blokkeren

werkw.

Uitspraak:	[blɔˈkerə(n)]
Afbreekpatroon:	blok·ke·ren
Vervoegingen:	blokkeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geblokkeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (een weg) afsluiten

Voorbeeld:	`de gekantelde vrachtwagen blokkeerde de weg`
Synoniem:	versperren

2) het gebruik van iets onmogelijk maken

Voorbeeld:

`een bankrekening blokkeren`

3) zorgen dat iets niet meer kan bewegen

Voorbeeld:	`als middel tegen diefstal het stuur van je auto blokkeren`
Synoniem:	vastzetten

geblokkeerd zijn

(plotseling niet meer weten wat je moet doen) Synoniem: een blokkade hebben

Synoniemen

7 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Blokkeren``] Eene vesting insluiten. Zie Vestingoorlog
met een of meer dingen afsluiten vb: de toegang tot het gebouw werd geblokkeerd Synoniem: versperren
1) Afstoppen 2) Schaakterm 3) Toegang beletten 4) Stremmen 5) Vastleggen van gelden 6) Vastzetten 7) De doorgang versperren 8) Dichttimmeren 9) Versperren 10) Immobiliseren 11) Tegenhouden 12) Afsluiten
afsluiten, tegenhouden Jaar van herkomst: 1624 (Wonderlicke avontuer van twee goelieven )
Het door een adverteerder uitsluiten van affiliates van toegang tot advertentiemateriaal

Deze woorden eindigen op blokkeren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van blokkeren is 'blokkeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geblokkeerd'.

'(een weg) afsluiten' en 'het gebruik van iets onmogelijk maken' en 'zorgen dat iets niet meer kan bewegen' en ''

blokkeren spel je B L O K K E R E N

Andere woorden voor blokkeren zijn afsluiten, immobiliseren en stremmen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht