terugkrijgen

werkw.

Uitspraak:	[təˈrʏxkrɛixə(n)]
Afbreekpatroon:	te·rug·krij·gen
Vervoegingen:	kreeg terug (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft teruggekregen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) weer krijgen wat eerder al in je bezit was

Voorbeeld:	`de gestolen sieraden weer terugkrijgen`
Antoniem:	teruggeven

2) als reactie krijgen

Voorbeeld:	`Ik heb hem gisteren gemaild en nu krijg ik al een mailtje terug.`
Die krijg je terug!	(<dreigende reactie tegen iemand die je iets vervelends heeft gezegd of heeft aangedaan>)

herkrijgen   weerkrijgen   

• 1) Weerkrijgen 2) Wederbekomen 3) Hervinden 4) Herkrijgen 5) Recouvreren
• Terugkrijgen betekent het opnieuw krijgen van iets van iemand. ( Nadat ik mijn paspoort bij de douane had laten zien, kreeg ik deze weer terug. ) [basiswoordenlijst groep 7]

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van terugkrijgen?

De verleden tijd van terugkrijgen is 'kreeg terug'. Het voltooid deelwoord is 'heeft teruggekregen'.

Wat betekent terugkrijgen?

'weer krijgen wat eerder al in je bezit was' en 'als reactie krijgen'

Hoe spel je terugkrijgen?

terugkrijgen spel je T E R U G K R I J G E N

Wat is een ander woord voor terugkrijgen?

Andere woorden voor terugkrijgen zijn herkrijgen en weerkrijgen.

Zoek terugkrijgen op Woordenlijst.org
Zoek terugkrijgen op Google
Zoek terugkrijgen op Wikipedia