uitkeren

werkw.
Uitspraak:  ['œytkerə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·ke·ren
Vervoegingen:  keerde uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgekeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een bedrag) betalen waarop iemand recht heeft
Voorbeelden:  `de belastingteruggave uitkeren`,
`vakantiegeld uitkeren`
Synoniem:  uitbetalen


Synoniemen
betalen   dokken   storten   uitbetalen   voldoen   

7 definities op Encyclo
  • 1.eindigen, aflopen Voorbeeld: Wat was er op haar gemunt dat 't een na 't ander, al wat ze aanraakte of rond zich beroerde, dat 't al om 't even zwart en rampzalig uitkeerde?! 2.betalen (VD II) Voorbeeld: Hij deed hun de gang van het spel uiteen: als 't klavers gevallen was, moest de vent me 't dubb...
  • • [ditr] betalingen verzorgen, meestal door een instantie aan individuen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • geven waar hij recht op heeft vb: het pensioen wordt elke maand uitgekeerd
  • 1) Uitbetalen 2) Uitvegen 3) Voldoen 4) Betalen 5) Storten 6) Dokken
  • een zeil tijdelijk bak zetten.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
uitkeren (het rechtmatige deel betalen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitkeren?
De verleden tijd van uitkeren is 'keerde uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgekeerd'.
Wat betekent uitkeren?
'(een bedrag) betalen waarop iemand recht heeft'
Hoe spel je uitkeren?
uitkeren spel je U I T K E R E N
Wat is een ander woord voor uitkeren?
Andere woorden voor uitkeren zijn betalen, dokken, storten, uitbetalen en voldoen.

Op andere websites
Zoek uitkeren op Woordenlijst.org
Zoek uitkeren op Google
Zoek uitkeren op Wikipedia