stutten

werkw.
Uitspraak:  ['stʏtə(n)]
Afbreekpatroon:  stut·ten
Vervoegingen:  stutte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gestut (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat (een bouwwerk) niet instort
Voorbeelden:  `huizen stutten na een aardbeving`,
`mijnen stutten`

Zie ook:  stut


Synoniemen
draag   dragen   met palen stutten   ondersteunen   ontspruiten   schoorbalken   schoren   schragen   steunen   

4 definities op Encyclo
  • Amsterdams woord voor ervan door gaan = de stutten trekken
  • 1) Tempelen 2) Stuiten 3) Deel van een kolenmijn 4) Draag 5) Een draaiend schip tegenroer geven 6) Ondervangen 7) Ondersteunen 8) Schoren 9) Schragen 10) Dragen 11) Stiepen 12) Tegenhouden 13) Steunpaal in mijngangen 14) Schoorbalken 15) Steunen 16) Stempelen 17) Ontspruiten
  • steunen; (gewestelijk) stuiten
  • stuiten, steunen Jaar van herkomst: 1364 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op stutten:
onderstutten

Herkomst volgens etymologiebank.nl
stutten (steunen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van stutten?
De verleden tijd van stutten is 'stutte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestut'.
Wat betekent stutten?
'zorgen dat (een bouwwerk) niet instort'
Hoe spel je stutten?
stutten spel je S T U T T E N
Wat is een ander woord voor stutten?
Andere woorden voor stutten zijn draag, dragen, met palen stutten, ondersteunen, ontspruiten, schoorbalken, schoren, schragen en steunen.

Op andere websites
Zoek stutten op Woordenlijst.org
Zoek stutten op Google
Zoek stutten op Wikipedia