sleuren

werkw.
Uitspraak:  [ˈslɵ:rə(n)]
Vervoegingen:  sleurde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gesleurd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

moeizaam slepen
Voorbeeld:  `je iedere dag uit je bed moeten sleuren`

Zie ook:  sleur


Synoniemen
slepen   

5 definities op Encyclo
  • ruw slepen vb: ze sleurde hem aan zijn arm naar binnen
  • 1) Ruw voortslepen 2) Sjouwen 3) Zeulen 4) Togen 5) Sollen 6) Moeilijk dragen 7) Slierten 8) Slieren 9) Ruw slepen 10) Slepen 11) Voortslepen 12) Ruw voorttrekken 13) Met moeite dragen 14) Langs de grond slepen
  • door hardop voorop te rijden a.h.w. voorttrekken als jong coureur sleurde ik zomaar 100 km op de kop
  • NAAR DE KANT SLEUREN: de (wit)viszegen ophalen. Ook tomen, optomen en trekken genoemd. [Links: Diverse termen inzake het vistuig .] Genoemd in: Dr. Th. H. van Doorn, Terminologie van Riviervissers in Nederland.
  • slepen Jaar van herkomst: 1539 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op sleuren:
meesleuren

Herkomst volgens etymologiebank.nl
sleuren (ruw voortslepen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van sleuren?
De verleden tijd van sleuren is 'sleurde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesleurd'.
Wat betekent sleuren?
'moeizaam slepen'
Hoe spel je sleuren?
sleuren spel je S L E U R E N
Wat is een ander woord voor sleuren?
Een ander woord sleuren is slepen.

Op andere websites
Zoek sleuren op Woordenlijst.org
Zoek sleuren op Google
Zoek sleuren op Wikipedia