trommelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtrɔmələ(n)]
Afbreekpatroon:  trom·me·len
Vervoegingen:  trommelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft getrommeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) op een trommel (2) slaan muziek
iemand uit zijn bed trommelen  (roepen dat iemand uit zijn bed moet komen)

2) met je vingers snel achter elkaar op iets tikken
Voorbeeld:  `op de rand van de tafel trommelen`
Synoniem:  roffelen

Zie ook:  trommel


Synoniemen
drummen   rammelen   roffelen   

3 definities op Encyclo
  • op een trommel slaan vb: de jongen trommelt er lustig op los snel met je vingers ergens op tikken vb: ze zat nerveus op de tafel te trommelen mensen bij elkaar trommelen [bij elkaar roepen]
  • 1) De trom slaan 2) Rammelen 3) Herhaaldelijk tikken 4) Tamboeren 5) Tamboereren 6) Roffelen 7) Drummen
  • Trommelen is op een trommel slaan. [basiswoordenlijst groep 4]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op trommelen:
optrommelen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
trommelen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van trommelen?
De verleden tijd van trommelen is 'trommelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getrommeld'.
Wat betekent trommelen?
'op een trommel slaan' en 'met je vingers snel achter elkaar op iets tikken'
Hoe spel je trommelen?
trommelen spel je T R O M M E L E N
Wat is een ander woord voor trommelen?
Andere woorden voor trommelen zijn drummen, rammelen en roffelen.

Op andere websites
Zoek trommelen op Woordenlijst.org
Zoek trommelen op Google
Zoek trommelen op Wikipedia