het tweetal

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈtwetɑl]
Afbreekpatroon:	twee·tal
Verbuigingen:	tweetallen (meerv.)

groep van twee

Voorbeeld:	`De klus zal vermoedelijk een tweetal weken tijd in beslag nemen.`
Synoniemen:	paar, stel, duo,

duo   koppel   paar   span   stel   twee personen   twee stuks   

• twee mensen of dieren die bij elkaar horen vb: José en Josien vormen een tweetal Synoniemen: koppel duo
• 1) Aantal 2) Paar 3) Koppel 4) Hoeveelheid 5) Dubbelspan 6) Dubbeltal 7) Duo 8) Stelletje 9) Stel 10) Span 11) Beiden 12) Beide

Toon uitgebreidere definities

• tweetalig• tweetaligheid• tweetaligheidsvoordeel• tweetallig

Is het 'de tweetal' of 'het tweetal'?

Het is 'het tweetal', want tweetal is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat tweetal'.

Wat is het meervoud van tweetal?

Het meervoud van tweetal is 'tweetallen'. Eén tweetal, twee tweetallen.

Wat betekent tweetal?

'groep van twee'

Hoe spel je tweetal?

tweetal spel je T W E E T A L

Wat is een ander woord voor tweetal?

Andere woorden voor tweetal zijn duo, koppel, paar, span, stel, twee personen en twee stuks.

Zoek tweetal op Woordenlijst.org
Zoek tweetal op Google
Zoek tweetal op Wikipedia