Woordenlijst.org
Zoek uitwissen op Google
Zoek uitwissen op Wikipedia