scanderen

werkw.

Uitspraak:	[skɑn'derə(n)]
Afbreekpatroon:	scan·de·ren
Vervoegingen:	scandeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gescandeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(van verzen) de maat of het metrum aangeven

Voorbeeld:

`om de beurt Latijnse verzen scanderen`

8 definities op Encyclo

Let op: Spelling van 1858 verzen meten, volgens de tijdmaat verdeelen, zoo verdeeld opzeggen. Scantie, de versmeting, versdeeling
Etym: Lat. scandere = opklimmen; vandaar: gaan staan en met de voet de maat slaan. - Term uit de prosodie voor dat onderdeel van de analyse van klank dat erop gericht is om op grond van woord- en zinsaccent het verloop van heffingen en dalingen vast te stellen om daarmee het metrum te bepalen dat de grondslag...
1) Leuzen uitroepen 2) In lettergrepen uitroepen 3) Iets in lettergrepen uitroepen 4) Verzen in voeten opdelen 5) Uitroepen van leuzen 6) Leuzen roepen 7) Een versregel in voeten verdelen 8) In versvoeten indelen 9) Indelen in versvoeten
het metrum doen uitkomen; als blijk van bewondering of afkeuring in lettergrepen uitroepen
het metrum doen uitkomen Jaar van herkomst: 1824 (WEI )

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van scanderen is 'scandeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gescandeerd'.

'(van verzen) de maat of het metrum aangeven'

scanderen spel je S C A N D E R E N

Op andere websites

Recentelijk gezocht