het tijdstip

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈtɛitstɪp]
Afbreekpatroon:	tijd·stip
Verbuigingen:	tijdstippen (meerv.)

bepaald moment in de tijd (1)

Voorbeeld:	`uitstellen tot een later tijdstip`
Synoniem:	tijd

ogenblik   plaats   tijd   uur   

• •een punt in de tijd.
• punt of plaats in reeks van momenten vb: op welk tijdstip kwam hij thuis? Synoniemen: tijd uur
• Def.: ogenblik waarop een bepaald gebeuren plaatsheeft of een bepaalde toestand heerst.
• 1) Half twaalf 2) Getij 3) Uur 4) Ogenblik 5) Ogenblik van gebeuren 6) Tijdpunt 7) Tijd 8) Stonde 9) Stond 10) Moment 11) Epoque 12) Datum 13) Plaats 14) Klok
• bepaald punt in de tijd

Toon uitgebreidere definities

• dektijdstip• begintijdstip• aanvangstijdstip

Wat is juist: hoe laat of hoelaat? Zie Hoelaat / hoe laat

Is het 'de tijdstip' of 'het tijdstip'?

Het is 'het tijdstip', want tijdstip is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat tijdstip'.

Wat is het meervoud van tijdstip?

Het meervoud van tijdstip is 'tijdstippen'. Eén tijdstip, twee tijdstippen.

Wat betekent tijdstip?

'bepaald moment in de tijd '

Hoe spel je tijdstip?

tijdstip spel je T I J D S T I P

Wat is een ander woord voor tijdstip?

Andere woorden voor tijdstip zijn ogenblik, plaats, tijd en uur.

Zoek tijdstip op Woordenlijst.org
Zoek tijdstip op Google
Zoek tijdstip op Wikipedia