het spel

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[spɛl]

1) activiteit die je leuk vindt in je vrije tijd, ook met anderen samen en dan vaak als wedstrijd

Verbuigingen:	spelen (meerv.)
Voorbeelden:	`Verstoppertje is een leuk spel.`, `in het weekend spelletjes doen met je vrienden`
hoog spel spelen	(iets doen dat riskant is)
in het spel zijn	(als factor aanwezig zijn)
vrij spel hebben	(ongehinderd kunnen doen wat je wilt)

2) wat je nodig hebt voor een spel (1)

Verbuigingen:	spellen (meerv.)
Voorbeelden:	`bordspel`, `computerspel`, `Op internet worden heel veel spellen aangeboden.`

3)

op het spel zetten

((iets) riskeren) `je relatie op het spel zetten door overspel`

Zie ook:

spelletje

acteerprestatie   activiteit   beuzelarij   gespeeld   gezelschapsspel   kinderachtigheid   kinderspel   partij   peuleschil   

• voor Sinterklaas spelen (=alle wensen vervullen, alles voor iedereen betalen)
• va banque spelen (=roekeloos spel spelen)
• tweede viool spelen (=een ondergeschikte rol spelen.)
• stommetje spelen (=niets willen zeggen)
• spelen om des keizers baard (=spelen om de eer)
Toon alle 34 spreekwoorden die spel bevatten

• Uit `De lagere vaktalen: Taal der Loodgieters, zinkbewerkers en gasfitters` 1914 verzameling van verschillende typen van een gereedschap, b.v. tangenspel (stel).
• 1.bezigheid die zonder enige praktische doelstelling, alleen om haars zelfs wil, tot vermaak of ontspanning wordt verricht (VD I) Voorbeeld: Terwijl hij haar troostte in de uiterste angstigheid, volgde hij woord voor woord, hoe de jongens buiten onder de perelaar luide spel hielden (Langs Wegen 158) 2....
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Spel``] Zie Mijnen
• •een bezigheid ter ontspanning volgens vaste regels met elementen als competitie, behendigheid, inzicht en kans.
• bezigheid met regels, vaak een wedstrijd vb: kaarten is een spel ze gaan op in hun spel [zien of horen verder niets] een spelletje met iemand spelen [hem voor de gek houden] hem buiten spel zetten [niet mee laten doen] er was bedrog in het spel [dat speelde een rol] veel op het spel zetten [veel wagen] hoog s...

Toon uitgebreidere definities

• spelalfabet• spelbederf• spelbederver• spelbeeld• spelboekje• spelbord• spelbreker• spelcomputer• spelconsole• speld• speldag• spelden• speldengeld• speldenkussen• speldenprik• spelemeien• spelen• spelend• spelenderwijs• speleologie
• Toon alle woorden die beginnen met spel

• balspel• blijspel• bordspel• buitenspel• computerspel• dubbelspel• eindspel• enkelspel• gelijkspel• hoorspel• kaartspel• kansspel• klokkenspel• mispel• overspel• schaakspel• schouwspel• treurspel• à vuespel• zwartepietenspel
• Toon alle woorden die eindigen op spel

1. spel (bezigheid als ontspanning)
2. spel

Is het 'de spel' of 'het spel'?

Het is 'het spel', want spel is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat spel'.

Wat betekent spel?

'activiteit die je leuk vindt in je vrije tijd, ook met anderen samen en dan vaak als wedstrijd' en 'wat je nodig hebt voor een spel ' en ''

Hoe spel je spel?

spel spel je S P E L

Wat is een ander woord voor spel?

Andere woorden voor spel zijn acteerprestatie, activiteit, beuzelarij, gespeeld, gezelschapsspel, kinderachtigheid, kinderspel, partij en peuleschil.

Zoek spel op Woordenlijst.org
Zoek spel op Google
Zoek spel op Wikipedia